5-85/1 | 5-85/1 |
9 SEPTEMBER 2010
Dit wetsvoorstel herneemt de tekst van een voorstel dat reeds op 31 juli 2008 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 4-892/1 - 2007/2008).
1. Nood aan goede informatie over het wettelijk pensioen
Belgen verwachten doorgaans een hoger wettelijk pensioen dan wat ze in werkelijkheid zullen ontvangen.
Dat blijkt uit de pensioenpeiling van Swiss Life van januari 2006 zeer duidelijk. Slechts 22 % van de bevolking verwacht een maandelijks brutopensioen dat lager ligt dan 1 000 euro. Het overgrote deel van de bevolking, met name 59 % verwacht dat zijn/haar pensioen hoger ligt. 28 % verwacht dat het bruto maandelijks pensioen ligt tussen 1 000 en 1 400 euro, 20 % tussen 1 400 en 1 800 euro en 11 % verwacht maandelijks meer dan 1 800 euro.
In realiteit bedraagt een gemiddeld pensioen 992 euro per maand. Minstens twee keer zoveel vrouwen (27 %) als mannen (12 %) hebben geen idee van hoeveel hun wettelijk pensioen zal bedragen.
Een even belangrijk resultaat van de enquête is dat 18 %, dus bijna 1/5 van de bevolking, helemaal geen idee heeft van wat zijn of haar wettelijk pensioen bedraagt.
Dat er een probleem rijst bij de omvang van de wettelijke pensioenen, begint toch wel te dagen bij heel wat mensen. Uit de pensioenpeiling van Swiss Life van eind februari 2008 zegt 55 % van de ondervraagden dat men kiest voor een verhoging van 100 euro van de patronale bijdrage voor het aanvullend pensioen boven een maandelijkse brutoloonsverhoging van 100 euro. En op de vraag of de tweede pensioenpijler verplicht zou moeten worden, zegt 53 % van de ondervraagden ja. Belangrijker is evenwel dat bij de huidige gepensioneerden 70 % van mening is dat die verplichting er moet komen. Maar even tekenend is dat 16 % van de actieven het niet weet.
Concluderend kan gesteld worden dat de bevolking zich meer en meer bewust wordt van de pensioenproblematiek en de beperkte omvang van het wettelijk pensioen voor werknemers en zelfstandigen. Maar tegelijkertijd is ook duidelijk dat het overgrote deel van de bevolking geen idee heeft over wat de werkelijke omvang van zijn of haar pensioen is.
De bevolking verwacht ook meer van de overheid met betrekking tot informatieverstrekking. In de pensioenpeiling van Swiss Life ziet 52 % van de ondervraagden in de federale overheid de meest geschikte instelling voor het geven van een prognose van het wettelijk pensioen. 79 % van de ondervraagden is dan ook geïnteresseerd in een simulatie om zo te weten of er nog tekorten moeten worden ingevuld om bij pensionering de levensstandaard te kunnen behouden.
2. De huidige informatiekanalen
Tijdens de vorige zittingsperiode werden een aantal projecten opgezet die moeten toelaten mensen beter te informeren over hun toekomstige pensioenrechten.
In het kader van het project AURA, moet iedereen die dat wenst een individuele berekening van haar of zijn pensioenbedrag ontvangen. Vanaf 55 jaar moet dit automatisch gebeuren. Deze raming geeft voor de toekomstige gepensioneerde weer wat haar/zijn opgebouwde rechten zijn en een voorafspiegeling van de pensioenrechten die tot de normale pensioenleeftijd kunnen worden opgebouwd.
Deze pensioenrekening heeft op dit ogenblik enkel betrekking op de werknemersregeling. Ten laatste tegen 2010 moet dit overzicht een globaal loopbaanoverzicht worden dat de rechten en ramingen in de drie wettelijke pensioenstelsels weergeeft.
Het project www.kenuwpensioen.be is een door de drie pensioendiensten gemeenschappelijk ontwikkelde pensioensimulator. Het is een internettool die toelaat om, op basis van zelf ingebrachte gegevens, een raming te maken van het pensioen dat men op de leeftijd van 65 jaar zou kunnen genieten. Het is de bedoeling dat de simulator op termijn wordt uitgebreid met een module die de verbinding maakt met achterliggende databanken.
