5-713/1 | 5-713/1 |
26 JANUARI 2011
De auteurs hebben een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van artikel 69, § 3, van de wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 19 december 1939.
Het doel van dat voorstel is om de voorlopige bewindvoerder op te nemen in de lijst van personen die verzet mogen aantekenen tegen de uitbetaling van de kinderbijslag aan de gebruikelijke begunstigde.
De voorlopige bewindvoerder is immers belast met het verdedigen van de belangen van de persoon voor wie hij verantwoordelijk is, en de toekenning van de kinderbijslag valt natuurlijk binnen dit toepassingsgebied.
In een arrest op prejudiciële vraag, gewezen op 25 februari 2010, heeft het Grondwettelijk Hof geoordeeld dat dit een leemte in de wetgeving vormt, die de indieners dus willen verhelpen.
Technisch gezien brengt de wijziging van artikel 69, § 3, van de voormelde wetten een wijziging mee van de bevoegdheid van de vrederechter, aangezien het deze rechter is die over het verzet uitspraak moet doen, overeenkomstig artikel 594, 8º van het Gerechtelijk Wetboek, dat als volgt luidt :
« De vrederechter doet op verzoekschrift uitspraak :
[...]
8º over het verzet van de vader, de moeder, de adoptant, de pleegvoogd, de voogd, de toeziende voogd, de curator of de rechthebbende, tegen de uitbetaling van de gezinsbijslag aan de bijslagtrekkende zoals het is bedoeld in artikel 69, § 3, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, buiten het geval waar de vordering bij de jeugdrechtbank aanhangig gemaakt wordt op grond van artikel 29 van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming. »
Dit artikel moet dus worden gewijzigd. Aangezien deze wijziging binnen het toepassingsgebied van artikel 77 van de Grondwet valt, moet hiervoor een afzonderlijke tekst worden ingediend.
Artikel 2
Dit artikel wijzigt artikel 594, 8º, van het Gerechtelijk Wetboek om het in overeenstemming te brengen met de voorgestelde wijziging van artikel 69, § 3, van de wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 19 december 1939, waarbij de voorlopige bewindvoerder wordt opgenomen in de lijst van personen die gemachtigd zijn om verzet aan te tekenen.
Philippe MAHOUX. Hassan BOUSETTA. Ahmed LAAOUEJ. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2
In artikel 594, 8º, van het Gerechtelijk Wetboek, worden de woorden « de voorlopige bewindvoerder, » ingevoegd tussen de woorden « de toeziende voogd » en de woorden « de curator ».
Art. 3
Deze wet treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
23 december 2010.
Philippe MAHOUX. Hassan BOUSETTA. Ahmed LAAOUEJ. |