4-28

4-28

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 8 MEI 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Institutionele Hervormingen en aan de minister van Migratie- en asielbeleid over «schijnhuwelijken» (nr. 4-281)

De voorzitter. - De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Financiën, antwoordt.

Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V-N-VA). - Ik heb vorige week een mondelinge vraag gesteld over schijnhuwelijken. Via mijn vraag om uitleg over hetzelfde onderwerp wens ik enkele bijkomende vragen te stellen.

De problematiek van de schijnhuwelijken staat opnieuw in de actualiteit. In een resolutie die ik heb ingediend en die ondertekend werd door meerderheid en oppositie, stel ik enkele maatregelen voor, onder meer:

Welke maatregelen plant de minister tegen de problematiek van de schijnhuwelijken?

Komt er een draaiboek dat in het hele land zal worden gebruikt? Wat zal dit draaiboek omvatten?

Hoeveel dossiers werden door de gemeenten in 2006 en 2007 doorgestuurd aan de DVZ?

Hoeveel huwelijken werden geweigerd op basis van het vermoeden van een schijnhuwelijk?

In hoeveel gevallen werd de verblijfsvergunning geweigerd of ingetrokken als gevolg van de weigering of nietigverklaring van een huwelijk?

Welke maatregelen werden genomen om de slachtoffers van een schijnhuwelijk op te vangen en te begeleiden?

Is er een verschil tussen het aantal dossiers dat werd doorgestuurd aan de parketten en het aantal dossiers dat werd doorgestuurd aan de DVZ?

Hoeveel dossiers werden door de gemeente voor advies doorgestuurd naar de procureur sinds de invoering van de nieuwe wet?

Hoeveel dossiers kregen een negatief advies? Resulteerde een negatief advies altijd in een weigering om het huwelijk te voltrekken?

Hoeveel veroordelingen werden uitgesproken op basis van de wet van 12 januari 2006? Welke sancties werden uitgesproken? Vorig jaar antwoordde toenmalig minister van Justitie Onkelinx dat één jaar na de wet nog geen enkele veroordeling was uitgesproken. Het interesseert mij ten zeerste te vernemen of 2,5 jaar later werk werd gemaakt van sancties. Zonder sancties is er immers geen goed beleid.

Werden alle door het parket geweigerde huwelijken doorgegeven aan de DVZ?

De heer Bernard Clerfayt, staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Financiën. - Ik lees het antwoord van de drie ministers.

Op de eerste twee vragen heeft mevrouw Lanjri vorige week reeds een antwoord gekregen.

De derde vraag gaat over het aantal dossiers dat de gemeenten in 2006 en 2007 naar de DVZ hebben overgezonden. Mijn antwoord daarop heeft enkel betrekking op de administratieve onderzoeken die het bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken in 2007 heeft uitgevoerd. De aanvraag voor een onderzoek kan zowel van een gemeente, de lokale politie als van het openbaar ministerie uitgaan. Dat onderscheid is afhankelijk van de werkwijze die in het gerechtelijk arrondissement wordt gevolgd.

In 2007 werden 7.775 administratieve onderzoeken naar voorgenomen huwelijken gedaan en 1.278 administratieve onderzoeken naar gesloten huwelijken. Voor 2006 kon het bureau Opsporingen enkel het aantal informatieaanvragen meedelen. Dat houdt in dat voor een administratief onderzoek er uitzonderlijk meerdere informatieaanvragen zijn. Teneinde mogelijke dubbeltellingen tegen te gaan wordt sinds 2007 het aantal administratieve onderzoeken als parameter gehanteerd. In 2006 waren er 5.474 informatieaanvragen voor voorgenomen huwelijken en 877 informatieaanvragen voor gesloten huwelijken.

Binnen de DVZ zijn ook andere diensten ter zake bevoegd, zoals de diensten Kort Verblijf, Lang Verblijf en Gezinshereniging. De vergaring van cijfergegevens blijft echter een probleem.

In een persbericht van 10 april 2008 deelde de politie wel cijfers mee over de schijnhuwelijken. Het persbericht vermeldt het aantal aanvragen voor een gemengd huwelijk tussen een EU-burger en een niet-Europese onderdaan. Ook het aantal gunstige adviezen of aanvragen waarin geen verdachte elementen aanwezig waren, werd vermeld.

In 2005 waren er 2.244 aanvragen en 985 gunstige adviezen. In 2006 waren er 5.474 aanvragen en 837 gunstige adviezen. In 2007 waren er 7.771 aanvragen en 812 gunstige adviezen.

De vierde vraag betreft het aantal huwelijken dat werd geweigerd op basis van het vermoeden van een schijnhuwelijk.

Volgens het bureau Opsporingen van de DVZ vormt het aantal weigeringen geen parameter die via elektronische weg kan worden teruggevonden. De bestanden vermelden immers steeds de meest recente stand van zaken in de procedure zodat kan worden nagegaan welke stappen nog moeten worden genomen. Daarenboven sturen niet alle gemeenten systematisch hun beslissingen door.

De vijfde vraag betreft het aantal gevallen waarin verblijfsvergunningen werden geweigerd of ingetrokken als gevolg van een weigering of nietigverklaring van een huwelijk.

Eerst moet worden opgemerkt dat een individuele motiveringsplicht moeilijk in parameters kan worden meegegeven. Daarenboven leidt een nietigverklaring of weigering niet automatisch tot een intrekking of een weigering wanneer de vreemdeling een andere wettelijke basis heeft om op het grondgebied te vertoeven.

De zesde vraag betreft de maatregelen die werden genomen om de slachtoffers van een schijnhuwelijk op te vangen en te begeleiden.

