3-90

3-90

Belgische Senaat

Handelingen

WOENSDAG 22 DECEMBER 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Luc Willems aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over «de uitvoering van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie inzake de onwettige praktijken van de sekten en van de gevaren ervan voor de samenleving en voor het individu, inzonderheid voor minderjarigen» (nr. 3-484)

De heer Luc Willems (VLD). - De parlementaire onderzoekscommissie inzake de onwettige praktijken van de sekten en van de gevaren ervan voor de samenleving en voor het individu, inzonderheid voor minderjarigen, formuleerde in haar rapport van 28 april 1997 - waar ik bij betrokken was - een reeks aanbevelingen.

Een eerste aanbeveling handelde over maatregelen op federaal niveau zoals bewustmaking, opleiding, actiemiddelen en een intensievere samenwerking met de Europese en internationale instanties.

Uit recente berichten blijkt dat deze aanbeveling onvoldoende werd verwezenlijkt. Bij de nationale inlichtingendienst zou de cel die instond voor de bestrijding van de sekten zelfs opgedoekt zijn, onder meer wegens een gebrek aan gespecialiseerd personeel.

Er werden ook maatregelen voorgesteld op gemeenschapsniveau. Die vallen uiteraard buiten het bestek van deze assemblee.

Een derde aanbeveling betrof de aanpassing en de uitbreiding van het wetgevend arsenaal, in het licht van de gevaren die schadelijke sektarische organisaties veroorzaken. De parlementaire onderzoekscommissie stelde destijds voor om nieuwe algemene en specifieke bepalingen op te nemen in het Strafwetboek met het oog op de strafbaarstelling van de mentale destabilisatie van personen en van het misbruik van personen in een zwakke positie. Tot op heden lijkt deze aanbeveling dode letter gebleven te zijn. Er is enkel een werkgroep opgericht in de Kamer die belast is met de opvolging van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie. Daarover vernemen we echter weinig.

Een vierde aanbeveling was de oprichting van een onafhankelijk observatorium. Als antwoord op deze aanbeveling zijn bij de wet van 2 juni 1998, gewijzigd bij de wet van 12 april 2004, een Informatie- en Adviescentrum en een Administratieve Coördinatiecel opgericht in de schoot van de FOD Justitie.

Het centrum had als opdracht het fenomeen te bestuderen en vooral informatie te geven aan het publiek. Het voormelde centrum heeft inmiddels reeds tweemaal een tweejaarlijks verslag opgesteld, met een weergave van de taken en verwezenlijkingen in de periodes 1999-2000 en 2001-2002.

Het centrum moet een nauwe samenwerking onderhouden met de Administratieve Coördinatiecel en met de gespecialiseerde politiecel. Hoe staat het met deze samenwerking?

Welke maatregelen zal de minister nemen om een intensieve bewustmaking en een grondige opleiding te organiseren zodat die samenwerking op de verschillende bestuursniveaus tot stand komt?

Heeft de minister concrete plannen om op korte termijn de cel tot bestrijding van de gevaarlijke sekten bij de nationale inlichtingendienst opnieuw operationeel te maken?

Betreffende de derde aanbeveling: is de minister van plan om wetgevende initiatieven te nemen die de bestraffing mogelijk maken van het misbruik van personen die zich in een zwakke positie bevinden?

Betreffende de vierde aanbeveling: bestaan er, naast de verplichting van het centrum om tweejaarlijks een verslag af te leveren, nog andere controlemechanismen op de werking van het centrum? Kan de FOD Justitie voldoende nagaan of de werking van het centrum adequaat is? Is er voor de periode 2003-2004 een stijging waar te nemen in het aantal adviezen en aanbevelingen dat het centrum heeft verstrekt? Hoe nauw is de samenwerking tussen het centrum en de Administratieve Coördinatiecel en de gespecialiseerde politiecel?

Mme Clotilde Nyssens (CDH). - M. Willems vient d'insister sur la recommandation formulée voici quelques années par l'Observatoire concernant l'insertion éventuelle, dans le Code pénal, d'une infraction relative à la manipulation dans les sectes. À l'époque, le ministre avait répondu qu'il n'était pas favorable à cette recommandation qui constituait une arme à double tranchant. Je voudrais savoir si une initiative gouvernementale sera prise sur ce point. Je crois que les conceptions du Centre ont évolué quant à la notion d'infraction pénale.

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en minister van Justitie. - Vooraf wil ik erop wijzen dat de Kamer van Volksvertegenwoordigers een werkgroep heeft opgericht die belast is met de opvolging van de aanbevelingen van de Parlementaire Onderzoekscommissie Sekten. Die werkgroep zal de verschillende actoren horen die zich bezighouden met schadelijke, sektarische organisaties over hun activiteiten en de praktische uitwerking van de in 1997 geformuleerde aanbevelingen van de Parlementaire Onderzoekscommissie. Het betreft het Informatie- en Adviescentrum inzake schadelijke, sektarische organisaties, de Administratieve Coördinatiecel inzake de strijd tegen de schadelijke, sektarische organisaties en het Federaal parket en de inlichtingen- en de politiediensten.

