5-286/1 | 5-286/1 |
12 OKTOBER 2010
Reeds verscheidene jaren kent de cosmetische chirurgie een belangrijke bloei, waardoor het een maatschappelijk verschijnsel is geworden. Alle bevolkingscategorieën zijn erbij betrokken (vrouwen, mannen, jongeren, ouderen, ...).
Het mag duidelijk zijn dat cosmetische chirurgie niet ongevaarlijk is. Het kan belangrijke veranderingen in het menselijk lichaam met zich brengen, is niet risicoloos en kan complicaties veroorzaken waarmee men beter rekening houdt. Een facelift bijvoorbeeld vereist meestal een algemene verdoving van langer dan drie uur, alsook belangrijke chirurgische ingrepen in het betreffende lichaamsdeel.
De cosmetische chirurgie en de reconstructieve chirurgie zijn twee takken aan dezelfde stam, te weten de plastische chirurgie.
Het doel van de plastische chirurgie is het corrigeren van de contouren van het menselijk lichaam.
De reconstructieve chirurgie herstelt structuren die door een letsel, een ziekte of een chirurgische ingreep misvormd, afwezig of aangetast zijn.
De cosmetische chirurgie van haar kant is er niet om te corrigeren of te herstellen, maar om mooier te maken.
Plastische, reconstructieve en cosmetische chirurgie vormen éénzelfde geneeskundige specialiteit, die minstens dertien jaar studie vereist : zeven jaar algemene geneeskunde, twee jaar algemene heelkunde en vier jaar plastische chirurgie in een gespecialiseerde dienst.
De titel van geneesheer specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde is opgenomen in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde.
Men dient te weten dat artikel 34 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen bepaalt dat de verzekering voor geneeskundige verzorging in principe niet tegemoetkomt in verrichtingen om esthetische redenen en voor verrichtingen in het raam van wetenschappelijk onderzoek of klinische proefnemingen, behalve onder de voorwaarden die de Koning heeft bepaald na advies van het Verzekeringscomité.
De prijs van verrichtingen van cosmetische chirurgie is evenwel vaak heel hoog, want hij omvat behalve de honoraria van de chirurg en van de anesthesist, de kosten van het verblijf in het ziekenhuis en van het materieel.
Het risico op ontsporingen rond cosmetische chirurgie wordt steeds groter.
De bevolking beschouwt ze soms als een banaal consumptieproduct.
Dat kan het gevolg zijn van de desinformatie veroorzaakt door bepaalde vormen van reclame.
Bovendien wordt die chirurgie soms beoefend door personen die niet gemachtigd zijn om dat te doen.
De cosmetische chirurgie is echter een echte heelkundige praktijk met mogelijke risico's en eventuele complicaties.
De veiligheid van de patiënt moet worden gevrijwaard tegen potentiële ontsporingen.
Cosmetische chirurgie mag niet als een eenvoudig product worden beschouwd.
Dat is ethisch onaanvaardbaar.
Die tak van de geneeskunde mag niet in de commerciële sfeer terechtkomen, omdat hij betrekking heeft op het menselijk lichaam.
Daarom moet voor die geneeskundige praktijk een stevige regeling worden uitgewerkt, om voor de veiligheid van de patiënten te zorgen.
De leden van de Belgische vereniging van plastische, reconstructieve en esthetische chirurgie hebben met dat doel een ethische code goedgekeurd. Ze verbinden zich ertoe :
« Hun beroep uit te oefenen volgens de regels van de ethiek als beschreven door Hippocrates.
Hun kennis continu te vervolmaken ten behoeve van het welzijn van hun patiënten.
Steeds kwaliteitszorg te verstrekken met respect voor de mens.
Hun patiënten duidelijk te informeren over de voordelen, nadelen, risico's en beperkingen van de voorgenomen operaties.
Geen reclame te maken voor de eigen praktijk.
Hun patiënten te beschermen tegen inadequate behandelingen uitgevoerd door onbekwame geneesheren zonder enige waarde van ethiek. »
In de Belgische wetgeving die ter zake toepasselijk kan zijn, zijn er een aantal verspreide bepalingen.
