3-164

3-164

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 11 MEI 2006 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Sabine de Bethune aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over «de organisatie en de resultaten van het diplomatieke examen 2005» (nr. 3-1612)

De voorzitter. - Mevrouw Gisèle Mandaila Malamba, staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, antwoordt.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Ik heb de minister van Buitenlandse Zaken enkele dagen geleden een vraag in dezelfde zin gesteld. Hij kon niet antwoorden op dit deel van de vraag en verwees mij naar de minister van Ambtenarenzaken. Daarom kom ik terug op het diplomatieke examen 2005 dat door SELOR werd georganiseerd en dat in oktober 2005 plaatsvond.

Ik pleit al jaren voor een doorlichting van de Belgische diplomatieke loopbaan en de opmaak van een actieplan om genderevenwicht na te streven op alle niveau's. Gezien het beperkte aantal vrouwelijke stagiaires en diplomaten moet men dringend aandacht besteden aan de instroom. Één van de problemen bestaat erin dat zich niet voldoende vrouwen inschrijven voor het examen.

Hoeveel vrouwelijke kandidaten hebben deelgenomen aan de selectieproef voorafgaand aan het diplomatieke examen? Hoeveel waren er geslaagd voor deze proef? Hoeveel vrouwen hebben deelgenomen aan het diplomatieke examen, opgesplitst volgens de verschillende proeven? Hoeveel vrouwen waren er geslaagd? In welk stadium bevindt het diplomatieke examen zich op dit moment?

Welke initiatieven heeft de minister genomen om vrouwen aan te moedigen om aan het diplomatieke examen deel te nemen? SELOR heeft een affichecampagne gevoerd om vrouwen aan te spreken voor topfuncties bij de federale overheid. Heeft SELOR iets gelijkaardigs gedaan voor de instroom in de diplomatieke carrière? Werd hieromtrent overleg gepleegd met het departement Buitenlandse Zaken?

Mevrouw Gisèle Mandaila Malamba, staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Ik lees het antwoord van minister Dupont.

De selectieprocedure voor de diplomaten is vastgelegd in het KB van 25 april 1956. De verschillende stappen in de procedure zijn meer gericht op de kennis over onder meer internationale aangelegenheden, dan dat er competenties geëvalueerd worden. Daarom is deze selectie al atypisch ten opzichte van al de andere selecties die door SELOR georganiseerd worden.

De resultaten van de verschillende onderdelen van deze selectie zijn eveneens atypisch, meer bepaald het slaagpercentage van de vrouwen is in deze selectie vrij laag. Als we kijken naar het slaagpercentage voor mannen en vrouwen voor de andere selecties in 2005, blijkt dat 36,4% vrouwen zijn geslaagd en 35,6% mannen. Er is dus ongeveer een gelijkheid in slaagpercentage tussen mannen en vrouwen.

Als minister van Gelijke Kansen, waak ik erover dat er een gelijkheid is tussen vrouwen en mannen. In dit opzicht wil ik dan ook verdere actie ondernemen om samen met het departement Buitenlandse Zaken te bekijken hoe we het koninklijk besluit kunnen aanpassen, waardoor vrouwen betere slaagkansen zouden kunnen krijgen.

Ik geef een overzicht van de diverse etappes in de selectieprocedure van de diplomaten. Ik kan ook een tabel overhandigen waarop kan worden nagegaan hoeveel mannen en vrouwen er geslaagd zijn voor de onderdelen die reeds afgenomen zijn.

De eerste proef is een voorselectie met schriftelijke meerkeuzevragen die betrekking hebben op de volgende materies: geschiedenis van de internationale betrekkingen vanaf 1815, internationale actualiteit, internationaal publiek recht en geschiedenis van België en zijn positie in de wereld. Deze vragen werden integraal opgemaakt door een selectiecommissie met daarin uitsluitend leden vanuit Buitenlandse Zaken. SELOR voerde hierop een kwaliteitscontrole uit. De antwoorden voor deze proef werden op een anonieme manier verbeterd, na analyse van de vragen. De resultaten van de voorselectie werden meegedeeld aan Buitenlandse Zaken.

Voor de tweede proef kregen de kandidaten een voordracht te horen die zij moesten samenvatten en commentariëren. Dit examengedeelte werd door twee commissieleden onafhankelijk van elkaar beoordeeld.

Het schriftelijke gedeelte van het examen over de kennis van het Engels is reeds afgerond. Het mondelinge gedeelte vindt plaats op 11 en 15 mei voor de Nederlandstalige kandidaten. Voor de Franstalige kandidaten is dit reeds voorbij. Er volgt nu nog een schriftelijke en mondelinge proef Frans voor de Nederlandstalige kandidaten begin juni. De proef Nederlands voor de Franstalige kandidaten is eveneens voorzien voor begin juni.

Als laatste is er een mondeling gedeelte dat voor beide taalrollen zal plaatsvinden eind juni. De lijst van geslaagden zal beschikbaar zijn in de eerste helft van juli 2006.

Vanaf het begin en doorheen het ganse proces, is er intens overleg geweest tussen de FOD Buitenlandse Zaken en SELOR. Zij organiseerden samen een infoavond, die tot doel had de functie verder toe te lichten en de vrouwelijke kandidaten aan te moedigen om zich in te schrijven.