3-51 | 3-51 |
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Onze fractie wilde de dag van de armoede niet laten voorbijgaan zonder ook in het parlement de verschillende aspecten van de problematiek even onder de aandacht te brengen. We hadden eigenlijk een minidebat moeten organiseren zodat meer fracties daarbij betrokken konden worden. Dat kunnen we misschien doen bij het midterm-evaluation plan.
Met het koninklijk besluit van 21 juni 2001 houdende regeling van de samenstelling, de bevoegdheden en de werking van de Federale Adviescommissie Maatschappelijk Welzijn werd in de installatie van genoemde commissie voorzien.
Die commissie heeft adviesbevoegdheid ten aanzien van de federale regering omtrent de aangelegenheden vervat in de wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW's voor het gedeelte dat federaal is, de wet van 7 augustus 1974 inzake het bestaansminimum gewijzigd door de wet van 26 mei 2002 tot instelling van het leefloon, en de wet van 2 april 1965 betreffende de ten laste te nemen steun verleend door de OCMW's.
Die commissie heeft ook tot doel een democratisch forum te zijn én de integratie en participatie van de armen aan het beleid te bevorderen.
Tot op heden is die commissie er nog niet, zelfs bij de totstandkoming van de wet op het leefloon, een expliciete bevoegdheid van de commissie.
Waarom werd die commissie nog steeds niet geïnstalleerd, nu bijna vier jaar na de wettelijke voorziening ervan?
Meent de minister niet dat de geloofwaardigheid van de regering inzake haar pleidooi van medeburgerschap, van gelijkwaardigheid van alle burgers daardoor een flinke deuk krijgt?
Was het koninklijk besluit slechts bedoeld als een doekje voor het bloeden?
Indien de minister meent de commissie alsnog te moeten installeren, wanneer acht ze de tijd daar rijp voor?
Op welke datum zal de commissie operationeel zijn?
Mme Marie Arena, ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances. - Je suis vraiment désolée. Je crois avoir déjà été interpellée à ce sujet. Une de mes premières initiatives a été d'inviter une nouvelle fois les membres potentiellement intéressés par cette commission pour la constituer au plus tôt. En effet, je considère que cet organe consultatif aura un rôle important à jouer à l'égard de la politique que nous entendons mener. Hélas, le 16 mars, leurs réponses ne m'étaient toujours pas parvenues. Je leur ai donc envoyé un nouveau courrier en les invitant à me communiquer une liste double - une liste d'effectifs et une liste de suppléants - avant le 31 mars 2004.
La composition de cette commission est réglée par un arrêté royal de sorte qu'à défaut de liste complète, je suis dans l'impossibilité de la constituer. L'unique manière de contourner cet écueil consisterait à revoir la composition de la commission de façon à nous limiter aux seules personnes réellement intéressées.
Je ferai une ultime tentative pour susciter les candidatures mais si la situation n'évolue pas positivement dans les prochains jours, je proposerai une révision de l'arrêté royal afin que la commission puisse être constituée avec des personnes vraiment motivées.
La désignation des membres devra respecter la parité linguistique et le quota de genre, qui prévoit la présence d'au moins un tiers de représentants de l'autre sexe.
Je compte beaucoup sur cette commission consultative appelée à encadrer la politique d'intégration sociale. J'aurais, par exemple, volontiers sollicité son avis quant à l'évaluation des différents dispositifs.
Aujourd'hui, j'ai l'impression que certains acteurs répugnent à s'investir dans cette commission.
De voorzitter. - Ik stel vast dat de agenda van deze vergadering is afgewerkt.
Ik dank de collega's, mevrouw de minister en het personeel die deze vinnige debatten tot een goed einde hebben gebracht. (Men glimlacht.) Ik wens iedereen een goede paasvakantie.
-De Senaat gaat tot nadere bijeenroeping uiteen.
(De vergadering wordt gesloten om 21.05 uur.)