3-142 | 3-142 |
Mevrouw Jeannine Leduc (VLD), voorzitster van het College van Quaestoren. - Het Bureau van de Senaat heeft in zijn vergadering van donderdag 15 december 2005 de rekeningen van het dienstjaar 2004 goedgekeurd en de begroting van het dienstjaar 2006 besproken.
De rekening van het dienstjaar 2004 bestaat uit twee delen, de eigenlijke rekeningen van de Senaat en de dotaties aan de politieke partijen. Zoals blijkt uit de rekeningen waren de kredieten meestal voldoende. De meeste posten vertonen dan ook een batig saldo, andere vertonen om welbepaalde redenen een negatief saldo. Op de bladzijden 7 en volgende van het verslag staat een gedetailleerd overzicht van alle uitgaven van 2004.
Voor de klasse afscheidsvergoedingen bedroeg de uitgave ongeveer 1.360.000 euro meer dan geraamd. Dat is te wijten aan het feit dat het vorige college geopteerd heeft voor het aanleggen van reserves in 2002 en 2003, met als doel de uitgaven te spreiden over de jaren die de verkiezingen voorafgaan. De begroting voor de klasse secretariaatspersoneel van de senatoren was net voldoende. Ze omvat de kosten van het personeel dat in dienst was en is van de senatoren, namelijk de administratieve bedienden en de deeltijdse universitaire medewerkers. Die post vertoont een batig saldo omdat de universitaire medewerkers die in dienst kwamen van de senatoren allen jonge mensen waren zonder kinderlast, die dus minder kosten.
Het uitgetrokken krediet voor de wedden en vergoedingen van het personeel van de Senaat is ingevolge de vroegtijdige overschrijding van het spilindexcijfer niet voldoende gebleken. Dat konden we echter niet voorzien.
Ook klasse 618 voor werken vertoont een tekort. Wat de uitgaven in 2004 voor de renovatie van de salons van het voorzitterschap betreft en waarvoor de kredieten al in 2003 waren vastgelegd, wees ik er vorig jaar al op dat onvoorziene kosten waren opgedoken. Die kosten liggen aan de basis van het tekort. Zo is een zoldering losgekomen en was een schouw volledig vervuild. Uiteraard moesten daarvoor renovatiewerken worden uitgevoerd.
Wat de eigenlijke rekeningen van de Senaat betreft, ziet de eindbalans eruit als volgt. Het krediet van 2004 bedroeg 56.400.000 euro. De uitgaven voor 2004 bedroegen 57.808.408,54 euro. Er is dus een tekort van 1.408.408,54 euro.
Voor de dotatie aan de politieke partijen werd een krediet van 8.810.000 euro uitgetrokken. De uitgaven voor 2003 bedroegen 8.777.657,72 euro. Er is dus een bonus van 32.342,28 euro. Het dienstjaar 2004 wordt dus voor de uitgaven van de Senaat en die van de politieke partijen samen afgesloten met een nadelig saldo van 1.367.066,26 euro. Dat saldo wordt gecompenseerd met gelden uit de reserve.
We zijn al enkele jaren bezig met de vernieuwing van de boekhouding van de Senaat, om ze aan de passen aan de noden van de tijd en transparanter te maken. In de loop van 2005 hebben we dan ook een werkgroep samengesteld met enkele deskundigen en een bedrijfsrevisor om de boekhouding te onderzoeken.
Op aanraden van de werkgroep werd de voorstelling van de begroting enigszins gewijzigd. De benaming van de artikels werd aangevuld met de boekhoudkundige rekeningnummers wat de vergelijking vereenvoudigt en het geheel transparanter maakt. Zo worden alle uitgaven die bij een bepaalde categorie behoren nu gebundeld.
Voor het opstellen van de begroting voor het dienstjaar 2006 werd rekening gehouden met de richtlijnen voorschreven door de dienst Begeleiding Begroting. Naar jaarlijkse gewoonte werd aan de verschillende diensten van de Senaat gevraagd om de aanvragen en de verantwoordingen in te dienen betreffende de te verwachten uitgaven voor het jaar 2006. Aan al die diensten werd gevraagd om een maximale rationalisatie door te voeren en dus te besparen waar mogelijk. Op basis van die inlichtingen kon de ontwerpbegroting worden opgesteld.
De daling van de uitgaven voor de te betalen afscheidsvergoedingen is te wijten aan het feit dat de vervaldag van die vergoedingen is bereikt.
Voor de klasse 61119 secretariaat van de fractievoorzitters wordt er in 2006 een bedrag uitgetrokken van 52.015 euro per lid van de fractie voor een aanpassing van 3% op vraag van verschillende fractievoorzitters.
Bij de uitgaven voor de personeelsleden is rekening gehouden met de indexaanpassing en met het uitvoeren van de wet van 17 september 2005 houdende de invoering van een egalisatiebijdrage voor pensioenen op het vakantiegeld toegekend aan de vastbenoemde personeelsleden in de overheidssector.
Ook voor de klasse 61430 communicatie, informatie en publicaties wordt een minuitgave voorgesteld in het vooruitzicht van de vervaldag van de leasing van het camerasysteem.
Verder wordt voorgesteld om in de klasse 617 onderhoud alle onderhoudscontracten die door de Senaat zijn onderschreven samen te brengen, wat het stijgingspercentage van die klasse verklaart.
Een aanzienlijk deel van de uitgaven voor werken zal naar de beveiliging van het parlementsgebouw gaan. De bezoekers zullen slechts na een strenge controle worden binnengelaten in het gebouw.
Voor de klasse 624 informatie- en computertechnologie gaat een derde van de uitgaven naar het in stand houden van de bestaande systemen en toepassingen. De tweede opdracht, met name de bestaande computeromgeving laten evolueren en tegemoetkomen aan de behoeften die daaruit voortvloeien, vergen ongeveer 25% van het krediet. De ontwikkeling van de workflow-toepassing die de administratieve verwerking van het wetgevend proces binnen de commissiedienst, de dienst vergadering, de taaldienst en de dienst verslaggeving volgens een origineel schema zal laten verlopen, zal eveneens een groot deel van het krediet van deze klasse opslorpen. Daarnaast wordt er enorm geïnvesteerd in de bescherming van de computerservers van de Senaat op vraag van het Bureau van de Senaat.
Als uitzondering op de uitgaven heeft het college van quaestoren in zijn vergadering van 13 juni 2005 ingestemd met de aanvraag tot deelname van de Senaat aan de organisatie van de zomerzitting van de OVSE te Brussel. Dan verwachten wij hier meer dan 700 buitenlandse parlementsleden en daarvoor is dus een speciaal krediet nodig. Er is afgesproken met de Kamer van Volksvertegenwoordigers dat zowel de Senaat als de Kamer 600.000 euro zullen uittrekken voor die speciale gebeurtenis. We willen ervoor zorgen dat de veiligheidsvoorwaarden tegen die zitting optimaal zijn.
De begroting van de Senaat stijgt met 0,74% tegenover 2005. Als rekening wordt gehouden met de dotatie voor de politieke partijen, bedraagt de stijging 0,98%. Hiermee blijven we binnen de normen die door de regering zijn vooropgesteld.
Voor meer details verwijs ik naar het schriftelijk verslag.
De voorzitter. - Ik dank mevrouw Leduc voor haar verslag en ook voor het werk dat ze levert als voorzitter van de quaestuur.
Wij onderbreken deze bespreking. We zullen ze later voortzetten.