5-714/1

5-714/1

Belgische Senaat

ZITTING 2010-2011

26 JANUARI 2011


Wetsvoorstel teneinde de voorlopige bewindvoerder toe te staan om in rechte op te treden voor een betere bescherming van de kinderbijslag

(Ingediend door de heer Philippe Mahoux c.s.)


TOELICHTING


In principe wordt de kinderbijslag uitgekeerd aan de moeder, maar soms ook aan de vader, aan het begunstigde kind zelf of nog aan een andere persoon.

Dit stelsel is vastgelegd in artikel 69, §§ 1 tot 2bis, van de wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 19 december 1939.

Artikel 69, § 3, van deze gecoördineerde wetten verleent sommige personen het recht om voor de vrederechter verzet aan te tekenen tegen de betaling van de kinderbijslag aan een van de voornoemde personen.

Het verzet kan worden aangetekend door de vader, de moeder, de adoptant, de pleegvoogd, de toeziende voogd, de curator of de rechthebbende.

De voorlopige bewindvoerder is niet in deze lijst opgenomen, waardoor het hem niet toegestaan is om verzet aan te tekenen.

Het is echter zo dat de voorlopige bewindvoerder door de vrederechter wordt aangewezen wanneer een meerderjarige wegens zijn gezondheidstoestand niet in staat is zijn goederen te beheren (artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboek). Zijn opdracht bestaat er dus in de belangen te verdedigen van de persoon voor wie hij verantwoordelijk is.

Doordat hij niet gemachtigd is om verzet aan te tekenen kan hij de betrokkene niet helemaal beschermen en kan hij zijn opdracht dus niet helemaal vervullen.

Het Grondwettelijk Hof oordeelt dat dit een leemte is in de wet en dat deze leemte in strijd is met de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie.

Aangezien het arrest op prejudiciële vraag gewezen is (1) , blijft de bepaling van kracht en kan alleen een wetgevend initiatief zorgen voor de nodige aanpassingen.

Dat is het doel van het voorliggende wetsontwerp.

ARTIKELSGEWIJZE COMMENTAAR

Artikel 2

Dit artikel wil artikel 69, § 3, van de wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 19 december 1939, wijzigen om de voorlopige bewindvoerder op te nemen in de lijst van personen die gemachtigd zijn om verzet aan te tekenen.

Philippe MAHOUX.
Hassan BOUSETTA.
Ahmed LAAOUEJ.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 69, § 3, van de wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gecoördineerd op 19 december 1939 en laatst gewijzigd bij de wet van 30 december 2009, worden de woorden « de voorlopige bewindvoerder, » ingevoegd tussen de woorden « de toeziende voogd » en de woorden « de curator ».

Art. 3

Deze wet treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

23 december 2010.

Philippe MAHOUX.
Hassan BOUSETTA.
Ahmed LAAOUEJ.

(1) Arrest nr. 21/2010 van 25 februari 2010 van het Grondwettelijk Hof, gewezen op prejudiciële vraag.