3-100

3-100

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 10 MAART 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Sabine de Bethune aan de minister van Buitenlandse Zaken over «de samenwerkingsovereenkomst tussen België en Rusland betreffende de verkenning en het gebruik van de kosmische ruimte» (nr. 3-637)

De voorzitter. - De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister, antwoordt namens de heer Karel De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Frank De Winne was de tweede Belgische astronaut die op ruimtemissie vertrok. Op 30 oktober 2002 nam hij deel aan de Odissea-missie, waarbij een Russische Sojoez-raket naar het International Space Station vertrok. Dit situeerde zich niet alleen in het samenwerkingsverband tussen het ESA en Rusland, zoals vastgelegd in het ISS Flight Order Contract, maar ook in het bilaterale samenwerkingsverband tussen ons land en Rusland.

Twee jaar eerder, op 20 december 2000, hadden de Belgische en de Russische regering immers een samenwerkingsovereenkomst ondertekend betreffende de verkenning en het gebruik van de kosmische ruimte. Ons land heeft ook een dergelijk bilateraal samenwerkingsverdrag ondertekend met Frankrijk en Argentinië. Het bilateraal verdrag met Rusland opent heel wat mogelijkheden voor het bedrijfsleven en het wetenschappelijk onderzoek. Er is immers ook in de andere Europese landen veel belangstelling om deel te nemen aan onderzoek en ontwikkeling in het kader van de Russische ruimtevaartprogramma's. Rusland van zijn kant is geïnteresseerd om op deze wijze toegang te krijgen tot de Europese projecten en programma's. Deze overeenkomst heeft tot doel een juridisch kader uit te werken dat de institutionele samenwerking op het vlak van ruimtevaart garandeert.

Ons land heeft het samenwerkingsverdrag nog niet geratificeerd. Waarom werd het nog niet aan het parlement ter ratificatie voorgelegd? Zal de minister de nodige inspanningen doen om het zo spoedig mogelijk voor te leggen, gelet op het economische belang voor onze bedrijven en op het wetenschappelijke belang? Heeft Rusland het verdrag reeds geratificeerd? Zo ja, wanneer?

De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister. - De bevoegde diensten van de FOD Buitenlandse Zaken hebben in samenwerking met de POD Wetenschapsbeleid inspanningen gedaan om het verdrag zo spoedig mogelijk aan het parlement ter ratificatie voor te leggen.

De onderhandelingen over en de ondertekening van het akkoord vonden plaats in het kader van de exclusieve bevoegdheid van de federale overheid zoals vastgelegd in artikel 6bis, §2, 3º van de wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen. In zijn advies van 9 oktober 2003 over het voorontwerp van wet houdende instemming met het samenwerkingsverdrag oordeelde de Raad van State evenwel dat het om een gemengd akkoord gaat, federaal en gewestelijk, naargelang de draagwijdte die men aan de samenwerking wenst te geven.

Vervolgens werd op de werkgroep Gemengde Verdragen van 3 december 2003 verwezen naar de analogie met het akkoord met Rusland over de overeenkomst tot regeling van de activiteiten van staten op de maan en andere hemellichamen, die eveneens exclusief federaal werd verklaard.

Aangezien geen andersluidende standpunten werden ingenomen, noteerde de voorzitter van de werkgroep gemengde verdragen dat er een consensus bestaat om het exclusief federaal karakter van het akkoord met Rusland te behouden. De Interministeriële Conferentie voor het Buitenlands Beleid moet deze beslissing van de werkgroep nog goedkeuren. Na goedkeuring van de beslissing en aanpassing van de memorie van toelichting bij het wetsontwerp kan de procedure worden voortgezet.

President Vladimir Poetin ondertekende op 23 mei 2003 de Russische wet tot goedkeuring door de Doema van het akkoord tussen de regering van de Russische federatie en de regering van het Koninkrijk België en bijlage, ondertekend te Moskou op 20 december 2000, betreffende de samenwerking op het gebied van de verkenning en het gebruik van de ruimte voor vreedzame doeleinden.

Op 23 augustus 2004 deelde het ministerie van Buitenlandse Zaken van de Russische Federatie via de Belgische ambassade in Moskou aan de FOD Buitenlandse Zaken mee dat de Russische partij, verwijzend naar artikel 14, 1º van het akkoord de interne procedures voor het in werking treden heeft voltooid. Het ministerie van Buitenlandse Zaken van de Russische federatie gaat ervan uit dat het akkoord in werking treedt vanaf de datum waarop een antwoord van de Belgische partij wordt ontvangen over het voltooien van de overeenkomstige interne procedures.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Het antwoord bevestigt dat ons land nog niet heeft voldaan aan de vereiste ratificatieprocedures voor een verdrag dat reeds in 2000 werd ondertekend. Misschien is dat naar de normen van de FOD Buitenlandse Zaken een normaal tempo, maar ondertussen wordt het verdrag toegepast en heeft onze astronaut Frank De Winne illegaal deelgenomen aan een missie. Het is wenselijk dat de bevoegde organen met bekwame spoed aan hun verplichtingen voldoen. Ik roep de regering daartoe op. In de commissie proberen we vooruit te gaan en ook de regering aan te moedigen sneller te werken.