4-12 | 4-12 |
De voorzitter. - De heer Jo Vandeurzen, minister van Justitie, antwoordt.
De heer Joris Van Hauthem (VB). - Ik stel deze vraag niet om het debat te openen over het tweekamerstelsel.
Mijn vraag handelt over een hoofdstuk uit de communautaire nota van Guy Verhofstadt, die hier blijkbaar optreedt als privépersoon en niet als premier, over het tweekamerstelsel.
Ik vind het wel kras dat het hoofdstuk aanvangt met de vaststelling dat het evocatierecht niet werkt. De vaststelling is correct, alleen vergeet de heer Verhofstadt dat de paarsgroene meerderheid acht jaar lang het evocatierecht heeft misbruikt in de zin van zo vlug mogelijk evoceren om niet te hoeven amenderen.
Daarover gaat mijn vraag echter niet. Wel over de vaststelling dat Guy Verhofstadt opnieuw een politiek akkoord van 26 april 2002 uit de mottenballen heeft gehaald en opnieuw pleit voor een Senaat die niet meer rechtstreeks verkozen is, alleen uit gemeenschapssenatoren bestaat en paritair zou worden samengesteld. De Senaat zou volgende bevoegdheden hebben: de verklaring tot herziening van de Grondwet, de wijziging van de Grondwet, de coördinatie van de Grondwet, de bijzondere meerderheidswetten voor in de Grondwet aangeduide aangelegenheden, de benoemingen in de Raad van State en het Grondwettelijk Hof, de goedkeuring van de gemengde verdragen en de multilaterale samenwerkingsakkoorden met een meerderheid in elke taalgroep. De paritair samengestelde Senaat zou daarnaast een controlerende rol spelen inzake het respect voor de rechten en de belangen van de gemeenschappen en gewesten en tevens alle ontwerpen en aanbevelingen die hij nuttig acht aanhangig kunnen maken bij de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Het akkoord van april 2002 wordt dus opnieuw opgevist in de nota die bestemd is voor het Octopusoverleg. Ik kan mij onmogelijk voorstellen dat CD&V die voorstellen kan aanvaarden, gelet op de heftigheid waarmee de partij ze in 2002 heeft bestreden. Als dit akkoord wordt uitgevoerd, krijgen de Franstaligen een bijkomende blokkeringsmogelijkheid. De Senaat zou bestaan uit de twee gemeenschappen waar 60 gelijk is aan 40, waar 60% van de Vlamingen wordt gelijkgesteld met 40% Walen. Ook de verdragsbevoegdheid van gemeenschappen en gewesten wordt uitgehold.
Ik citeer Luc Van den Brande die op 7 mei 2002 in het Vlaams Parlement verklaarde: `Als we zoals voorgesteld door de federale meerderheid, besluiten gemengde en multilaterale verdragen toe te vertrouwen aan een paritair samengestelde Senaat, draaien wij de klok terug. Wat het Sint-Michielsakkoord uniek maakt is de mogelijkheid om interne bevoegdheden extern uit te oefenen.'
Ik kan onmogelijk aannemen dat de minister van Institutionele Hervormingen dit akkoord, dat een kopie is van het akkoord van april 2002, zou kunnen aanvaarden als uitgangspunt voor een bespreking van de hervorming van het tweekamerstelsel. Ik had gaarne het standpunt van de minister van Institutionele Hervormingen en gewezen minister-president van de Vlaamse regering daaromtrent gehoord.
De heer Jo Vandeurzen, minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van minister Leterme.
De heer Verhofstadt zelf heeft reeds herhaaldelijk benadrukt dat het om een persoonlijke nota gaat. De inhoud bindt noch de federale regering, noch de ministers die bevoegd zijn voor de institutionele hervormingen.
De werkgroep Staatshervorming zal vanaf volgende week dinsdag voorstellen voor een institutionele hervorming uitwerken. Hierbij zullen de instellingen en de werking van het tweekamerstelsel ongetwijfeld ter sprake komen.
Ik heb als minister van Institutionele Hervormingen de opdracht die werkzaamheden tot een goed einde te brengen. Het is dan ook beter dat ik niet op de resultaten van die werkzaamheden vooruitloop door nu al standpunten in te nemen over onderwerpen die in de werkgroep ter sprake zullen komen.
De voorzitter. - Ik feliciteer de minister met zijn eerste speech in de Senaat.
De heer Joris Van Hauthem (VB). - Ik had dit antwoord wel verwacht, maar toch wil ik weten wat nu juist het statuut is van de nota van premier Verhofstadt.
De heer Wouter Beke (CD&V-N-VA). - Het is een non-paper.
De heer Joris Van Hauthem (VB). - Dan is dat al duidelijk. Als elke minister die nota afdoet als een persoonlijk initiatief dat niemand bindt en zelfs geen uitgangspunt is, dan vraag ik me af wat het nut van die tekst dan wel mag zijn.
Dat klopt natuurlijk niet: de nota is wel degelijk een uitgangspunt. Blijkbaar heeft men beslist dat alles zal worden bedisseld in een miniparlement waarin sommige partijen zijn uitgenodigd en andere niet. Ik vrees dan ook het ergste.
Ik kan dan ook geenszins tevreden zijn met het antwoord van minister Leterme, temeer daar zijn eigen partij zich in 2002 fel heeft verzet tegen het akkoord dat de heer Verhofstadt nu opnieuw in zijn nota heeft overgenomen.