De DVZ heeft geen kennis van opvang van slachtoffers van schijnhuwelijken. De Dienst Strafrechtelijk Beleid stelt dat wat opvang en begeleiding van slachtoffers betreft, de meeste acties gericht zijn op mensenhandel en mensensmokkel, maar dat er weinig tot geen specifieke maatregelen voor slachtoffers van schijnhuwelijken bestaan.

De zevende vraag is of er een verschil is tussen het aantal dossiers dat werd doorgestuurd aan de parketten en het aantal dossiers dat werd doorgestuurd aan de DVZ.

Het bureau Opsporingen binnen de DVZ vermoedt dat er effectief een verschil bestaat, aangezien in bepaalde arrondissementen het parket de dossiers filtert en derhalve niet alle gevallen naar de DVZ stuurt. De vraag kan echter niet met zekerheid beantwoord worden aangezien de parketten noch systematisch, noch uniform de gevallen van schijnhuwelijken registreren en cijfers dus niet voorhanden zijn.

Op de achtste vraag, hoeveel dossiers door de gemeenten voor advies werden doorgestuurd naar de procureur sinds de invoering van de nieuwe wet, moet ik antwoorden dat dergelijke gegevens niet binnen het tijdsbestek van een vraag om uitleg kunnen worden verzameld. Dit geldt eveneens voor de negende vraag naar het aantal dossiers dat een negatief advies kreeg.

De spreker vroeg of een negatief advies altijd resulteerde in een weigering om het huwelijk te voltrekken. De DVZ is van oordeel dat een negatief advies niet dient te worden gevolgd door de ambtenaar van burgerlijke stand. Uitzonderlijk kan om bepaalde redenen het huwelijk toch worden gesloten.

De tiende vraag luidde hoeveel veroordelingen werden uitgesproken op basis van de wet van 12 januari 2006 en welke sancties werden opgelegd. Volgens de statistisch analisten van het College van procureurs-generaal worden zaken met betrekking tot schijnhuwelijken systematisch noch uniform door de parketten geregistreerd op het niveau van de rechtbanken van eerste aanleg. Derhalve kunnen geen betrouwbare statistische gegevens worden verstrekt met betrekking tot dit fenomeen. De problematische registratie wordt onder meer veroorzaakt door de verwarring die bestaat tussen de burgerlijke en strafrechtelijke procedures in deze materie. Op vraag van het College van procureurs-generaal werd een werkgroep opgericht, in eerste instantie met het oog op het opstellen van een draaiboek met betrekking tot schijnhuwelijken. In een tweede fase zal hij zich buigen over de problematiek van de registratie en het verzamelen van gegevens.

Het bureau Opsporingen binnen de DVZ deelde mee dat er naar hun weten nog geen enkele strafrechtelijke veroordeling is geweest. Verschillende redenen zouden hieraan ten grondslag liggen, maar de vaststelling dat de straffen en in het bijzonder de geldboeten lachwekkend zijn, in tegenstelling tot het financiële gewin van de partij te kwader trouw, zou hieraan niet vreemd zijn.

Tot slot vroeg de spreker of alle geweigerde huwelijken werden doorgegeven aan de DVZ. Het bureau Opsporingen binnen de DVZ stelt van niet, hoewel de meeste gemeenten die goed meewerken wel zorgen voor een transmissie naar de DVZ. Het gebeurt dan wel dat deze weigeringen per pakket worden verstuurd, waardoor sommige ervan enkele weken of maanden oud kunnen zijn.

Mevrouw Nahima Lanjri (CD&V-N-VA). - Het antwoord van vorige week stemde me alleszins optimistischer. Nu blijkt dat voor de strijd tegen schijnhuwelijken nog heel wat moet gebeuren, onder meer op het vlak van het verzamelen van statistieken. Weten is meten, maar uit het antwoord maak ik op dat gemeenten gegevens over schijnhuwelijken niet systematisch verzamelen en doorsturen naar de DVZ. Zelfs op de vraag hoeveel dossiers voor advies werden overgemaakt kan niet worden geantwoord, ook niet met cijfermateriaal over het voorbije jaar. Mijn vraag dateert nochtans al van vorige week en deze gegevens zijn toch eenvoudig op te vragen.

Ik betreur dat nog steeds geen werk werd gemaakt van een meldpunt of van de opvang van slachtoffers van een schijnhuwelijk. Bovendien blijkt uit het antwoord dat ondanks de goedkeuring, meer dan twee jaar geleden, van de wetgeving die tot doel had schijnhuwelijken af te schrikken, volgens het bureau Opsporingen binnen de DVZ tot op heden nog geen enkele strafrechtelijke veroordeling werd uitgesproken.

Die wet blijft dus dode letter. Dat kan natuurlijk niet. Er wordt gezegd dat de boetes lachwekkend laag zijn. Ik wil er toch op wijzen dat niet alle schijnhuwelijken voor geld worden afgesloten. Soms is een van beide partners te goeder trouw en komt er geen geld aan te pas. Bovendien is de beste sanctie niet een boete, maar de vernietiging van het huwelijk en bijgevolg het intrekken van de verblijfsvergunning. Als er geen basis is voor een huwelijk is er immers ook geen basis voor een verblijf. Het is dus wel belangrijk om veroordelingen uit te spreken en huwelijken nietig te verklaren. Op die manier kunnen we slachtoffers van schijnhuwelijken beschermen. Ook belangrijk is het de misbruiken van het systeem van gezinshereniging in ons land te stoppen. Zolang we niet zorgen dat de wet werkt, is er een probleem. Ik hoop dus dat de bevoegde ministers zeer snel werk maken zowel van de dataverzameling, als van de sanctionering, het uniformeren van de aanpak, het beleid en de bescherming van de slachtoffers.