In een van zijn artikelen verbiedt de recente Gezondheidswet elke natuurlijke persoon of rechtspersoon bij het publiek reclame te maken voor geneeskundige implantaten. Tevens is het verboden reclame te maken voor de handelingen van het plaatsen of inplanten van die medische hulpmiddelen.
De wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt bepaalt in zijn artikel 7 dat de patiënt tegenover de beroepsbeoefenaar recht heeft op alle hem betreffende informatie die nodig is om inzicht te krijgen in zijn gezondheidstoestand en de vermoedelijke evolutie ervan.
Tevens bepaalt artikel 8 dat informatie moet worden verstrekt over het doel, de aard, de graad van urgentie, de duur, de frequentie, de voor de patiënt relevante tegenaanwijzingen, nevenwerkingen en risico's verbonden aan de tussenkomst, de nazorg, de mogelijke alternatieven en de financiële gevolgen.
Die uiteenlopende wetten zijn belangrijk en bieden de patiënt bescherming, maar het is nodig verder te gaan en voor een specifieke wetgeving te zorgen voor de cosmetisch-chirurgische ingrepen.
Frankrijk heeft zich over dat probleem gebogen en heeft wetten goedgekeurd om de instellingen waar handelingen van cosmetische chirurgie worden verricht te reglementeren.
Allereerst werd op 4 maart 2002 « la loi relative aux droits des malades et à la qualité du système de santé » goedgekeurd. Die wet bevat twee onderdelen : er wordt voorzien in kwaliteitsgaranties voor de instellingen waar ingrepen in het kader van cosmetische chirurgie worden uitgevoerd, en voorts worden de beoefenaar striktere verplichtingen ten aanzien van de patiënt opgelegd.
Het eerste onderdeel van de wet van 2002 bepaalt dat een cosmetisch-chirurgische interventie moet plaatsvinden in een instelling die voldoet aan technische voorwaarden inzake werking en die door de bevoegde overheid wordt vergund na een inspectiebezoek met positief resultaat.
Het tweede onderdeel van die wet bepaalt dat de beroepsbeoefennaar aan de patiënt informatie moet verstrekken over de omstandigheden van de ingreep, de risico's en de eventuele gevolgen en complicaties.
Er moet een bestek worden opgesteld en er moet een minimumbedenktijd in acht worden genomen.
Tot slot voorziet de wet van 2002 in strafrechtelijke sancties wanneer die bepalingen niet in acht worden genomen.
Frankrijk heeft twee decreten goedgekeurd die de beginselen van de wet van 2002 ten uitvoer leggen.
Aldus stelt een decreet nr. 2005-776 de vergunningsvoorwaarden vast voor de instellingen van cosmetische chirurgie.
Een tweede decreet, nr. 2005-777, bevat nadere bepalingen over de bedenktijd waarvan sprake is in de wet van 2002 en stelt de werkingsvoorwaarden van de instellingen van cosmetische chirurgie vast.
Frankrijk heeft dus beslist de beoefening van de cosmetische chirurgie streng te reglementeren.
Als gevolg van de reglementering zullen heel wat verantwoordelijken van instellingen voor cosmetische chirurgie, waarvan de praktijken twijfelachtig zijn en niet overeenstemmen met de geldende Franse reglementering, geneigd zijn bij ons te komen om hun heelkundige handelingen te verrichten, omdat onze wetgeving ter zake lakser is.
Men moet er in elk geval op toezien dat er geen zogenaamde « Thalyschirurgen » verschijnen, charlatans uit het buitenland die niet voldoen aan de voorwaarden van de Franse wetgeving en die voor enkele dagen naar België komen om aan de lopende band cosmetische chirurgie te beoefenen in op zijn minst twijfelachtige hygiënische omstandigheden, in achterzalen waar geen enkele controle bestaat. Het gaat vaak om belangrijke operaties op het menselijk lichaam die niet zonder risico of complicaties achteraf zijn.
