4-79

4-79

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 11 JUIN 2009 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Pol Van Den Driessche à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Égalité des chances sur «la reconnaissance du 11 juillet et du 27 septembre comme jours fériés légaux» (nº 4-936)

M. le président. - M. Jean-Marc Delizée, secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté, adjoint à la ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des Grandes villes, répondra.

De heer Pol Van Den Driessche (CD&V). - Mijn vraag begint gelijkenissen te vertonen met de Max Havelaar van Multatuli. Ze dreigt eentonig te worden.

Binnenkort viert de Vlaamse Gemeenschap opnieuw de Vlaamse feestdag. Voor de ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap, provincies en gemeenten is dat een betaalde feestdag, voor vele andere werknemers in Vlaanderen helaas een werkdag als een andere.

De Vlaamse Gemeenschap viert haar feestdag op 11 juli, de herdenking van de Guldensporenslag in 1302. De Franse Gemeenschap feest op 27 september naar aanleiding van de herdenking van de overwinning van de Belgische patriotten op de Hollandse troepen in 1830.

In de vergadering van donderdag 3 juli 2008 stelde ik een vraag om uitleg aan minister Milquet over de erkenning van 11 juli en 27 september als wettelijke feestdagen, dit naar aanleiding van het principeakkoord dat door de toenmalige oranjeblauwe onderhandelaars onder de leiding van formateur Leterme, tijdens de regeringsonderhandeling werd bereikt. Het antwoord van de minister was niet echt bevredigend: het initiatief werd overgelaten aan de sociale partners en de deelstaten. Oranjeblauw is er niet gekomen, de betaalde feestdag evenmin.

Welke initiatieven zijn een jaar later genomen om tot een doorbraak te komen? Een gemeenschap, zowel de Franse als de Vlaamse, kan echt wel een feestdag gebruiken om een gevoel van samenhorigheid te kweken.

De heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden. - Ik lees het antwoord van de minister.

De heer Van den Driessche stelde dezelfde vraag al op 3 juli 2008. Aangezien er ten gronde niets is veranderd, geeft de minister grotendeels hetzelfde antwoord.

De wet van 4 januari 1974 bepaalt de tien feestdagen waarvan de werknemers in de privésector genieten. Een nationale wetgeving moet in principe onder gelijkaardige omstandigheden voor alle werknemers binnen een bepaald toepassingsgebied geldig zijn.

Daarnaast kunnen de deelstaten, de gemeenten en provincies de feestdagen bepalen waarvan hun eigen personeel geniet.

Dat draagt bij tot de inachtneming van de bevoegdheden van elk gezagsniveau. Het gaat eveneens om een vorm van respect voor de culturele gemeenschappen.

In de privésector kunnen de sociale partners zonder problemen een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten waardoor een extra feestdag wordt toegekend. Die zou op 11 juli, 27 september of 15 november kunnen vallen.

De heer Pol Van Den Driessche (CD&V). - De staatssecretaris treft vanzelfsprekend geen schuld. Ik zei het al, mijn verhaal begint op dat van Multatuli te lijken omdat de betrokken minister ter zake geen enkel initiatief neemt. We zullen naar een ander spoor moeten overschakelen.