5-1041/1

5-1041/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

24 MEI 2011


Wetsvoorstel tot wijziging van het artikel 91 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen met betrekking tot de jaarlijkse forfaitaire bijdrage voor vennootschappen

(Ingediend door de heer Peter Van Rompuy c.s.)


TOELICHTING


Naar aanleiding van een prejudiciële vraag van de Raad van State werd het artikel 91 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen aan een grondwettelijke toetsing door het Grondwettelijk Hof onderworpen.

Het artikel 91 van voormelde wet bepaalt het volgende :

« Art. 91. — De vennootschappen zijn een jaarlijkse forfaitaire bijdrage verschuldigd.

De Koning stelt, opdat het van toepassing zal zijn vanaf 2004, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de door de vennootschappen verschuldigde bijdragen vast, maar zonder dat deze de 868 euro kunnen overschrijden. Hierbij kan Hij een onderscheid maken op basis van criteria die rekening houden met inzonderheid de omvang van de vennootschap. »

De vennootschap moet jaarlijks een bijdrage aan haar socialeverzekeringsfonds betalen.

De vennootschapsbijdrage 2010 bedraagt 347,50 euro of 852,50 euro volgens de omvang van de vennootschap. De omvang van de vennootschap wordt beoordeeld op basis van het balanstotaal zoals het werd verklaard in de aan de Nationale Bank van België (NBB) neergelegde jaarrekening voor het in 2008 afgesloten boekjaar (1) .

Indien het balanstotaal kleiner of gelijk is aan 588 005,65 euro, dan bedraagt de vennootschapsbijdrage 347,50 euro. Indien het balanstotaal hoger is dan 588 005,65 euro, dan bedraagt de vennootschapsbijdrage 852,50 euro. De bijdrage gedurende de periode 1992-2003 was een vast bedrag dat gelijk was voor alle vennootschappen (2) .

De inkomsten voor het RSVZ uit de vennootschapsbijdrage bedroegen voor het jaar 2009 176 845 000 euro, oftewel bijna 177 miljoen euro (3) .

Het Grondwettelijk Hof sprak in haar arrest van 16 december 2010 (4) het volgende oordeel uit :

« — Artikel 91 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, zoals gewijzigd bij artikel 279 van de programmawet van 22 december 2003, schendt artikel 170 van de Grondwet, doch slechts in zoverre het het woord « inzonderheid » bevat.

— Dezelfde bepaling schendt de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet niet. »

Voor de argumenten van partijen en de motivatie van het Grondwettelijk Hof wordt verwezen naar de tekst van het arrest van het Grondwettelijk Hof.

Dit wetsvoorstel wenst daarom op louter technische basis het artikel 91 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen in overeenstemming te brengen met de Grondwet conform het arrest van het Grondwettelijk Hof.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2

Deze bepaling schrapt het woord inzonderheid uit het artikel 91, tweede lid van de wet van 30 december 1991 houdende sociale en diverse bepalingen om op deze wijze tegemoet te komen aan het arrest van het Grondwettelijk Hof van 16 december 2010 (Arrest nr. 142/2010, rolnummer 4852).

Met deze louter technische wetswijziging wordt inhoudelijk niets gewijzigd aan de regeling met betrekking tot de jaarlijkse forfaitaire bijdrage voor vennootschappen.

Peter VAN ROMPUY
Sabine de BETHUNE
Rik TORFS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 91, tweede lid van de wet van 30 december 1991 houdende sociale en diverse bepalingen wordt het woord « inzonderheid » opgeheven.

Peter VAN ROMPUY
Sabine de BETHUNE
Rik TORFS.

(1) Bron : website RSVZ.

(2) Ibidem.

(3) Jaarverslag RSVZ 2009, blz. 33, http://www.rsvz.be/nl/tools/publications/annual_report_09.pdf.

(4) www.Const-Court.be, arrest nr. 142/2010, rolnummer 4852.