4-1COM | 4-1COM |
Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik wil mijn afkeuring uitspreken over het feit dat mijn mondelinge vraag, die door het bureau was goedgekeurd, vandaag niet wordt behandeld. Ik had een vraag tot de eerste minister ingediend over de budgettaire wantoestanden op het departement Defensie en de positie van minister Flahaut. De eerste minister weigert op mijn vraag te antwoorden omdat ze niet tot zijn bevoegdheid zou behoren. Mocht dat zo zijn, dan had hij zich kunnen laten vervangen door een andere minister, bijvoorbeeld de minister van Begroting.
Mijnheer de voorzitter, ik vraag u een oplossing te zoeken voor dit soort surrealistische toestanden. De aanslepende regeringsonderhandelingen vormen op zich al een probleem voor ons land, maar de Senaat moet erop staan als een volwaardig parlement te kunnen werken en controle te kunnen uitoefenen op de regering, ook op een regering van lopende zaken.
De voorzitter. - De minister van Landsverdediging, over wiens beleid uw vraag handelt, wilde zelf antwoorden. Dat was zo in het bureau overeengekomen. Minister Flahaut is echter vannamiddag verhinderd omdat hij een NAVO-vergadering bijwoont. U begrijpt dat zoiets voorrang heeft.
De eerste minister heeft dan beslist om niet zelf op deze vraag te antwoorden. Deze beslissing van de eerste minister heeft niets te maken heeft met de beslissing van het bureau van de Senaat. In afwachting van het aantreden van een nieuwe regering kunnen de senatoren vragen over lopende zaken stellen, waarop de bevoegde ministers of hun vertegenwoordigers komen antwoorden.
De heer Joris Van Hauthem (VB). - Ik wil nog even de zaken duidelijk stellen.
Wij hebben in het bureau inderdaad beslist om alleen vragen over lopende zaken te behandelen. We hebben dan op een correcte manier de vragen overlopen om te bepalen welke over lopende zaken gaan. Iedereen was het daarover ongeveer eens. Omdat de regering weigert in de plenaire vergadering op deze vragen te antwoorden, hebben we iets artificieels als deze verenigde commissies moeten installeren.
Het Parlement geeft zich wel degelijk rekenschap van de bijzondere situatie, maar staat tegenover een regering waarvan de eerste minister zegt dat hij niet op een aan hem gestelde vraag antwoordt en ook geen vervanger stuurt, terwijl diezelfde regering wel aan het parlement vraagt om heel snel twee wetsontwerpen goed te keuren.
Welnu, ik vind dat het evenwicht in deze situatie zoek is en onze fractie wenst, mijnheer de voorzitter, dat u dat aan de regering laat weten.
De voorzitter. - Alles wat moet worden meegedeeld, zeg ik ook aan de regering.
Gelooft u dat niet, mijnheer Coveliers?
De heer Hugo Coveliers (VB). - Ik denk dat u misschien veel zegt, maar zeker niet alles.
De voorzitter. - Ik merk wel op dat de regering kan beslissen om niet in de Senaat te antwoorden. De Senaat kan de regering niet dwingen om naar een vergadering te komen. Dat is nu eenmaal een verschil tussen Kamer en Senaat.