3-39

3-39

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 29 JANUARI 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Regeling van de werkzaamheden

Mme Isabelle Durant (ECOLO). - Dans le cadre des questions orales, je désire poser une question au ministre Flahaut, aujourd'hui absent. On me propose de reporter celle-ci à la semaine prochaine, ce que je ne puis admettre. En effet, la question porte sur un dossier d'une brûlante actualité, à savoir l'envoi de troupes au Congo et la particularité de non-couverture ou en tout cas de couverture insuffisante de la sécurité de ces troupes. J'aimerais obtenir aujourd'hui une réponse du gouvernement, même si je reviendrai ultérieurement sur le sujet en présence du ministre.

De voorzitter. - De bevoegde minister is momenteel voor dit probleem in Congo. Telefonisch liet hij me weten dat hij u zelf wenst te antwoorden. Het Bureau meende dan ook deze vraag naar volgende week te moeten verplaatsen.

Deze missie zal verschillende maanden duren. Het is begrijpelijk dat de minister u over een dergelijk onderwerp zelf wenst te antwoorden. Gewoonlijk staan de senatoren erop dat de bevoegde minister antwoordt. U lijkt erop aan te dringen dat een niet bevoegde minister antwoord geeft. Omwille van de kwaliteit van het debat acht ik het wenselijk dat de minister van Landsverdediging zelf antwoordt.

Mme Isabelle Durant (ECOLO). - Il est clair que nous reviendrons sur cette question dans les mois à venir, avec le ministre compétent. En revanche, l'actualité nous met en droit parlementaire d'obtenir au moins une réponse générique sur le problème puisque cette question concerne non pas un seul ministre, mais plusieurs.

De voorzitter. - Ik wil nog op iets wijzen waaraan u misschien niet hebt gedacht. In de Senaat bestaat er een commissie voor de opvolging van militaire missies in het buitenland. De minister heeft verleden week in die commissie gedurende vele uren uitsluitend over deze missie gesproken. De Senaat is daarover dus volledig ingelicht.

Mme Isabelle Durant (ECOLO). - Je n'ai pas assisté à cette commission parce que je n'en suis pas membre et qu'en outre elle était à huis clos. Le ministre de la Défense a dit, y compris à la Chambre, que les échanges de courrier, entre autres avec les instances onusiennes, pour garantir la protection des troupes qui partent, seraient mis à la disposition des parlementaires. Or, ce n'est pas le cas. Je sais que le ministre est en Afrique et qu'il aurait rencontré M. Kabila aujourd'hui même. Je crois savoir aussi que les accords de coopération ne sont toujours pas signés. C'est précisément ce qui m'inquiète et qui justifie largement ma préoccupation d'obtenir aujourd'hui des éléments d'information du gouvernement, quitte à revenir sur la question dans les semaines et les mois qui viennent en présence du ministre. Je maintiens donc ma demande d'obtenir une réponse sur le sujet.

De voorzitter. - Aangezien de Senaat door de bevoegde commissie werd ingelicht, blijf ik bij de beslissing van het Bureau om de vraag, conform de wens van de minister en de regering, tijdens de volgende vergadering door de bevoegde minister te laten beantwoorden.

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Ik heb gisterenmiddag een mondelinge vraag aan minister Onkelinx ingediend. Vanmiddag deelde mijn fractievoorzitter, die aanwezig was op de vergadering van het Bureau, mij mede dat die vraag zou worden omgezet in een vraag om uitleg. Ik was het ermee eens op voorwaarde dat ik vandaag antwoord zou krijgen. Dat is echter niet het geval. Ik heb drie vragen gesteld. Blijkbaar is het de gewoonte mijn vragen uit te stellen. Aangezien minister Demotte vandaag niet aanwezig is, ben ik het ermee eens dat mijn vraag aan hem wordt uitgesteld tot volgende week.

Wat mijn vraag aan minister Onkelinx betreft, werd ik aangesproken door voorzitters van rechtbanken uit mijn streek. Ik wil daar vandaag een antwoord op krijgen. U, mijnheer de voorzitter, hebt mijn reglementair ingediende mondelinge vraag omgezet in een vraag om uitleg. Ik wil vandaag antwoord.

De voorzitter. - Niet ik heb die vraag omgezet, het Bureau heeft dat gedaan.

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Ik kreeg informatie vanwege mijn fractievoorzitter.

De voorzitter. - Ik zou graag hebben dat uw fractievoorzitter, de heer Wille, hier aanwezig was, want hij was op het Bureau. Wij hebben geen drie vragen gekregen van u, maar slechts één. Wij hebben tijdens de vergadering van het Bureau de diensten opgebeld om na te gaan of er nog andere vragen van u ingediend waren. Dat was niet het geval.

U kent het reglement voor de mondelinge vragen: drie minuten voor de vraag en het antwoord. Een vraag over het reduceren van het aantal gerechtelijke arrondissementen vereist volgens mij een bredere discussie. Drie minuten is veel te weinig voor een discussie over het aantal gerechtelijke arrondissementen. Aangezien uw vraag belangrijk is, heeft het Bureau beslist dat ze niet in de vorm van een mondelinge vraag kan worden gesteld, maar als een vraag om uitleg. Zo kunnen ook de andere fracties hun mening geven over deze belangrijke aangelegenheid.

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Ik heb gezegd dat ik het ermee eens ben, op voorwaarde dat mijn vraag vandaag nog wordt geagendeerd.

Mijn vraag om uitleg nr. 3-109 aan de minister van Sociale Zaken werd door uw diensten gedrukt. Ik ben het ermee eens dat die vraag wordt uitgesteld tot volgende week, zodat de minister aanwezig kan zijn. Dat bewijst dat ik wel degelijk drie vragen heb gesteld. Ik vraag dan ook dat de minister mij een kort antwoord geeft op mijn mondelinge vraag over de rechtbanken. Dan kunnen we er volgende week nog een discussie over voeren in het raam van een vraag om uitleg. Als wij anderen beloven een vraag te stellen en dat binnen de termijn op reglementaire wijze doen, met naleving van artikel 69 van het reglement van de Senaat, hebben we recht op een antwoord. Ik wil hier niet elke week komen om mijn vragen te zien uitstellen, want dat wordt hier een gewoonte.

De voorzitter. - Dat is absoluut niet de waarheid.