4-1376/5 | 4-1376/5 |
9 JULI 2009
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Voor de toepassing van diplomavereisten in wetten of reglementen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet, wordt met een licentiaat of doctor in de rechten gelijkgesteld de houder van het diploma van master in de rechten die aan een Belgische instelling van hoger onderwijs examen heeft afgelegd over :
— burgerlijk recht, daarbij inbegrepen burgerlijke rechtsvordering;
— strafrecht, daarbij inbegrepen strafvordering;
— een van de volgende vakken : publiek recht, administratief recht, fiscaal recht, handelsrecht of sociaal recht.
Voor de toepassing van wettelijke of reglementaire diplomavereisten bedoeld in het eerste lid, wordt onder de woorden « doctor in de rechten » verstaan « doctor in de rechten zoals bedoeld voor de wet van 31 mei 1972 betreffende de wettelijke gevolgen verbonden aan de graad van licentiaat in de rechten ».
Voor de toepassing van wettelijke of reglementaire diplomavereisten wordt onder een master in de rechten begrepen de houder van het diploma van master in de rechten bedoeld in het eerste lid.
Art. 3
Voor de toepassing van wettelijke of reglementaire diplomavereisten bedoeld in artikel 2, wordt met een licentiaat in het notariaat gelijkgesteld de houder van het diploma van master in het notariaat behaald aan een Belgische universiteit.
Art. 4
Voor de toepassing van wettelijke of reglementaire diplomavereisten bedoeld in artikel 2, wordt met een licentiaat in het sociaal recht gelijkgesteld de houder van het diploma van master na master in het sociaal recht behaald aan een Belgische universiteit.
Art. 5
Deze wet treedt in werking op 1 juli 2009.