3-115 | 3-115 |
De voorzitter. - Mevrouw Freya Van den Bossche, minister van Werk, antwoordt namens de heer Karel De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Het gecombineerde derde en vierde rapport van België over de maatregelen genomen tot uitvoering van de Conventie over de eliminatie van alle vormen van discriminatie ten aanzien van vrouwen werd officieel besproken tijdens de 27ste zitting van het CEDAW-comité in New York van 3 tot 21 juni. Het rapport behandelt de periode 1989-1997.
Krachtens de Conventie dient België om de vier jaar een rapport in te dienen bij het CEDAW-comité. Graag had ik van de minister vernomen wanneer België het volgend rapport dient voor te leggen aan het CEDAW-comité?
Mevrouw Freya Van den Bossche, minister van Werk. - België heeft in 1998 het derde en vierde gecombineerd rapport over de periode 1989-1997 voorgelegd aan het Comité voor de uitbanning van discriminatie tegen vrouwen. Dat rapport werd bestudeerd tijdens een hoorzitting in aanwezigheid van de Belgische delegatie op 10 juni 2002. De opmerkingen met betrekking tot het rapport op 26 juni 2002 werden gepubliceerd.
Volgens informatie die werd ingewonnen bij het secretariaat van het Comité voor de uitbanning van discriminatie tegen vrouwen, moet België zijn volgende rapport indienen in augustus 2006. De federale departementen en de betrokken gedefedereerde departementen en entiteiten zullen maatregelen nemen om die doelstelling te bereiken.
De voorzitter. - De volgende vergaderingen vinden plaats donderdag 9 juni 2005 om 10.00 uur en om 15.00 uur.
(De vergadering wordt gesloten om 21.10 uur.)