3-116

3-116

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 9 JUNI 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Sabine de Bethune aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en aan de minister van Buitenlandse Zaken over «de Commissie voor de Rechten van de Mens» (nr. 3-883)

De voorzitter. - Mevrouw Els Van Weert, staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven, antwoordt namens de heer Karel De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - In het regeerakkoord van juli 2003 kondigt de regering de oprichting aan van een commissie voor de Rechten van de Mens. De Verenigde Naties bevelen de installatie aan van nationale instituten voor de promotie en bescherming van de mensenrechten. Reeds in 1993 nam de Algemene Vergadering van de VN met dat doel resolutie 48/134 aan. In 1946 en 1960 deed de ECOSOC-raad van de VN daartoe al een oproep en in 1978 deed ook de VN-commissie voor de mensenrechten dat. Ook de Raad van Europa formuleerde aanbevelingen in die zin. Vanzelfsprekend zijn ook mensenrechtenorganisaties voorstanders van dit initiatief. Verscheidene Europese landen, waaronder Duitsland, hebben met dat doel al een initiatief genomen.

Tot op vandaag werd deze commissie nog niet opgericht. Volgens onze informatie werden er wel al voorbereidingen getroffen. Welk statuut zal de commissie hebben? Zal het onafhankelijk en pluralistisch karakter van de commissie worden gewaarborgd? Wanneer zal de commissie operationeel zijn? Wat is de precieze opdracht van de commissie voor de Rechten van de Mens? Hoe zal ze worden samengesteld? Zal het federaal parlement bij de werking van de commissie worden betrokken? Wie zal de toeziende minister zijn van de commissie? Waarin bestaat de budgettaire en administratieve ondersteuning van de commissie?

Mevrouw Els Van Weert, staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven. - Ik lees u het antwoord voor van de minister van Buitenlandse Zaken.

Het regeerakkoord van 10 juli 2003 bepaalt inderdaad dat de regering een commissie voor de mensenrechten zal oprichten en die geregeld zal consulteren. Het domein van de mensenrechten kent een snelle evolutie die zich vertaalt in een verdieping van de behandelde materie, zowel op technisch en juridisch vlak, als op het gebied van de interactie met andere hedendaagse problemen zoals het milieu, de strijd tegen het terrorisme, de ontwikkeling, de strijd tegen het racisme en het probleem van de migratiestromen.

Deze evolutie heeft nood aan een globale en dynamische benadering van de mensenrechten, waarvoor een nationale commissie voor de mensenrechten een bijzonde nuttig instrument kan zijn. De voorwaarden van de oprichting van deze nieuwe instelling worden nu door de betrokken instanties onderzocht onder leiding van de beleidscel van de eerste minister.

De reflectie spitst zich toe op de structuur en de taken van de commissie. Deze laatste zijn velerlei: forum voor overleg met NGO's, adviesorgaan voor de regering, orgaan dat de regering bijstaat in de uitvoering van haar internationale rapporteringsverplichtingen op het vlak van mensenrechten, instrument van sensibilisering en zomeer. Er wordt naar gestreefd de werkzaamheden ter oprichting van deze commissie voor de mensenrechten af te ronden vóór het einde van dit jaar.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Het betreft wel een erg lange voorbereiding. Het gaat om een engagement in de regeringsverklaring van 2003. Twee jaar later is het antwoord van de regering dat het om een belangrijke commissie gaat en dat ze zich engageert om een oplossing aan te reiken vóór het einde van het jaar. Wij zullen dit in het oog houden. Het is opnieuw een belofte. Ik hoop dat het meer dan een belofte wordt en we niet moeten wachten tot het einde van de legislatuur om juist voor de verkiezingen die commissie te zien oprichten als een verkiezingsstunt. Ik hoop dat er nu echt werk wordt van gemaakt, al is het eigenlijk al te laat.