5-69COM | 5-69COM |
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Mijn vraag houdt verband met de Verklaring van Parijs, de Actieagenda van Accra en de Code of Conduct van de Europese Unie. In de sectoren waar de directe bilaterale samenwerking zich omwille van de concentratie terugtrekt, treedt ze nog dikwijls op als stille partner in het kader van gedelegeerde samenwerking.
In mei 2009 sloot de toenmalige minister van Ontwikkelingssamenwerking een pact met de Belgische niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties. In de gezamenlijke verbintenissen van DGOS en de ngo's werd in artikel 3.3. het volgende bepaald: `Om de complementariteit en de synergie tussen de Belgische gouvernementele en niet-gouvernementele samenwerking te bevorderen, wordt bij wijze van experiment een nieuwe basistoelage gecreëerd. (...) Dit nieuwe initiatief zal in 2013 worden geëvalueerd.'
Dat is een zeer positief initiatief. Mijn vraag is constructief bedoeld. Het initiatief betreft een experiment, dus is het belangrijk het op te volgen zodat het in goede banen kan worden geleid.
In navolging werd in de begroting van 2010 voor het eerst een begrotingspost `Erkende ngo's - Acties in synergie met de bilaterale samenwerking' opgenomen met een krediet van 8,85 miljoen euro. De verklarende nota zegt: `Bijzondere aandacht zal gaan naar het zoeken van complementariteit tussen de interventies die deel zouden kunnen uitmaken van het ISP en andere die door andere actoren van de Belgische samenwerking zouden kunnen ondersteund worden, daarbij steeds rekening houdend met de eigen identiteit, de specificiteit en de comparatieve voordelen van elkeen. De cofinanciering van acties van erkende ngo's die complementair zijn aan het ISP en die zich inschrijven in de landenstrategie van België is een antwoord op de noodzaak van meer complementariteit tussen de gouvernementele en de niet-gouvernementele samenwerking.'
Volgens onze informatie geldt als voornaamste criterium dat enkel interventies die passen in de prioritaire sectoren van het ISP in aanmerking komen voor subsidies. Heel wat ngo's zijn actief in sectoren waar de directe bilaterale samenwerking zich heeft teruggetrokken omwille van de concentratieoefening in het kader van de ISP's. Daardoor verliezen ngo's niet enkel de directe bilaterale samenwerking als partner binnen dezelfde sector, ze kunnen bovendien geen aanspraak maken op de complementaire budgetlijn. Deze zaken heb ik verschillende maanden geleden opgevangen. Ngo's vragen ons hoe de synergielijn moet worden geïnterpreteerd en hoe dit in de toekomst zal evalueren. Daarom heb ik een aantal concrete vragen.
1. Welke projecten werden reeds goedgekeurd en voor welk bedragen?
2. Hoe wordt de nieuwe budgetlijn in de partnerlanden na één jaar onthaald door de fora van Belgische actoren?
3. Kan de minister iets explicieter zijn over de criteria voor de budgetlijn of is de evaluatie pragmatisch?
4. Hoe wordt de synergie en samenwerking met de gouvernementele samenwerking concreet bewerkstelligd?
5. Wat wordt bedoeld met acties complementair aan het ISP? Kunnen dat ook acties zijn in de sectoren waar België via gedelegeerde samenwerking actief is? Of ook acties in andere, `complementaire' sectoren aan het ISP?
Met mijn vraag wil ik vooral duidelijkheid krijgen over de criteria om de synergie te interpreteren of te evalueren.
De heer Olivier Chastel, minister van Ontwikkelingssamenwerking, belast met Europese Zaken. - Ten eerste, in totaal werden vorig jaar 10 projecten goedgekeurd, zes in Burundi en vier in Senegal. Ik bezorg de lijst.
2. De budgetlijn werd niet in alle partnerlanden aan de lokale fora voorgesteld. Aangezien er een synergie moet zijn met het ISP werd immers voorrang gegeven aan de landen waar een gemengde commissie werd voorbereid. De budgetlijn werd goed onthaald door de fora in Burundi en in Senegal. Ook in de DRC, Peru en Tanzania worden projecten voorbereid.
3. Momenteel is het nog te vroeg om de budgetlijn te evalueren. Dat is pas mogelijk in 2013 wanneer er voldoende ervaring is opgedaan en we wat meer afstand kunnen nemen. Toch hebben de eerste initiatieven aangetoond dat de ngo's enige belangstelling hebben, dat er een versterkte synergie bestaat met de gouvernementele samenwerking op gebieden van gemeenschappelijk belang en dat er in sommige gevallen zelfs een versterkte synergie bestaat tussen andere actoren: tussen ngo's maar ook met een aantal Belgische of plaatselijke universiteiten en met de BTC. Alles lijkt er dus op te wijzen dat de budgetlijn potentieel heeft en een geschikte manier is om proefprojecten inzake synergie in goede banen te leiden, mede dankzij de afstemming van het tijdschema van de projectcyclussen van de actoren.
4. Het sleutelcriterium voor de budgetlijn is de synergie met het ISP. De projecten moeten ook verenigbaar zijn met de reglementering die op de ngo-projecten van toepassing is, inclusief de in de reglementering voorziene procedures voor de kwaliteitsbeoordeling. De concrete tenuitvoerlegging van de synergieën tussen de gouvernementele en de niet-gouvernementele samenwerking hangt af van het eigenlijke project. Soms gaat het om een project waaraan de BTC deelneemt, in andere gevallen zijn de acties van de BTC en de ngo's zeer complementair.
5. De projecten van de budgetlijn moeten passen in een strategisch kader betreffende de complementariteit en de synergieën tussen de gouvernementele samenwerking en de Belgische niet-gouvernementele samenwerking. Het strategisch kader wordt vastgelegd in samenspraak met de lokale fora, in het kader van de voorbereiding van het ISP en op grond van een analyse van het lokale maatschappelijk middenveld, rekening houdend met de aanwezigheid en de interventiegebieden van de Belgische actoren. Daarbij wordt vermeld en nader toegelicht op welke wijze de synergieën worden benaderd. De synergieën kunnen worden bepaald op basis van de sectoren maar ook bijvoorbeeld op basis van de geografische gebieden of van de doelgroepen. Het is zaak zoveel mogelijk rekening te houden met de context, de lokale noden, de prioriteiten van de gouvernementele samenwerking alsmede met de ervaringen en de interventies van de ngo's.