4-63

4-63

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 12 FEBRUARI 2009 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «het uitblijven van een koninklijk besluit over de ziekteverzekering voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen» (nr. 4-719)

De voorzitter. - De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt.

Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V). - Sinds 1 januari 2008 zijn de mogelijkheden voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) om zich aan te sluiten bij de ziekteverzekering uitgebreid. De NBMV die niet werken of nog niet in het rijksregister ingeschreven zijn, kunnen al een ziekteverzekering aangaan via de school of via een vrijstelling. Die regeling was echter beperkt tot de NBMV zelf en in de wet bleef een lacune bestaan. Wanneer een NBMV een kind kreeg in België, was dat kind niet verzekerd omdat het in strikte zin geen NBMV was. Ik heb dat probleem vorig jaar aangekaart en de minister heeft die lacune verholpen door een wijziging van de ZIV-Wet.

Op 19 december 2008 werd in de ZIV-Wet van 14 juli 1994 een nieuwe mogelijkheid tot verzekerbaarheid ingeschreven voor kinderen ten laste van NBMV. De nieuwe regeling geldt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 en maakt het mogelijk kinderen van NBMV aan te sluiten bij de ziekteverzekering als het kind ten laste is van de niet-begeleide minderjarige ouder die zelf verzekerd is via de school of via een vrijstelling. Er moet echter nog altijd een koninklijk besluit worden opgesteld dat het recht op een verhoogde tegemoetkoming regelt voor de NBMV en hun kinderen. De minister had dat besluit nochtans aangekondigd, zodat de NBMV minder remgeld zouden moeten betalen en het OMNIO-statuut zouden krijgen. Voorts moeten zij ook niet meer steeds naar het OCMW om het remgeld te vragen, waardoor de administratieve rompslop voor de OCMW's ook afneemt.

Is de minister van plan het beloofde koninklijk besluit op korte termijn op te stellen? Wat is de streefdatum? Verwacht ze eventueel nog moeilijkheden in verband met dit aspect? Zolang het besluit niet in werking treedt, kan immers geen verhoogde tegemoetkoming worden uitgekeerd en is er ook geen sprake van het OMNIO-statuut.

M. Melchior Wathelet, secrétaire d'État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l'Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice. - Je vous lis la réponse de la ministre Onkelinx.

Le projet d'arrêté royal permettant l'octroi du droit à l'intervention majorée (le statut Omnio) aux mineurs d'âge non accompagnés et leurs enfants est actuellement en attente de l'accord ou du refus du secrétaire d'État au Budget, chez qui il se trouve depuis août dernier.

Je viens de lui adresser un nouveau rappel et d'un contact entre nos deux cabinets, il ressort que l'accord devrait être obtenu sous peu. En effet, des précisions complémentaires ont tout récemment été transmises par l'INAMI à l'administration du Budget et elles devraient permettre de clore rapidement ce dossier.

En tant que secrétaire d'État, je ne puis que confirmer cet élément. Ce dossier pourra être inscrit à l'agenda du conseil des ministres du 20 février prochain. Il existait en effet deux questions portant sur l'enveloppe budgétaire à charge de laquelle serait porté le coût de ce nouveau statut et l'estimation du nombre de personnes concernées était toujours en discussion. Depuis, les informations ont été transmises à mon cabinet cette semaine.

Je poursuis la lecture de la réponse de la ministre.

Après son adoption par le conseil des ministres, compte tenu de la demande d'avis au Conseil d'État et des autres formalités encore nécessaires avant la promulgation, il faut compter au moins deux mois.

Cela dit, ces retards, pour regrettables qu'ils soient, n'auront heureusement pas de conséquences négatives pour les personnes concernées. Leurs soins de santé sont d'ores et déjà pris en charge.

Enfin, en concertation avec la cellule stratégique du secrétaire d'État au Budget, nous avons également tiré les enseignements utiles de ce retard exceptionnel et mis en place une procédure pour éviter que cela se reproduise.

Ce que je confirme en tant que secrétaire d'État au Budget.

Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V). - Ik vind het jammer dat deze zaak een half jaar heeft aangesleept, maar toch ben ik blij te vernemen dat ze op de agenda van de Ministerraad van 20 februari staat en dat er dus een beslissing komt. Ik weet dat het besluit terugwerkende kracht zal hebben, maar dat geldt uiteraard niet voor de vermindering van de administratieve rompslomp voor de OCMW's.

Ik zou ook graag hebben dat de mensen die de verhoogde tegemoetkoming die samenhangt met het OMNIO-statuut niet hebben gekregen omdat het koninklijk besluit nog niet is opgesteld, deze alsnog met terugwerkende kracht krijgen. Er moet immers voor gezorgd worden dat de betrokkenen door het uitblijven van dat besluit geen schade zouden ondervinden.