Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-66

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen

Vraag nr. 3-3503 van mevrouw de Bethune d.d. 13 oktober 2005 (N.) :
Gelijke kansen voor mannen en vrouwen in de federale diensten. — Positieve acties. — Coördinatie. — Werkjaar 2004.

Het koninklijk besluit van 27 februari 1990 houdende maatregelen tot bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen in de overheidsdiensten bepaalt dat de algemene begeleiding van de gelijke-kansenplannen berust bij een commissie samengesteld uit de ministers of staatssecretarissen die het openbaar ambt, binnenlandse zaken, sociale zaken, pensioenen, tewerkstelling en arbeid en maatschappelijke emancipatie tot hun bevoegdheid hebben, alsook uit leden van de gemeenschappen en gewesten. Deze commissie legt elk jaar een rapport voor aan de regering, de executieven van de gemeenschappen en de gewesten en aan het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten.

Naast deze begeleidingscommissie houdt ook een federale coördinator zich bezig met de coördinatie van het gelijke-kansenbeleid van de verschillende federale diensten.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Welke waren de krachtlijnen van de conclusies van het laatste jaarrapport en wanneer werd dit bij de wetgevende kamers neergelegd ?

2. Wat was de kalender en de agenda van de federale begeleidingscommissie van de gelijke-kansenplannen voor het jaar 2004 ?

3. Wie werd aangewezen als federaal coördinator ?

4. Heeft deze coördinator een gender training of een andere opleiding genoten ?

Antwoord : De tenuitvoerlegging van positieve acties bij de federale overheid is sterk geëvolueerd sinds de publicatie van het koninklijk besluit van 27 februari 1990 en meer in het bijzonder sinds de federale regering zich toelegt op de integratie van het genderperspectief in het geheel van het gevoerde beleid. Het systeem dat door het bovengenoemde besluit werd ingevoerd heeft het voorwerp uitgemaakt van een evaluatie, die besloot met de opportuniteit van de integratie van de als positieve acties voor het personeel van het federaal openbaar ambt genomen maatregelen in het personeelsbeleid onder het gezag van de minister van Ambtenarenzaken. Deze integratie is meer in het bijzonder gebeurd door middel van de invoering van een luik gelijkheid mannen-vrouwen in het op mijn initiatief binnen het federaal openbaar ambt gevoerde project « Diversiteit ».

Met het oog op de doeltreffendheid werd het netwerk van positieve-actieambtenaren van de federale overheidsdiensten derhalve geïntegreerd in het netwerk van de ambtenaren die instaan voor de begeleiding van het diversiteitsproject.

De leden van het netwerk in kwestie werden uitgenodigd voor een afsluitende vergadering op 3 mei 2005.

Tijdens die vergadering kregen ze alle informatie over het nieuwe project inzake diversiteit en, voor de leden van dit netwerk die geen deel uitmaken van een FOD of een federale overheidsinstelling, ook over de initiatieven van het netwerk voor provinciale coördinatie en van de gemeenschappen. Deze informatie werd verspreid met de medewerking van de betrokken diensten om zo de leden van het netwerk « positieve acties » die niet werden opgenomen in het netwerk « Diversiteit » toe te laten om mee te werken aan de op hun machtsniveau ontwikkelde initiatieven.

Het is evident dat deze wijzigingen de voorschriften van het koninklijk besluit van 27 februari 1990 in de praktijk onwerkzaam maken. Dit besluit zou ofwel moeten worden aangepast aan de situatie na de evaluatie van het project « diversiteit » na afloop ervan, ofwel moeten ingetrokken worden.