Om de patiënt en de beoefenaars van de geneeskunde met een bewezen reputatie te beschermen, is het van essentieel belang dat er een wetgeving komt die de uitoefening van de cosmetische chirurgie specifiek reglementeert. Dit voorstel voorziet dus, zoals de Franse wetgeving, in de vereiste kwalificaties voor het uitoefenen van heelkundige handelingen, in de verplichting om de patiënt vooraf te infomereren, in een bedenktijd, in een vergunning voor die instellingen om te kunnen werken alsook in strafbepalingen.
Dit voorstel moet het mogelijk maken de praktijk van de cosmetische chirurgie beter te begeleiden, door de patiënt te beschermen en ontsporingen te voorkomen.
Artikel 2 : Definities
De definitie van de cosmetische chirurgie van onderhavig voorstel put inspiratie uit het artikel dat het toepassingsgebied definieert van het Franse decreet nr. 2005-776 van 11 juli 2005 « relatif aux conditions d'autorisation des installations de chirurgie esthétique et modifiant le code de la santé publique ».
Het is immers gunstig dat we samen met onze buurlanden een gemeenschappelijke visie hebben op wat moet worden verstaan onder ingrepen van cosmetische chirurgie.
Het is met dit voorstel tevens de bedoeling een onderscheid te maken tussen de cosmetische chirurgie en de reconstructieve of herstellende chirurgie die heel andere doelstellingen heeft.
Artikel 3 : Toepassingsgebied
Dit wetsvoorstel gaat alleen over de instellingen waar de cosmetische chirurgie beoefend wordt.
Privé-instellingen en ziekenhuizen vallen onder de bepalingen van het wetsvoorstel.
Artikel 4 : Vereiste kwalificaties om chirurgische handelingen te verrichten
Men moet er absoluut zeker van kunnen zijn dat alleen beoefenaars wier competentie erkend is handelingen van cosmetische chirurgie kunnen stellen.
De beoefenaars van de geneeskunde die houder zijn van de titel geneesheer specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde, die is opgenomen in het koninklijk besluit van 25 november 1991, zijn gemachtigd de in onderhavig voorstel bedoelde chirurgische handelingen te verrichten.
Er wordt evenwel in een uitzondering voorzien voor de vele beoefenaars die handelingen met een esthetisch oogmerk moeten verrichten in het raam van hun geneeskundige specialiteit. Zij dragen niet altijd de titel van geneesheer specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde.
Aldus maakte de huidige minister van sociale zaken in een antwoord op een vraag om uitleg van 22 december 2005 over de bescherming van de titel van plastisch chirurg gewag van een advies afkomstig uit een brief van de Nationale Orde van geneesheren : « Er zijn een aantal esthetische ingrepen die worden uitgevoerd door geneesheren die geen houder zijn van deze beroepstitel. Hoewel die geneesheren niet in dat domein gekwalificeerd zijn, mogen we daar niet uit afleiden dat zij deze ingrepen niet correct kunnen uitvoeren. Er bestaan immers een groot aantal esthetische ingrepen die perfect kunnen worden uitgevoerd door geneesheren die niet erkend zijn als specialist in plastische, reconstructieve en esthetische chirurgie. Het gaat bijvoorbeeld om geneesheren die erkend zijn als stomatoloog of als KNO-specialist met een bijzondere beroepstitel in mond-, keel- en gelaatschirurgie.
Het deontologische criterium dat wordt gehanteerd voor de evaluatie van een chirurg die bepaalde ingrepen uitvoert, is niet zijn erkenning in een bepaalde tak van de chirurgie. Waar het wel om gaat, is zijn bekwaamheid om als chirurg bepaalde ingrepen uit te voeren. »
De Koning stelt vast welke handelingen van cosmetische chirurgie mogen worden verricht door beoefenaars die geen houder zijn van de titel geneesheer specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische chirurgie en welke handelingen alleen mogen worden verricht door geneesheren specialisten in de plastische, reconstructieve en esthetische chirurgie.