Op grond van die informatie zal worden nagegaan in welke mate de aanbevelingen reeds effectief op het terrein werden vertaald, welke aanbevelingen nog moeten worden gerealiseerd, dan wel of bijsturing en aanpassing noodzakelijk zouden zijn. Ik vind het dan ook gepast om de werkzaamheden van die werkgroep af te wachten teneinde op grond van zijn besluiten maatregelen te nemen.

Wat de Administratieve Coördinatiecel betreft, heb ik in mijn beleidsnota vermeld dat ik van plan was om een ontwerp van koninklijk besluit uit te werken dat aan de leden van de cel ter raadpleging zal worden voorgelegd en dat voorziet in een gewijzigde, meer aan de realiteit aangepaste samenstelling waardoor de cel operationeler zal worden. Mocht het evenwel noodzakelijk blijken, dan kan de cel binnen een zeer kort tijdsbestek bijeenkomen en eventueel de vereiste maatregelen nemen.

De bestraffing van mentale destabilisatie en het misbruik van personen die zich in een zwakke positie bevinden, is mijns inziens vanuit het oogpunt van de bewijslast van het misdrijf een bijzonder delicate aangelegenheid. Aangezien de ervaring op dat vlak in Frankrijk niet overtuigend is, ben ik veeleer terughoudend en wacht ik op de eventuele conclusies van de werkgroep in dit verband.

In zijn tweejaarlijks jaarverslag 1999-2000 heeft het Informatie- en Adviescentrum inzake schadelijke, sektarische organisaties aanbevelingen geformuleerd over het misbruik van personen in een zwakke positie.

Ik wil eraan herinneren dat het Centrum alleen voor huisvesting en voor personeel afhangt van de minister van Justitie, maar niet voor de inhoud van zijn opdracht. De leden van het Centrum worden aangesteld door de Kamer en die kiest ook de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter. Ik preciseer verder dat het huishoudelijk reglement alleen ter goedkeuring aan de Kamer wordt voorgelegd. Het komt mij dan ook niet toe om mij met de interne werking van het Centrum in te laten. Het Centrum zal het volgende tweejaarlijks verslag 2003-2004 gedurende het eerste trimester van 2005 publiceren.

Il existe une étroite coordination entre la cellule administrative de coordination et les services de police spécialisés. Les informations et données échangées étant évidemment confidentielles, elles sont traitées par un groupe restreint et non par la cellule tout entière.

Selon les termes de l'article 8 de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité, la Sûreté de l'État a pour mission de rechercher, d'analyser et de traiter les informations relatives aux organisations sectaires nuisibles. Cette matière faisait déjà partie intégrante du travail de la Sûreté de l'État bien avant de devenir une compétence légale. Il ne faut pas confondre la cellule administrative de coordination de la lutte contre les organisations sectaires nuisibles et le service civil de renseignement et de sécurité qu'est la Sûreté de l'État. C'est la raison pour laquelle nous avons pris le parti de parler de « section » en ce qui concerne ce service.

Depuis les travaux de la commission d'enquête parlementaire sur les sectes en 1997, le nombre de personnes affectées à cette tâche a fluctué, mais il convient d'observer que ce personnel se spécialise dans une matière en constante évolution. Depuis le 11 septembre 2001, l'urgence et les exigences politiques ont quelque peu modifié les axes de travail de la Sûreté de l'État. Désormais, une partie importante de sa force de travail s'attache au suivi de matières plus sensibles, par exemple la lutte contre le terrorisme postérieur au 11 septembre 2001.

La « cellule » s'occupant de la lutte contre les organisations sectaires nuisibles au sein de la Sûreté de l'État n'a pas été dissoute faute de personnel qualifié. Cette matière restant une compétence légale, le personnel spécialisé qui y est affecté reste tout à fait opérationnel et s'attache aux priorités du moment. À la suite de nouveaux recrutements, un personnel de renfort a été récemment mis à disposition de cette section d'analyse de la Sûreté de l'État.

En conclusion, la matière a toujours été et reste suivie de manière continue par la Sûreté de l'État, en fonction des moyens humains qui lui sont alloués et en fonction des priorités liées au contexte général de notre société. Les rapports relatifs aux années 2003 et 2004 que nous allons déposer au parlement devraient nous permettre d'avoir une discussion d'ordre général sur les priorités que nous devrons nous donner. À la lumière des pratiques en vigueur dans les pays partenaires, en France notamment, nous verrons comment tracer notre propre voie pour lutter le mieux possible contre les organisations sectaires nuisibles.

De heer Luc Willems (VLD). - Het antwoord van de minister was zeer volledig. Zij heeft in een vorig leven in de Franse Gemeenschap op dit gebied al heel wat acties ondernomen en uitvoering gegeven aan aanbevelingen.

Er blijft echter een probleem op het niveau van de wetgeving, die onontbeerlijk is om bepaalde zaken te kunnen aanpakken. In Limburg dook er onlangs nog zo'n dubieuze organisatie op. Heel wat mensen werden opgelicht door sjacheraars die zich bedienden van religieuze tekenen, enzovoort. We stellen telkens opnieuw vast dat de politiediensten en parketten niet altijd over het gepaste wetgevend arsenaal beschikken om die praktijken efficiënt te kunnen bestrijden. Ik neem mij bijgevolg voor om zelf initiatieven te nemen.