De VZW SIGeDIS, opgericht door de Rijksdienst voor pensioenen en de PDOS, beheert de loopbaangegevens van zowel de werknemersregeling als de publieke sector. Op die manier wordt een databank uitgebouwd die zal toelaten de verzekerde beter te kunnen informeren en om later zijn/haar pensioenaanvraag makkelijker te behandelen.
3. Het regeerakkoord
Het is nodig tot een betere samenwerking van de pensioendiensten te komen met één unieke pensioenaanvraag, één gezamenlijke beslissing van de pensioeninstellingen en één enkele betaling.
Wij wijzen duidelijk op het belang van het vergaren van de nodige data teneinde een individuele pensioenrekening te creëren voor iedereen.
4. De noodzaak van het jaarlijks meedelen van de pensioenportefeuille
De initiatieven die vandaag bestaan zoals de ambtshalve meededeling op 55 jaar, de module www.kenuwpensioen.be en de dataverzameling van SIGeDIS zijn interessante bouwstenen voor de opbouw van de pensioenportefeuille en daarop gebaseerd de jaarlijkse mededeling van de stand van de pensioenportefeuille. Evenwel zijn ze onvoldoende.
Open Vld wil mensen op actieve leeftijd jaarlijks informeren over hun toekomstig pensioen omdat goed geïnformeerde mensen betere individuele keuzes kunnen maken. Specifiek denken wij dat meer informatie nodig is omwille van drie redenen.
Ten eerste is het noodzakelijk mensen goed te informeren over hun pensioenrechten en de invloed van het voortijdig staken van de professionele activiteit op de pensioenrechten. Vandaag hebben heel veel mensen geen idee welk pensioenverlies zij lijden door te stoppen op hun 60e verjaardag. Het jaarlijks informeren van mensen kan een aanpassing van hun gedrag teweegbrengen.
Ten tweede is het voor vrouwen — en in het bijzonder voor jonge vrouwen — belangrijk om te beseffen welke de invloed is van hun loopbaankeuzes op hun pensioen. Jonge vrouwen nemen carrièrekeuzes in functie van de combinatie van arbeid en gezin zoals ouderschapsverlof, loopbaanonderbreking, deeltijdse tewerkstelling. Zij ervaren uiteraard wel het onmiddellijk inkomensverlies voor zichzelf en hun gezin, maar ze denken niet aan de secundaire gevolgen. Enerzijds hypothekeren zij hun carrière. Zij lopen benoemingen mis omdat ze loopbaanonderbreking nemen of slechts deeltijds werken. Dit is een belangrijk element in de problematiek van het glazen plafond. Een ander aspect waaraan zij helemaal niet denken zijn de gevolgen van hun beslissing op hun pensioenrechten. Eerst en vooral dragen zij de gevolgen van deze loopbaanbeslissing — een beslissing die meestal in gezinsverband is genomen — alleen. Het pensioen van hun partner wordt er niet door geraakt ofschoon deze partner — in de meeste gevallen de man — ook van de voordelen geniet. De statistieken van de Rijksdienst voor pensioenen tonen aan dat het gemiddeld pensioen van vrouwen 65 tot 72 % bedraagt van dat van de mannen. Ten tweede zijn de pensioengevolgen van deze beslissing nog meer voelbaar bij een scheiding. In tegenstelling tot vroeger is het pensioen van de man niet langer de levensverzekering van de vrouw. Zij valt bij scheiding terug op een bijzonder laag pensioen want voor de jaren dat zij gehuwd was en haar activiteiten heeft teruggeschroefd wordt haar pensioen berekend op 62,5 % van de wedde van de man.
Ten derde laat het jaarlijks informeren over de opgebouwde pensioenrechten mensen ook toe in te grijpen. Dat kan door terug aan de slag te gaan of terug fulltime te gaan werken en zo de wettelijke pensioenrechten te verbeteren. Dat kan evenzeer door de inspanningen op het vlak van het aanvullend pensioen in het kader van de tweede of derde pijler bij te sturen, zodat men na de pensionering een pensioen geniet dat aansluit bij de verwachtingen. Ook hier verdienen vrouwen bijzondere aandacht. Slechts 24 % van de vrouwen verklaart dat zij hun pensioen actief voorbereiden tegenover 38 % van de mannen. Het lage wettelijk pensioen wordt minder dan dat van de mannen aangevuld door een extralegaal pensioen. Slechts 40 % van de vrouwen verklaart een pensioen van de tweede pijler te genieten, tegenover 57 % van de mannen.
