4-490/3

4-490/3

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

21 DECEMBER 2007


Wetsontwerp tot wijziging van artikel 161 van het Wetboek der successierechten


Evocatieprocedure


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN EN VOOR DE ECONOMISCHE AANGELEGENHEDEN UITGEBRACHT DOOR

MEVROUW VIENNE


I. INLEIDING

Dit optioneel bicameraal wetsontwerp werd in de Kamer van volksvertegenwoordigers oorspronkelijk ingediend als een wetsvoorstel van de heer de Donnea c.s. (stuk Kamer, nr. 52-537/1).

Het werd op 20 december 2007 aangenomen door de Kamer van volksvertegenwoordigers, met 86 stemmen voor bij 41 tegen.

Het werd op 20 december 2007 overgezonden aan de Senaat en op 21 december geëvoceerd.

De commissie heeft de bovenvermelde bepalingen besproken tijdens haar vergadering van 21 december 2007.

II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE MINISTER VAN FINANCIËN

Voordat artikel 342 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen in werking trad, verwees artikel 161 van het Wetboek der successierechten naar artikel 108, eerste lid, 1º en 2º, van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten.

Sinds dat artikel 342 in werking is getreden (op 1 januari 2007), wordt verwezen naar artikel 6, 1º en 2º, van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles.

Die wijziging leidt er onbedoeld toe dat de jaarlijkse taks op de instellingen voor collectieve belegging, op de kredietinstellingen en op de verzekeringsondernemingen voortaan ook van toepassing is op private privaks. Die privaks vallen nu onder het toepassingsgebied van artikel 6, 1º en 2º, van de genoemde wet van 20 juli 2004, terwijl ze voordien omvat waren in artikel 108, eerste lid, 4º, van de genoemde wet van 4 december 1990.

Met dit wetsontwerp wordt de onbedoelde uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet ongedaan gemaakt.

III. ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING

Mevrouw Vienne c.s. dient een amendement in (St. Senaat, 4-490/2, amendement nr. 1) dat ertoe strekt om het voorgestelde artikel 2 als volgt aan te vullen : « , mits die private privaks beantwoorden aan de in artikel 76 van dezelfde wet bedoelde ethische, sociale en leefmilieuaspecten; »

Spreker verwijst vervolgens naar haar schriftelijke verantwoording.

De vertegenwoordiger van de minister antwoordt dat voorgestelde bepaling er slechts toe strekt om een materiële vergissing recht te zetten. Het aanvaarden van het amendement zou het doel van het ontwerp verbreden. Bovendien bepaalt artikel 76 van de bedoelde wet reeds dat er moet gepubliceerd worden en dat er moet geïnformeerd worden over het respecteren van bedoelde aspecten. De spreker ziet dan ook niet goed de meerwaarde in van het amendement en hij vraagt om het niet te aanvaarden.

De heer Dallemagne verklaart het eens te zijn met het principe. Hij stelt dat het echter slechts een tekstverbetering betreft en hij verwijst naar het gegeven dat slechts 2 privaks onder het toepassingsveld van de bepaling ressorteren. Hij acht het dan ook onevenwichtig om net deze bepaling als dusdanig aan te passen.

Mevrouw Vienne repliceert dat vanuit een princiepskwestie moet worden gestart met, daar waar het mogelijk is, het aanpassen van de algemene wetgeving opdat er meer rekening gehouden wordt met ethische, sociale en leefmilieuaspecten. Het is opportuun om hier te beginnen.

IV. STEMMINGEN

Amendement nr. 1 wordt verworpen met 6 tegen 3 stemmen.

Het wetsontwerp wordt aangenomen met 6 tegen 2 stemmen bij 1 onthouding.


Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor een mondeling verslag in plenaire vergadering.

De rapporteur, De voorzitter,
Christiane VIENNE. Wouter BEKE.

De tekst door de commissie aangenomen is dezelfde als die overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers (zie stuk Kamer, nr. 52-0537/004)