3-127 | 3-127 |
De voorzitter. - De heer Peter Vanvelthoven, staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven, antwoordt namens de heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - In oktober 2001 trad het Federaal Borstvoedingscomité in werking. Bij gebrek aan beleidssteun en middelen kwam de werking maar heel moeilijk van de grond. Een van de taken van het comité is informatie en sensibilisering omtrent het thema. Jaarlijks organiseert de Vereniging Begeleiding en Bevordering van Borstvoeding, VBBB, in de eerste week van augustus de Week van de borstvoeding, dit jaar onder het thema `Vertrouwde Kost'.
Het belang van borstvoeding werd al meerdere malen erkend door de Wereldgezondheidsorganisatie, Unicef en andere gezondheidsorganisaties. Ik heb al verschillende vragen (3-3, 3-170/1) gesteld over het belang van borstvoeding en over het Federale Borstvoedingscomité. Hoewel er al enige stappen in de goede richting werden gedaan, blijven de problemen aanslepen.
Op 8 oktober 2004, meer dan drie jaar na de inwerkingtreding van het comité, werd eindelijk het koninklijk besluit gepubliceerd dat de vervoerskosten en de presentiegelden voor de vrijwilligers in het comité regelt, maar volgens de informatie waarover ik beschik, werd het besluit nog steeds niet uitgevoerd, want de leden hebben nog geen enkele vergoeding ontvangen. Ik hoop dat de minister mij kan tegenspreken.
De wet bepaalt ook dat het comité wordt bijgestaan door ten minste twee administratieve medewerkers, die de coördinatie waarnemen. De twee administratieve medewerkers werden aangesteld, maar ze werken niet alleen voor het comité. De ondersteuning van het comité is maar één van hun taken.
Er blijft ook een chronisch tekort aan werkingsmiddelen, zodat het comité niet ten volle uitvoering kan geven aan de bij wet opgelegde taken. Bijgevolg blijven de informatie en sensibiliseringscampagnes ter bevordering van borstvoeding beperkt.
Daarnaast bestaat het project Babyvriendelijke ziekenhuizen. Het kader ervoor werd door de Wereldgezondheidsorganisatie gecreëerd. Er zijn zes ziekenhuizen geselecteerd die de kwaliteitscriteria voor een erkenning moeten behalen. Om aan die criteria te voldoen moet het ziekenhuis de nodige investeringen doen. Het moet niet alleen zijn beleid en zijn procedures aanpassen, maar vooral ook voorzien in vorming voor het medische en paramedische personeel. De minister trekt hiervoor echter geen middelen uit. Alleen na de erkenning tot babyvriendelijk ziekenhuis wordt een subsidie verleend.
De internationale gedragscode van de Wereldgezondheidsorganisatie, Unicef, de voedingsindustrie en andere partners, alsook meerdere resoluties van de Wereldgezondheidsorganisatie geven duidelijke aanbevelingen over de reclame voor vaste voeding en drank. Het gebruik of de commercialisering van die producten mag geen ontradend effect op borstvoeding hebben. Uit het etiket, de advertenties of de reclame mag niet blijken dat die producten aan kinderen onder zes maanden mogen worden gegeven. In ons land bestaat er geen afdoende wetgeving om vorm te geven aan die gedragscode en resoluties. Er wordt bijvoorbeeld reclame gemaakt voor vaste babyvoeding die geschikt zou zijn vanaf vier maanden.
Daarom vernam ik graag welk budget in 2005 werd uitgetrokken ter ondersteuning van het Federaal Borstvoedingscomité en zijn activiteiten. Waarom werden er tot op heden nog geen vergoedingen uitbetaald aan de leden van het Federaal Borstvoedingscomité? Welke initiatieven werden er het afgelopen jaar door de minister en de overheidsdienst Volksgezondheid genomen om borstvoeding te promoten en uitvoering te geven aan de wet van 19 april 1999? Hoeveel voltijdse equivalenten zijn er binnen de administratie vrijgesteld om het Federaal Borstvoedingscomité te ondersteunen?
Welk bedrag werd in 2005 uitgetrokken voor de erkenning van babyvriendelijke ziekenhuizen? Waarom worden de ziekenhuizen die een procedure tot erkenning hebben lopen, niet financieel ondersteund? Wordt er een beleid gevoerd om op termijn het aantal babyvriendelijke ziekenhuizen uit te breiden? Welke initiatieven nemen de minister en zijn departement om ziekenhuizen te stimuleren babyvriendelijk te zijn, ook al voldoen ze niet aan alle internationale criteria van een babyvriendelijk ziekenhuis? Is de minister voorstander van een aanpassing van de wetgeving op babyvoeding en drank conform de internationale gedragscode en de resoluties van de Wereldgezondheidsorganisatie?
De heer Peter Vanvelthoven, staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven. - Ik antwoord namens minister Demotte.
Het in 2005 aan het Borstvoedingscomité bestede budget bedroeg ongeveer 11.000 euro, waarvan 4.500 euro ging naar werkingskosten, namelijk zitpenningen, kilometervergoedingen, catering en simultaanvertalingen, en 5.500 euro naar de promotiecampagne. Daarbij komen nog de frankeerkosten voor de postzendingen.
De vergoeding voor de zitpenningen en reiskosten voor de vergaderingen van het laatste kwartaal van 2004 worden thans uitbetaald. De leden zullen vóór het einde van het jaar vergoed zijn. Begin 2006 zullen de leden vergoed worden voor alle vergaderingen van 2005.
In 2005 werden in het kader van de promotiecampagne voor borstvoeding in België 15.000 affiches in de drie landstalen gepubliceerd. Er werden 15.000 brochures verstuurd naar de doelgroepen, namelijk kinderartsen, gynaecologen, kraamklinieken, huisartsenkringen, organisaties van verpleegkundigen en vroedvrouwen, onafhankelijke vroedvrouwen, de borstvoedingsverenigingen en ziekenfondsen. Er werden ook kalenders verstuurd naar de kraamafdelingen van alle ziekenhuizen in België.
Binnen de respectieve taalrollen werden twee personen ter ondersteuning toegewezen aan het Borstvoedingscomité voor in totaal een voltijds equivalent. Deze personen kregen ook andere administratieve taken toegewezen.
Het budget bedraagt 115.000 euro. De ziekenhuizen beschikken over contracten om hen te ondersteunen in hun werking. Als ze er niet in slagen het label te verwerven, moeten ze dit bedrag terugbetalen. Zes ziekenhuizen zullen een nieuwe aanvraag kunnen indienen om het label te krijgen. Sommige van de ziekenhuizen die niet in aanmerking kwamen, maken deel uit van een project voor performantie-indicatoren, in het bijzonder de verbetering van de borstvoeding. Ze worden specifiek voor deze problematiek gesensibiliseerd. De wet werd reeds grotendeels aangepast, maar er zijn nog enkele wijzigingen nodig.