3-134

3-134

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 24 NOVEMBER 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Sabine de Bethune aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over «de toepassing van resolutie 3-902 over vrouwen, vrede en veiligheid» (nr. 3-1088)

De voorzitter. - De heer Bruno Tuybens, staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken, antwoordt namens de heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - De Senaat keurde op 17 februari 2005 eenparig de resolutie goed over vrouwen, vrede en veiligheid. Deze resolutie geeft de opdracht aan de Belgische regering om een nationaal actieplan op te stellen over de uitvoering door België van resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad. Negen maanden na de goedkeuring ervan zou ik graag vernemen in hoever de regering hieraan uitvoering heeft gegeven.

De resolutie wil de rol van vrouwen versterken bij conflictpreventie, conflictoplossing en naoorlogse wederopbouw. Dit is niet alleen belangrijk vanuit een democratisch principe, maar evenzeer omdat de vredesoperaties meer aandacht moeten hebben voor de wensen en noden van vrouwen. In ons land ontbraken tot op heden richtlijnen en onderzoek hieromtrent.

Gezien de specifieke problematiek van vrouwelijke vluchtelingen had ik graag geweten of het genderperspectief werd geïmplementeerd in het vluchtelingen- en asielbeleid. Zo ja, hoe wordt rekening gehouden met de specifieke noden van vrouwen? Wordt er tijdens de gesprekken met asielzoeksters rekening gehouden met specifieke geweldpleging bij oorlog of gewapende conflicten ten aanzien van die vrouwen? Wordt in psychologische en medische bijstand voorzien voor vrouwelijke asielzoeksters die het slachtoffer zijn geweest van gewelddaden?

Aangezien de vice-eerste minister ook bevoegd is voor de opleiding van politiefunctionarissen had ik ook graag vernomen of hij inzake internationale politiële samenwerking voorziet in een gendergerichte opleiding voor Belgische politiefunctionarissen die worden uitgestuurd in het kader van de internationale politiële samenwerking. Lopen er thans dergelijke internationale samenwerkingsprojecten? Wat is de man/vrouw-verhouding daarin?

Voorziet de vice-eerste minister dit ook in het raam van vorming die door België wordt aangeboden aan politieofficieren uit derdewereldlanden of conflictlanden? Welke vormingsprojecten lopen er momenteel en in welke mate nemen ook vrouwelijke buitenlandse politiefunctionarissen deel?

De heer Bruno Tuybens, staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken. - Ik zal het geachte lid het omstandige antwoord van de vice-eerste minister overhandigen.

De vice-eerste minister is van mening dat de Belgische asielinstanties voldoende aandacht besteden aan asielzoeksters en wijst in dat verband ook op de samenwerking tussen de dienst Vreemdelingenzaken en het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen. Het koninklijk besluit dat de procedurele aspecten regelt van de behandeling van een asielaanvraag bij de dienst Vreemdelingenzaken omvat de sinds lang bestaande praktijk dat vrouwelijke asielzoekers kunnen opteren voor een vrouwelijke interviewer en een vrouwelijke tolk.

Ook bij het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen worden op reglementair vlak de nodige voorzieningen genomen. Zo bepaalt een koninklijk besluit dat de ambtenaar die een asielaanvraag beoordeelt, rekening moet houden met eventuele gendergebonden aspecten van de asielaanvraag.

De asielinstanties toetsen de asielaanvraag aan de criteria opgesomd in de Conventie van Genève, die beschermende maatregelen omvat. De erkenning als vluchteling op gendergebonden motieven is dus wel degelijk mogelijk en werd in de praktijk al toegekend. De dienst Vreemdelingenzaken kan een beroep doen op de bij het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen werkzame gendercoördinator, die zeven andere medewerkers heeft aangeduid als contactpersonen.

Aan politiefunctionarissen die op internationale humanitaire politiemissies worden gestuurd wordt een opleiding verstrekt gebaseerd op de richtlijnen van de Europese Unie. Het genderaspect vormt in deze richtlijnen geen apart onderdeel, maar het wordt wel meerdere malen aangesneden in verschillende modules.

Een deelname van vrouwelijke politiemensen aan dergelijke internationale humanitaire missies is beperkt omdat ook het aantal kandidaten beperkt is. Ons land had één vrouwelijke deelnemer in 2004 en één vrouwelijke reservekandidaat voor een missie in 2005.

Momenteel krijgen een 40-tal mannelijke Irakese politiefunctionarissen en magistraten in België een opleiding. Deze is niet gendergericht. Daarnaast wordt in Amman een opleiding gegeven aan Irakese politiefunctionarissen, maar daar heeft de federale politie geen inbreng in het programma. Ik zal mevrouw de Bethune met plezier het volledige antwoord bezorgen.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Mijnheer de voorzitter, kan het volledige antwoord van de minister worden afgedrukt in het verslag? Deze problematiek is internationaal aan de orde van de dag in het kader van de implementatie van resolutie 1325. Wij zijn overigens niet het enige land dat deze monitoring doet. Ik ben voor een monitoring van de bevoegde ministers, zes maanden na de goedkeuring van de resolutie, omdat alle landen die lid zijn van de VN verplicht zijn deze resolutie te implementeren. In het kader van de globale monitoring van de resolutie is het wel van belang dat het volledige antwoord wordt gedrukt.

De voorzitter. - U begrijpt dat we dat niet kunnen doen. Als we die stap zetten, verwijst de regering voortaan enkel nog naar een document dat ze aan de vraagsteller overhandigt en dan is natuurlijk het hek van de dam. De Handelingen geven enkel het mondelinge antwoord van de minister weer.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Ik zal mijn vraag herhalen als schriftelijke vraag. Ze kadert immers in een internationaal samenwerkingsverband waarmee we de uitvoering van de resolutie willen monitoren. Ik herinner eraan dat België kandidaat is voor de Veiligheidsraad. Bij mijn laatste missie naar de Verenigde Naties, drie weken geleden, wezen VN-functionarissen en verschillende ambassadeurs bij de Veiligheidsraad me erop dat de implementatie van deze resolutie een van de factoren is die in rekening worden genomen.

Ik dank de staatssecretaris voor het beknopte antwoord, maar het is helaas niet voldoende. Het is immers niet alleen voor mij van belang, maar voor iedereen die deze zaak volgt. Ik kan het schriftelijk antwoord wel publiceren, maar het heeft dan geen officiële waarde. Daarom zal ik, zoals gezegd, mijn vraag herhalen als schriftelijke vraag.