De techniek van de jaarlijkse mededeling van de pensioenrechten wordt ook toegepast in andere landen. Zweden en Duitsland sturen jaarlijks een brief naar hun bevolking om hen individueel te informeren over de opgebouwde pensioenrechten. Op die manier willen zij de bevolking een realistisch beeld geven van hun pensioensituatie zodat zij op basis van objectieve gegevens verantwoorde beslissingen kunnen nemen met betrekking tot hun loopbaan.
5. De pensioenportefeuille
Open Vld legde een voorstel inzake de loopbaanrekening op tafel. Deze loopbaanrekening zou niet alleen elementen bevatten in het kader van de actieve loopbaan (tijdskrediet, ouderschapsverlof, opleidingskredieten, enz.), maar bevatte ook de notionele pensioenrekening. Meer bepaald zou op deze pensioenrekening voor elk gewerkt uur of dag het equivalent pensioenrecht worden genoteerd. Op die manier zou iedereen die professioneel actief is op elk ogenblik kunnen zien welke de pensioenrechten zijn die inmiddels zijn opgebouwd.
Zonder een regeling van de loopbaanrekening te willen afwachten, willen de indieners werk maken van de pensioenportefeuille. Deze geeft aan hoeveel pensioenrechten je hebt opgebouwd, wat je pensioenrechten zouden zijn op je 65e als je blijft verderwerken zoals je bezig bent.
De stand van de pensioenportefeuille wordt op twee manieren gecommuniceerd.
Jaarlijks zal aan de sociaal verzekerde een brief worden gestuurd met de stand van zaken van diens wettelijke pensioenportefeuille :
1. de stand van zaken van de opgebouwde pensioenrechten tot 31 december van voorafgaande jaar;
2. het brutopensioenbedrag dat men zou ontvangen op 65 jaar indien men zijn huidige activiteit verderzet, aangevuld met een raming van het nettopensioenbedrag;
3. de eventuele overdracht in meer of min van pensioenrechten in het kader van de pensioensplit.
Er wordt een website gecreëerd waarbij de sociaal verzekerde enerzijds haar of zijn pensioenportefeuille op elk ogenblik kan consulteren, en bovendien via een module, op basis van de gegevens van de pensioenportefeuille, een simulatie kan maken van de gevolgen die een wijziging van de beroepsactiviteit heeft op de pensioenrechten.
Ten slotte blijft het de ambitie van de indieners om de pensioenportefeuille te integreren in de loopbaanrekening. Op die manier willen ze immers een duidelijke link leggen tussen de professionele activiteit en de opbouw van pensioenrechten.
Nele LIJNEN Guido DE PADT. |
De Senaat,
A. Overwegende dat slechts een minderheid van de bevolking een realistisch beeld heeft van haar of zijn toekomstig wettelijk pensioen;
B. Overwegende dat een goed inzicht in de opgebouwde pensioenrechten en het toekomstig pensioen, de sociaalverzekerde responsabiliseert bij het nemen van beslissingen bij de uitbouw van hun carrière met het oog op hun pensioenrechten;
C. Overwegende dat een goed inzicht in de opgebouwde pensionrechten en het toekomstige pensioen binnen de wettelijke pijler, de sociaalverzekerde toelaat extra inspanningen te verrichten in het kader van de tweede en derde pensioenpijler, teneinde de gewenste levensstandaard te behouden na pensionering;
D. Overwegende dat een meerderheid van de bevolking van de federale overheid verwacht dat zij de nodige pensioeninformatie verschaft;
Vraagt de federale regering :
1. Jaarlijks op 1 juli aan elke sociaalverzekerde diens pensioenportefeuille mee te delen. Deze mededeling bevat de volgende informatie :
a) het totaal van de opgebouwde wettelijke pensioenrechten op 31 december van het voorafgaande jaar, met vermelding van de ontvangen of overgedragen rechten in het kader van de pensioensplit;
b) het brutopensioenbedrag bij het bereiken van de 65e verjaardag bij verderzetting van de huidige tewerkstelling met een raming van het nettopensioenbedrag;
2. Een website te creëren waarbij de sociaalverzekerde diens pensioenportefeuille op elk ogenblik elektronisch kan raadplegen en waarbij hij/zij de effecten van carrièrekeuzes op de pensioenrechten kan simuleren;
3. Een systeem van loopbaanrekening voor de sociaalverzekerde op te zetten en daarin op termijn de pensioenportefeuille te integreren.
20 juli 2010.
Nele LIJNEN Guido DE PADT. |