3-98

3-98

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 24 FEBRUARI 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Sabine de Bethune aan de minister van Werk over «het ouderschapsverlof» (nr. 3-601)

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Bij een geboorte of adoptie hebben werknemers recht op ouderschapsverlof. Dat verlof kan thans in drie vormen worden opgenomen, tot de vierde verjaardag van het kind. Bij een voltijdse betrekking bedraagt het drie maanden en krijgt men een premie van 547,35 euro per maand, bij een halftijdse betrekking is dat zes maanden met een premie van 273,68 euro per maand en wanneer men voor één vijfde tewerkgesteld is krijgt men 15 maanden en 109,47 euro per maand.

In Vlaanderen worden naast deze `federale premies' nog Vlaamse aanmoedigingspremies gegeven, namelijk 156 euro per maand bij een voltijdse betrekking, 104 euro per maand bij een halftijdse betrekking en 38,5 euro per maand wanneer een werknemer voor één vijfde werkt. In januari 2004 waren 22.320 mensen in België met ouderschapsverlof.

Dit systeem heeft nadelen. Niet alleen is de premie te laag voor een alleenstaande ouder of voor ouders met een laag inkomen, vele ouders vinden drie maanden ook te kort en de leeftijdsgrens van vier jaar voor het kind te strikt.

De uitbreiding van het ouderschapsverlof staat in het regeerakkoord en in de megaministerraad van Raversijde werden een reeks positieve maatregelen voorgesteld.

Het bedrag van de uitkering zou worden verhoogd, in ieder geval met ongeveer 100 euro voor een voltijdse betrekking. De duurtijd van de onderbreking zou worden verlengd, bij een voltijdse betrekking met één maand. De overgang tussen de verschillende tijdsstelsels zou worden versoepeld, voltijds, halftijds, één vijfde. De leeftijd van de betrokken kinderen zou bij voorkeur op 6 jaar worden gebracht. Er werd ook aangekondigd dat de concretisering van het voorstel zou worden besproken met de sociale partners. De resultaten van het overleg werden verwacht tegen november 2004. We weten inmiddels allemaal echter hoe het sociaal overleg is geëvolueerd.

Heel wat ouders gingen ervan uit dat de voorgestelde maatregelen al verworven waren. De minister stelde ze ook zo voor. Ik kan dat afleiden uit de vele vragen die ik hierover ontvang. Bijna één jaar later is er echter nog altijd geen beslissing gevallen over de aangekondigde maatregelen. Het sociaal overleg heeft aangetoond wat mogelijk is en de regering heeft terzake geen voorstellen gedaan.

Wat is het advies van de sociale partners over de uitbreiding van het ouderschapsverlof? Welke conclusies trekt de regering na het overleg met de sociale partners?

Welke van de vier aangekondigde maatregelen worden door de regering genomen? Welke budgettaire middelen worden hiervoor uitgetrokken? Wanneer worden de beloofde maatregelen van kracht?

Mevrouw Freya Van den Bossche, minister van Werk. - Ik ben me ervan bewust dat dit ontwerp heel wat mensen beroert. De besprekingen in de Nationale Arbeidsraad zijn afgerond. De sociale partners zijn niet tot een unaniem advies gekomen. De werkgeversorganisaties hebben zich beperkt tot het voorleggen van een budgetberekening. De werknemersorganisaties hebben een gemeenschappelijk voorstel uitgewerkt waarin een aantal concrete voorstellen naar voren worden geschoven: uitbreiding van de maatregel naar alle thematische verloven; specifieke aandacht voor eenoudergezinnen; verhoging van de uitkering boven een verlenging van de duur van het ouderschapsverlof. Dat laatste voorstel heeft te maken met het feit dat men over voldoende middelen moet beschikken om gebruik te kunnen maken van het recht op loopbaanonderbreking. Ik ben geneigd het initiële voorstel gedeeltelijk aan te passen en veeleer de nadruk te leggen op de verhoging van de uitkering in plaats van op de duurtijd.

Mijn administratie is momenteel bezig met de voorbereiding van het ontwerp van koninklijk besluit, zodat de maatregelen zoals gepland midden 2005 van kracht kunnen worden.

De budgetten voor de aanpassing van het ouderschapsverlof blijven even groot als oorspronkelijk was voorzien: 14,1 miljoen euro voor 2005, 18,4 miljoen voor 2006 en 26,5 miljoen voor 2007.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - De minister heeft niet geantwoord op mijn vraag of er ruimte is voor een verhoging van de leeftijdsgrens van de betrokken kinderen en een versoepeling van de overgang tussen de verschillende stelsels. De regering had dat vorig jaar in Raversijde beloofd.

Mevrouw Freya Van den Bossche, minister van Werk. - Ik ben voorstander van een versoepeling van de overgang tussen de verschillende stelsels. De leeftijd kan eventueel worden opgetrokken, maar dat is enkel mogelijk wanneer het geleidelijk gebeurt zodat het budgettair haalbaar is. De administratie voert momenteel een simulatie uit om na te gaan wat de neveneffecten zijn van een verhoging van de leeftijdsgrens. Een verhoging is realistisch op voorwaarde dat het bedrag van de uitkering hoog genoeg blijft, zowel voor de algemene thematische verloven als voor gevallen die specifieke aandacht vereisen, zoals eenoudergezinnen.

Het is mijn intentie de genoemde maatregelen uit te voeren, maar ik kan niets beloven zolang ik niet over de definitieve cijfers beschik.

De voorzitter. - De agenda van deze vergadering is afgewerkt.

De volgende vergadering vindt plaats op 3 maart 2005 om 15.00 uur.

(De vergadering wordt gesloten om 20.55 uur.)