De Académie royale de médecine de Belgique heeft bijvoorbeeld een advies over liposuctie gegeven waarin staat : « Vu l'importance de l'intervention et la gravité des complications, l'Académie estime qu'une formation approfondie doit être requise pour la réalisation de ce type d'opération. La liposuccion en tant qu'opération plastique/esthétique relève de la chirurgie plastique et ne peut dès lors être effectuée que par des médecins spécialistes agréés dans cette spécialité. Elle s'inscrit dans le cadre de la spécialisation en chirurgie plastique... »
In Frankrijk is de wetgeving inzake de cosmetische chirurgie dezelfde weg opgegaan.
Alleen gekwalificeerde beroepsbeoefenaars met als specialisatie de plastische, reconstructieve en esthetische chirurgie zijn bevoegd om alle handelingen van de cosmetische chirurgie te stellen.
Bepaalde beroepsbeoefenaars zijn gemachtigd om handelingen van cosmetische chirurgie te verrichten binnen de anatomische grenzen van hun specialiteit.
In een circulaire worden, ter informatie en niet uitputtend, de meest voorkomende ingrepen in de cosmetische chirurgie vermeld.
Dit wetsvoorstel volgt dezelfde koers.
Artikel 5 : Voorafgaande informatie
Om de patiënt beter te beschermen, is de beroepsbeoefenaar verplicht de patiënt volledige informatie te verstrekken.
Die voorafgaande informatie waarvan sprake in dit voorstel, is vergelijkbaar met wat in Frankrijk bestaat (wet nr. 2002-303 van 4 maart 2002 « relative aux droits des malades et à la qualité du système de santé »).
Die informatie moet gepaard gaan met het overhandigen van een bestek dat nauwkeurig (het moet de begrippen bevatten die in artikel 2, 4º van het voorstel gedefinieerd worden), gedateerd en ondertekend moet zijn door de chirurg(en) die de ingreep doen.
Artikel 6 : Bedenktijd
Tussen de overhandiging van het bestek en de ingreep moet een minimumtermijn van vijftien dagen in acht worden genomen. Het bestek moet gedateerd en ondertekend zijn om die termijn van vijftien dagen te doen ingaan.
Daar mag men in geen geval van afwijken.
In die periode van vijftien dagen mag de beroepsbeoefenaar geen enkele compensatie of verbintenis vragen (behalve de honoraria voor de voorgaande consultatie(s)).
Dat moet de patiënt in de gelegenheid stellen zijn beslissing te nemen zonder dat er druk op hem wordt uitgeoefend.
Die bedenktijd moet hem tevens de kans bieden andere specialisten te consulteren om hun eventueel advies in te winnen.
Wat dat betreft, neemt dit voorstel een van de voorzorgsmaatregelen over die in het Franse recht zijn genomen (wet nr. 2002-303 « relative aux droits des malades » — decreet 2005-777 van 11 juli 2005).
Artikel 7 : De vergunning
De Koning geeft een vergunning af voor de oprichting en de werking van de instellingen waar handelingen van cosmetische chirurgie worden verricht.
De Koning voorziet in de nadere bepalingen en de voorwaarden met betrekking tot die vergunning.
Hij zal bijvoorbeeld moeten bepalen welke stukken en documenten bij het verzoek tot vergunning moeten worden gevoegd, welke termijnen in acht moeten worden genomen, de gronden van weigering van de vergunning, ... .
De Koning zal ook de voorwaarden bepalen voor de lokalen, de technische middelen, het personeel alsook de maatregelen die de continuïteit van de zorg moeten waarborgen.
De indienster heeft ervoor gekozen de werkingsvoorwaarden niet in de wet zelf op te nemen. De Koning kan dan, indien dit nodig blijkt op basis van de nieuwe technieken en de evolutie in de praktijk, de voorwaarden gemakkelijker aanpassen bij koninklijk besluit dan wanneer er een andere wet zou moeten worden opgesteld, met alle parlementaire voorbereiding die dat vereist.
