(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) werd opgericht bij wet van 16 december 2002.
Volgens artikel 4 van deze wet is het instituut onder meer bevoegd om :
1 de studies en onderzoeken betreffende gender en gelijkheid van vrouwen en mannen te verrichten, ontwikkelen, ondersteunen en coördineren, en de impact van de concrete beleidslijnen, programma's en maatregelen vanuit genderperspectief te evalueren;
2 aanbevelingen te richten tot de overheid ter verbetering van de wetten en reglementeringen, met toepassing van artikel 3;
3 aanbevelingen te richten tot de overheid, privé-personen of instellingen naar aanleiding van de resultaten van de onder 1 vermelde studies en onderzoeken;
4 ondersteuning en bijstand te organiseren aan de verenigingen die actief zijn op het vlak van gelijkheid van vrouwen en mannen, of voor projecten tot bevordering van gelijkheid van vrouwen en mannen;
5 binnen de perken van zijn doel, hulp te verlenen aan iedereen die om raad vraagt in verband met de omvang van zijn rechten en verplichtingen. Die hulp laat toe aan de betrokkene om inlichtingen en raadgevingen over de middelen die hij/zij kan aanwenden om zijn/haar rechten te doen gelden, te verkrijgen.
Daarom kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen :
1. Heeft het IGVM in 2004 een aanbeveling gericht aan uw departement ?
1.1. Zo ja, welke en waarom ?
1.2. In hoeverre heeft u in uw beleid rekening gehouden met de aanbevelingen ?
2. Is er in de loop van het jaar 2004 enige vorm van samenwerking of overleg geweest tussen uw diensten en het IGVM ? Zo ja, welke ? Zo neen, waarom niet ?
Antwoord : Sinds de komst van de directie van het IGVM in februari 2004 is er voortdurend overlegd met de voogdijminister en zijn medewerk(st)ers, zowel over het ontwikkelingsplan van het Instituut, opgesteld met de hulp van een adviesbureau (goedgekeurd door de Raad van bestuur in maart 2005), als over de politieke en administratieve voorbereiding van « Peking +10 », de opvolging van Europese dossiers (zoals het Europees project Progress) en Belgische dossiers zoals de evenwichtige aanwezigheid in de adviesorganen, het voorontwerp van de wet inzake gender mainstreaming, en de tenuitvoerlegging van het tweede Nationaal Actieplan ter bestrijding van partnergeweld 2004-2007, waarin aandacht wordt geschonken aan de problematiek van de daders.
De samenwerking tussen het IGVM en de minister ging ook over een nieuw reglement inzake subsidies, maar ook over dossiers zoals de provinciale coördinatrices en de voorbereiding van de verhuis met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (van de Belliardstraat naar de Ernest Blerotstraat).
Los van de concrete dossiers waarover veelvuldig overleg is gepleegd (acties in het kader van tewerkstelling : loonkloof, het project EVA; acties in uitvoering van het NAP partnergeweld; acties in het kader van wetgevende initiatieven : het ontwerp van wet gender mainstreaming, de voorstellen van wet in het kader van antidiscriminatie, ...), is er regelmatig strategisch overleg gepleegd met de beleidscel van de minister over de belangrijkste problemen met betrekking tot het federale gelijke kansenbeleid.