4-19

4-19

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 6 MAART 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Pol Van Den Driessche aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen, aan de minister van Binnenlandse Zaken en aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven over «de naleving van de taalwetten inzake uitschrijven en inning van boetes» (nr. 4-180)

De voorzitter. - De heer Jo Vandeurzen, minister van Justitie, antwoordt.

De heer Pol Van Den Driessche (CD&V-N-VA). - Ik stel vast dat op het overschrijvingsformulier van boetes uitgeschreven in Brugge het Frans wordt gebruikt. Mijns inziens is dit strijdig met de taalwetten, die stellen dat de communicatie tussen overheid en burger in een eentalig gebied uitsluitend in de taal van dat gebied moet verlopen. Ik tracht nu al weken te weten te komen wie mij kan bevestigen of dit al dan niet strijdig is met de taalwetten.

De korpschef van de Brugse politie wist het niet en zei me dat hij het aan het parket zou vragen. De procureur liet mij weten dat ik misschien wel gelijk heb, maar dat hij geen tijd heeft om het uit te zoeken.

De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, de heer Keulen, antwoordde dat hij niet bevoegd is. Minister Dewael antwoordde dat het de bevoegdheid is van de minister van Financiën, omdat overschrijvingsformulieren door De Post worden opgesteld en verstuurd.

Ik zou eindelijk een antwoord willen, want in de Brugse gemeenteraad is er ook discussie over ontstaan. Sommigen hebben gezegd dat het inderdaad onwettig is en dat die boetes niet moeten worden betaald.

Worden de taalwetten in deze gerespecteerd? Zo niet, wat zijn daarvan de gevolgen? Welke maatregelen zal de minister nemen om de taalwetten te doen naleven?

(Voorzitter: de heer Marc Verwilghen, ondervoorzitter.)

De heer Jo Vandeurzen, minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van de minister.

Vooreerst wil ik verduidelijken hoe na een proces-verbaal de overschrijvingsformulieren tot betaling van de onmiddellijke inning opgestuurd worden.

De federale politie verzamelt de gegevens van de verschillende lokale politiezones, brengt ze samen in één bestand en verzendt ze voor druk naar De Post. De gegevens worden doorgegeven aan een filiaal van De Post, SPEOS NV, die de effectieve productie van de documenten verzorgt. SPEOS drukt de data, die door de federale politie gestuurd worden, zonder enige interpretatie. Alleen kiest SPEOS de taal (Frans, Nederlands of Duits) van de te gebruiken voorgedrukte formulieren op basis van een taalcode die meegegeven wordt in het bestand van de federale politie.

Door een menselijke fout werd onlangs verkeerd voorgedrukt papier gebruikt, waardoor personen in Brugge en Grimbergen een document ontvangen hebben met een Franstalige vermelding. Dit werd onmiddellijk rechtgezet. De Post en haar filiaal SPEOS hebben de nodige maatregelen genomen om deze fouten tot een strikt minimum te beperken. De Post ziet toe op de strikte naleving van de taalwet.

De wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken bepaalt dat in strafzaken de taal moet gebruikt worden die gehanteerd wordt bij de rechtbank waar deze zaken aanhangig kunnen worden gemaakt. Is dit niet het geval, dan wordt het gebruikte stuk als nietig beschouwd. De fout kan evenwel rechtgezet worden door een nieuw overschrijvingsformulier toe te zenden, zodat de overtreder de geldboete niet noodzakelijk ontloopt.

Zoals reeds gezegd, staat De Post en meer in het bijzonder haar filiaal SPEOS in voor het versturen van de overschrijvingsformulieren. Deze dienst is dan ook verantwoordelijk voor het gebruik van de juiste documenten. De minister die bevoegd is voor deze dienst, dient de nodige maatregelen te nemen opdat deze fout door SPEOS in de toekomst vermeden kan worden.

De heer Pol Van Den Driessche (CD&V-N-VA). - Betekent dit dat er geen boetes op foute documenten meer zullen worden gestuurd? Wat moeten mensen die zo'n document hebben ontvangen, nu doen?

De heer Jo Vandeurzen, minister van Justitie. - Dat heb ik al gezegd in het antwoord.