3-134

3-134

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 24 NOVEMBER 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Sabine de Bethune aan de minister van Landsverdediging over «de toepassing van resolutie 3-902 over vrouwen, vrede en veiligheid» (nr. 3-1089)

De voorzitter. - De heer Bruno Tuybens, staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, antwoordt namens de heer André Flahaut, minister van Landsverdediging.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Voor het kader van mijn vraag verwijs ik naar de uitleg die ik heb gegeven aan minister De Gucht en naar mijn vraag aan vice-eerste minister Dewael. Het gaat opnieuw over het uitvoeren van resolutie 1325 van de Veiligheidsraad.

In deze vraag bouw ik voort op een vraag die ik al enige tijd geleden aan minister Flahaut stelde en waarop ik interessante antwoorden heb gekregen. De vraag is nu, zoveel maanden later, in welke mate op een consequente manier op deze materie wordt doorgewerkt.

Op mijn vraag om uitleg 3-464 antwoordde minister Flahaut dat zijn departement sinds 2002 over een plan voor gelijke kansen beschikt dat in het bijzonder het genderaspect behandelt. Het zou een vijfjarenplan zijn waarin jaarlijkse actieplannen worden hernomen. Tevens verklaarde de minister dat vertegenwoordigers van het departement elk jaar deelnemen aan de vergadering van het Committee on women in the NATO forces.

Is minister Flahaut betrokken bij het opstellen van een nationaal actieplan voor de uitvoering van resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad? Is er reeds overleg geweest met andere departementen? Hoeveel vrouwen maken deel uit van de huidige Belgische vredesmissies?

De minister beschikt over een vijfjarenplan voor gelijke kansen in het leger voor vijf jaar. In de commissie hebben we daarover al interessante gedachtewisselingen gehad. Wat is er concreet gebeurd ter bevordering van het genderevenwicht in 2004 en 2005?

Tot slot nog enkele vragen over de Belgische deelname aan het Committee on women in the NATO forces. Wat waren de conclusies van de vergadering in 2003? Welk thema stond op de agenda in 2004? Wat waren de conclusies? Welk thema stond op de agenda in 2005? Wat waren de conclusies?

De heer Bruno Tuybens, staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken. - Het departement Defensie maakt actief deel uit van het netwerk diversiteit van de federale overheidsdienst Personeel en Organisatie, waarin alle overheidsdiensten vertegenwoordigd zijn. Defensie heeft op de laatste werkvergadering gevraagd om een werkgroep op te richten met de diversiteitverantwoordelijken van de departementen Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken om de gemeenschappelijke problemen in het kader van resolutie 1325 te bestuderen. Daarbuiten is er nog geen coördinatie geweest met de andere departementen.

In 2005 was gemiddeld 2,3% van de deelnemers aan de Belgische vredesmissies vrouw. Militaire vrouwen vertegenwoordigen 8,3% van het totale personeelsbestand.

Het gelijkekansenbeleid bij Defensie is geëvolueerd tot een beleid waarbij gestreefd wordt naar diversiteit waar alle personeelsleden dezelfde kansen krijgen en op dezelfde manier worden aangemoedigd om zich te ontplooien. Er worden acties ondernomen op het gebied van rekrutering, training en vorming, het commando, de structuren en de communicatie. In 2004 en 2005 lag daarbij de nadruk op communicatie en vorming.

Er werden 53 lokale vormers opgeleid inzake diversiteit. Na die opleiding kunnen ze zelf vorming geven in hun eenheid of school en het commando bijstaan. Er werd een dvd gemaakt, er werden diversiteits- en genderchecklists opgesteld en er werden middelen uitgewerkt om de diversiteit te bereiken. De fysieke proeven werden aangepast aan de verschillen in fysiologie tussen mannen en vrouwen. Bij de werving wordt meer aandacht besteed aan vrouwen bij de beeldvorming over Defensie. Bij de samenstelling van jury's en commissies wordt zoveel mogelijk voor een vrouwelijke vertegenwoordiging gezorgd.

Personeelsbeleid is een nationale bevoegdheid van de NAVO-lidstaten. Daardoor kan het Committee on Women in the NATO Forces alleen aanbevelingen met betrekking tot het genderbeleid richten aan het militair comité van de NAVO en aan de NAVO-lidstaten. Die aanbevelingen worden tijdens de jaarlijkse vergaderingen opgesteld in drie verschillende werkgroepen, dus vanuit drie verschillende invalshoeken.

Gelet op de omvang van het antwoord op de vragen over de conclusies en de thema's van het Committee on Women in the NATO Forces zal de minister de antwoorden schriftelijk bezorgen.

De voorzitter. - Voor dit geval raad ik u aan uw vraag om uitleg opnieuw voor te leggen als een schriftelijke vraag waarop de minister dan uitgebreid schriftelijk kan antwoorden.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Dat zal ik dan zeker doen en ik hoop dat de diensten van de griffie zullen aandringen op een antwoord binnen een redelijke termijn.

Ik zal eveneens de volgende vragen om uitleg die vandaag geagendeerd waren, omzetten in een schriftelijke vraag:

De voorzitter. - De agenda van deze vergadering is afgewerkt.

De volgende vergaderingen vinden plaats op woensdag 30 december om 10 en om 14 uur.

(De vergadering wordt gesloten om 19.55 uur.)