De vergunning wordt verstrekt voor een periode die door de Koning wordt bepaald. De Koning zal ook moeten voorzien in de procedure voor het verlengen van de vergunning.
De vergunning is afhankelijk van het resultaat van een inspectiebezoek.
De Koning organiseert die inspectiebezoeken, waarbij wordt nagegaan of de instellingen voldoen aan de door Hem bepaalde voorwaarden.
Indien de vergunde instellingen niet binnen een bepaalde termijn in dienst worden genomen, is de vergunning nietig.
Artikel 9 : De strafbepalingen
Ze voorzien in een geldboete waarvan het bedrag verschilt naar gelang van de bepaling van onderhavige wet die de verantwoordelijke van de instelling niet in acht neemt.
Zoals geldt in de wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo's in vitro, kan het uitoefenen van activiteiten van cosmetische chirurgie zonder dat men de in artikel 4 van deze wet vereiste kwalificaties heeft, het verbod met zich brengen om gedurende vijf jaar enige geneeskundige activiteit uit te oefenen.
Die bepaling moet ontradend werken ten aanzien van artsen die niet de vereiste kwalificaties hebben om de in onderhavige wet bedoelde ingrepen uit te voeren.
Artikel 10 : Inwerkingtreding en overgangsbepalingen :
Deze wet treedt in werking op de dag waarop de koninklijke besluiten worden bekendgemaakt met de voorwaarden voor de vergunning om te werken en de kwalificaties om handelingen van cosmetische chirurgie te verrichten.
De in deze wet bedoelde instellingen krijgen zes maanden om hun verzoek tot vergunning in te dienen.
Ze kunnen wel hun activiteiten blijven uitoefenen tot over hun verzoek beslist is.
Christine DEFRAIGNE. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :
1º cosmetische chirurgie : chirurgie met als doel iemands uiterlijk op diens vraag te veranderen, zonder therapeutisch of reconstructief doel;
2º reconstructieve of herstellende chirurgie : chirurgie met als doel het herstellen van wat de natuur, ziekte of een letsel aangetast of misvormd heeft;
3º instellingen : instellingen waar chirurgische ingrepen worden verricht met als doel iemands uiterlijk op diens vraag te veranderen, zonder therapeutisch of reconstructief doel;
4º bestek : gedetailleerde staat van de geneeskundige honoraria, de verblijfskosten, de producten, de geneesmiddelen alsook van de periode waarin de post-operatieve zorg wordt verstrekt.
Art. 3
Deze wet geldt alleen voor de instellingen waar ingrepen van cosmetische chirurgie worden verricht, zoals gedefinieerd in artikel 2, 1º.
Art. 4
De ingrepen van cosmetische chirurgie zoals gedefinieerd in artikel 2, 1º, mogen alleen worden verricht door beoefenaars van de geneeskunde die houder zijn van de titel geneesheer specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde, overeenkomstig het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde.
Toch kunnen beoefenaars van de geneeskunde, die geen houder zijn van de bijzondere beroepstitel bepaald in het eerste lid, bepaalde ingrepen van cosmetische chirurgie verrichten, indien die ingrepen binnen de anatomische grenzen blijven van de specialiteit waarvoor ze ingeschreven zijn op de lijst van de Orde van Geneesheren.
De Koning bepaalt de ingrepen van cosmetische chirurgie die verricht moeten worden door specialisten die houder zijn van de titel vermeld in het eerste lid, alsook de ingrepen van cosmetische chirurgie die verricht mogen worden door beoefenaars van de geneeskunde die geen houder zijn van de titel geneesheer specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde.
Art. 5
Bij elke ingreep van cosmetische chirurgie moet de betrokkene en indien nodig, zijn wettelijke vertegenwoordiger, door de verantwoordelijke beoefenaar van de geneeskunde geïnformeerd worden over de omstandigheden van de ingreep, de risico's, de eventuele gevolgen en complicaties. Het geven van die informatie gaat gepaard met de overhandiging van een gedetailleerd bestek, zoals gedefinieerd in artikel 2, 4º.
