Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-65

ZITTING 2005-2006

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen

Vraag nr. 3-4610 van Wouter Beke d.d. 3 maart 2006 (N.) :
Slachtofferfonds cadmium.

De oprichting van een slachtofferfonds voor cadmium wordt onderzocht, naar analogie met het slachtofferfonds voor asbest.

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de oprichting van dit fonds ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid als volgt te antwoorden.

In tegenstelling tot de risico's van asbest worden de risico's van cadmium nog altijd onderzocht.

In 1997 beslistte Europa in het kader van de Europese verordening 793/93/EG van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen (Pb 084, 5 april 1993, blz. 1) om cadmium op de derde lijst van prioriteitsstoffen te plaatsen (verordening van de Commissie 143/97 van 27 januari 1997 Pb 025, 28 januari 1997 blz. 0013-0014).

België werd in dit kader aangewezen als Lidstaat-rapporteur voor de stoffen Cadmium en Cadmiumoxide.

Het eindevaluatieverslag van de risico's betreffende beide stoffen werd nog niet officieel op Europees vlak goedgekeurd. De huidige stand van het dossier kan u vinden op volgende site (http://ecb.jrc.it/esis/esis.php?PGM=ora).

Echter, aangezien in 2004 reeds bepaalde risico's werden geïdentificeerd, heeft België een risicoreductiestudie opgestart, en wij hopen in de loop van dit jaar aan de Europese Commissie en aan de andere lidstaten de vorderingsstaat van onze studie te kunnen voorleggen.

Beroepsziekten veroorzaakt door cadmium en zijn verbindingen worden reeds door het fonds voor beroepsziekten gedekt.

Cadmium en zijn verbindingen zijn opgenomen in de lijst van chemische stoffen, waarvoor de beroepsziekten aanleiding geven tot schadeloosstelling (koninklijk besluit van 28 maart 1969 en de wijzigingen ervan — Belgisch Staatsblad van 4 april 1969).

De eventuele oprichting van een bijzonder fonds voor cadmiumslachtoffers wordt thans niet overwogen. Immers, tal van andere chemische stoffen houden risico's in of kunnen risico's inhouden voor de gezondheid en het leefmilieu, maar het is niet mogelijk om voor elk van hen een bijzonder fonds op te richten.

Bovendien vestig ik de aandacht van het geachte lid op de praktische moeilijkheden om dergelijk fonds op te richten : het identificeren van bijdragers en voorwaarden voor de tegemoetkoming van het Fonds blijven vragen waarop ik, in de huidige stand van het dossier, geen antwoord kan geven.