3-145

3-145

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 12 JANUARI 2006 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Sabine de Bethune aan de minister van Buitenlandse Zaken over «de situatie in Noord-Uganda» (nr. 3-1247)

De voorzitter. - De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister, antwoordt namens de heer Karel De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Het conflict in het Noorden van Uganda sleept nu al negentien jaar aan en is daarmee het langst durende conflict in Afrika. De humanitaire situatie voor de bijna 2 miljoen mensen die nog steeds in kampen voor intern ontheemden wonen, is ernstig. Een recente toename van de gewelddadige aanvallen in Noord-Uganda heeft ertoe geleid dat de VN-missies ter plaatse zijn gestaakt. Dat is een zeer verontrustende zaak. Sedert het begin van het conflict werden in de VN-Veiligheidsraad meer dan duizend resoluties goedgekeurd. Geen enkele daarvan heeft de situatie in Uganda aangekaart.

Het Internationale Strafhof heeft op 13 oktober 2005 een eerste aanhoudingsbevel uitgevaardigd tegen vijf bevelhebbers van de Lord's Resistance Army, LRA. Volgens sommigen riskeren die arrestaties de broze vredesonderhandelingen in het gedrang te brengen.

In november 2005 trok een delegatie van de VN-Veiligheidsraad naar Uganda voor een ontmoeting met president Museveni. De delegatie zou het onder andere hebben gehad over de inspanningen van de Ugandese overheid voor toegang van humanitaire hulpverleners tot de kampen en over de implementatie van de arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof. Speciaal VN-adviseur van het Hoog Commissariaat voor de vluchtelingen, Dennis McNamara, verklaarde onlangs dat internationale druk essentieel is om de oorlog in Noord-Uganda te beëindigen. Het conflict is een van de belangrijkste vergeten conflicten ter wereld. De VN is van plan de aanwezigheid van VN-missies te verhogen en het aantal humanitaire programma's te vermeerderen.

De EU-Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 7 november 2005 roept alle partijen op hun inspanningen ter bevordering van regionale samenwerking, veiligheid en stabiliteit in Noord-Uganda op te voeren.

Graag had ik van de minister vernomen tot welke conclusies de delegatie van de VN-Veiligheidsraad is gekomen. Deelt hij de mening dat het, gezien de humanitaire crisis in Uganda, nodig is om de situatie in dat land op de agenda van de Veiligheidsraad te krijgen? Uganda is een partnerland van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Welke concrete initiatieven zal de minister op de begrotingen voor conflictpreventie en maatschappijopbouw inschrijven?

De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister. - De minister deelt de bezorgdheid van mevrouw de Bethune voor het conflict in het Noorden van Uganda dat nu al bijna 20 jaar aansleept. De dramatische humanitaire situatie is het resultaat van de burgeroorlog die wordt gevoerd door het Lord's Resistance Army, LRA.

De minister gaat er evenwel niet mee akkoord om het conflict als een vergeten conflict te bestempelen. Bewijzen daarvan zijn de zending van de VN-Veiligheidsraad van 4 tot 11 november en de arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof tegen de LRA-bevelhebbers.

De minister verheugt zich over het bezoek van mevrouw Louise Arbour, de Hoog Commissaris voor de mensenrechten, die van 7 tot 14 januari de situatie ter plaatse evalueert. Dit eerste bezoek van een Hoog Commissaris voor de mensenrechten toont tevens aan dat de internationale gemeenschap bezorgd blijft voor de humanitaire situatie in die zone.

Het departement van Buitenlandse Zaken en de Belgische ambassade in Kampala blijven de ontwikkelingen in het Noorden van Uganda aandachtig volgen. Het Afrikabeleid van België is immers prioritair gericht op de terugkeer van vrede en veiligheid in heel de regio van de Grote Meren. Met het oog hierop ondersteunt ons land elk initiatief om de negative forces in de regio te counteren. Tot die krachten behoort ook het gewapende LRA.

De delegatie van de VN-Veiligheidsraad had op 9 november een ontmoeting met president Museveni in Entebbe. Bij die gelegenheid kwamen verscheidene dossiers ter sprake, met name de aanwezigheid van gewapende groeperingen in het oosten van de Democratische Republiek Congo, de naleving van het VN-wapenembargo tegen de DRC en het verkiezingsproces in dat land. De delegatie heeft zich tevens gebogen over de interne situatie in Uganda, zoals blijkt uit de punten 56 en 57 van het rapport en de aanbevelingen 25 en 27. Ze heeft het Ugandese staatshoofd met klem gewezen op de bezorgdheid van de VN voor de humanitaire situatie in het Noorden van het land en de recente aanvallen tegen humanitaire hulpverleners.

Voorts heeft ze de Ugandese regering ertoe aangespoord snel gevolg te geven aan de aanhoudingsbevelen van het Internationaal Strafhof tegen de voornaamste bevelhebbers van het LRA. Ze sluit echter de mogelijkheid niet uit dat een vreedzame oplossing kan worden gevonden voor de overige elementen van deze groepering door het uitbreiden van de amnestie voor de gewone soldaten van het LRA en door mee te helpen aan hun reïntegratie in de gemeenschap. President Museveni heeft bevestigd dat het LRA overmeesterd werd en dat er nog maar kleine gewapende groeperingen overblijven die het Noorden van Uganda onveilig maken. Hij bevestigde ook dat de Ugandese regering vastberaden is om maatregelen te nemen om de veiligheid van de humanitaire hulpverleners te verzekeren.

Zoals reeds vermeld, kijkt de Veiligheidsraad in het kader van de algemene situatie in de regio van de Grote Meren nauwlettend toe op de situatie in het Noorden van Uganda. Getuige hiervan is het rapport van de delegatie over haar verblijf in Entebbe van 9 november en haar aanbevelingen voor de Ugandese autoriteiten.

Uganda is een van de landen waarop de Belgische ontwikkelingshulp zich toespitst en is dus een belangrijke partner. Er werden al een reeks initiatieven genomen. Op de budgetlijn Conflictpreventie werd de financiering van de NGO Sponsoring Kinderen Oeganda opgenomen voor een bedrag van 2.142.153 euro voor de periode 2003-2005. Dat geld is bestemd voor een project gericht op de rehabilitatie en de reïntegratie van kinderen die het slachtoffer werden van de oorlog in het Noorden van Uganda, in hoofdzaak kindsoldaten. Op de budgetlijn Rehabilitatie en noodhulp 2005 werd 400.000 euro opgenomen voor een Watsanproject van UNICEF in de vluchtelingenkampen en 300.000 euro voor de werking van het Hoog Commissariaat van de vluchtelingen ten voordele van Congolese vluchtelingen in Uganda.

De minister is uiteraard bereid om elke andere vraag tot financiering voor projecten van dit type in het Noorden van Uganda te bestuderen. Zo onderzoeken de diensten van de minister momenteel, in samenwerking met Ierland, of het mogelijk is steun te geven aan de Ugandese amnestiecommissie voor de repatriëring van rebellen van de Allied Democratic Forces.