Het bestek dat aan de patiënt wordt bezorgd, moet worden gedateerd en ondertekend door de chirurgen die de operatie geheel of gedeeltelijk uitvoeren. Wanneer een niet gedateerd en/of niet door alle beoefenaars van de geneeskunde ondertekend bestek wordt overhandigd, kan de termijn waarvan sprake in artikel 6, niet ingaan. De chirurg die de betrokkene ontmoet heeft, moet de ingreep zelf geheel of gedeeltelijk uitvoeren, of hem ervan informeren dat hij de ingreep geheel of gedeeltelijk niet zelf zal verrichten. Die informatie wordt in het bestek vermeld.
Dit artikel wordt in elk bestek vermeld.
Art. 6
De beoefenaar van de geneeskunde moet een minimumtermijn van vijftien dagen in acht nemen tussen de overhandiging van het bestek en de eventuele ingreep. Er mag geenszins van die termijn worden afgeweken, ook niet op vraag van de betrokken persoon.
In die periode mag er van de betrokken persoon geen compensatie of engagement worden gevraagd, behalve de honoraria voor de voorafgaandelijke raadplegingen.
Art. 7
De oprichting en de werking van de instellingen waar ingrepen van cosmetische chirurgie zoals gedefinieerd in artikel 2, 1º, worden verricht, worden vergund door de Koning.
De Koning wordt ermee belast de nadere bepalingen en voorwaarden voor de aanvraag van vergunning, de voorwaarden om een werkingsvergunning te krijgen alsook de redenen voor de weigering van een vergunning vast te stellen. Hij wordt ermee belast de technische werkingsvoorwaarden betreffende de lokalen, de technische middelen, het personeel te bepalen, alsook de maatregelen die ten uitvoer moeten worden gelegd om de continuïteit van de zorg te waarborgen.
De vergunning wordt voor een bepaalde, verlengbare termijn verstrekt. De Koning wordt ermee belast de looptijd van de vergunning vast te stellen alsook de nadere bepalingen inzake de verlenging van de vergunning.
De vergunning is afhankelijk van het positieve resultaat van een inspectiebezoek. De Koning wordt ermee belast dat inspectiebezoek te organiseren.
De vergunning wordt als nietig beschouwd indien de inrichting niet is beginnen te werken binnen een termijn van drie jaar na de toekenning van de vergunning.
De vergunning kan door de Koning geheel of gedeeltelijk worden geschorst, of ingetrokken, indien de bepalingen van deze wet niet in acht worden genomen.
Art. 8
Een ingreep van cosmetische chirurgie mag alleen plaatsvinden in instellingen met de vergunning waarin artikel 7 voorziet.
Art. 9
Het uitoefenen van activiteiten van cosmetische chirurgie zonder de vergunning waarin artikel 7 van deze wet voorziet, wordt gestraft met een geldboete van honderdvijftig duizend euro.
Met een geldboete van tienduizend euro worden gestraft :
1º het niet in acht nemen van artikel 5 van deze wet;
2º het niet in acht nemen van artikel 6 van deze wet.
Elke veroordeling wegens het uitoefenen van activiteiten van cosmetische chirurgie zonder de krachtens artikel 4 van deze wet vereiste kwalificaties kan een vijfjarig verbod op het uitoefenen van elke geneeskundige activiteit met zich brengen.
Art. 10
Deze wet treedt in werking na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de koninklijke besluiten tot regeling van de vergunning en de werking van de inrichtingen waar de cosmetische chirurgie wordt uitgeoefend en van de vereiste kwalificaties om handelingen van esthetische chirurgie te verrichten.
De leidinggevenden van de inrichtingen van cosmetische chirurgie die op die datum bestaan, moeten binnen een termijn van zes maanden vanaf de bekendmaking van die Koninklijke Besluiten in het Belgisch Staatsblad een aanvraag tot vergunning indienen.
Ze kunnen hun activiteiten voortzetten tot er over hun aanvraag is beslist.
20 juli 2010.
Christine DEFRAIGNE. |