3-31

3-31

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 18 DECEMBER 2003 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vragen

Mondelinge vraag van mevrouw Jacinta De Roeck aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken en aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over «de wapenexportlicentie voor een munitiefabriek in Tanzania» (nr. 3-120)

Mondelinge vraag van mevrouw Isabelle Durant aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over «de wapenexportlicentie voor een munitiefabriek in Tanzania» (nr. 3-121)

Mondelinge vraag van mevrouw Sabine de Bethune aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken en aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over «de samenstelling van de raad van bestuur van de Nationale Delcrederedienst en zijn beslissingsbevoegdheid» (nr. 3-125)

De voorzitter. - Ik stel voor deze mondelinge vragen samen te voegen. (Instemming)

Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - De regionalisering van de wapenhandel staat een coherent buitenlands beleid in de weg. De federale regering zal immers hoe langer hoe minder vat hebben op de ethische en de sociale aspecten van de leveringen. De huidige discussie over de bouw van een wapenfabriek in Tanzania bewijst eens te meer dat de regionalisering een vergissing is.

We krijgen erg uiteenlopende informatie. Kan de minister mij duidelijk zeggen waarover het gaat? Gaat het over de bouw van een wapenfabriek of enkel over de levering van machines die munitie produceren? Werd de exportlicentie reeds verleend? Zo niet, bestaat er al een principieel akkoord van de federale overheid om het verlenen van de licentie niet te verhinderen?

Wat is de beslissing - formeel of informeel - van de Delcrederedienst in dit dossier? Ondersteunt ze dit project onvoorwaardelijk?

Waarop is het standpunt van de Delcrederedienst gebaseerd? Op louter economische gronden of waren er ook sociale of ethische overwegingen?

Welke rol hebben de vertegenwoordigers van de federale ministers gespeeld? Hebben ze sociale of ethische bedenkingen geformuleerd? Er zouden vanuit dit Tanzaniaanse bedrijf voorheen reeds wapens zijn geleverd aan rebellen die strijden in Congo en Burundi.

Hoe kan de uitvoering van de plannen in overeenstemming worden gebracht met de uitgesproken wil van ons buitenlands beleid om de vrede in de regio van Centraal-Afrika te bevorderen?

Is er geen nood aan een federale centrale instantie, al dan niet geïntegreerd in de Delcrederedienst, die de sociale, ecologische en ethische aspecten van elke regionale beslissing onderzoekt?

Mme Isabelle Durant (ECOLO). - Une demande de couverture de risque pour 8,8 millions d'euros a été adressée au Ducroire. Elle concerne l'exportation d'une unité de production d'armement militaire ainsi que de matériel civil vers la Tanzanie.

D'après les informations dont fait état la presse, le Ducroire aurait accepté de transférer le dossier aux instances politiques après avoir marqué son accord. Cette décision aurait été prise en l'absence du représentant du ministre des Affaires étrangères.

Eu égard aux intentions affichées de la Belgique dans la région, et en particulier du ministre des Affaires étrangères, et cela sans préjudice des compétences économiques propres du Ducroire, je souhaiterais faire part de mes craintes et questions.

La Tanzanie se trouve dans une situation géopolitique pour le moins instable. Rappelons que la plupart des armes qui alimentent les conflits de la région des Grands Lacs proviennent de pays limitrophes, dont la Tanzanie. En outre, cette même région est surarmée. Rappelons enfin, si besoin en était, que 1,5 million d'armes légères sont en circulation dans le nord-est de la République démocratique du Congo, alors que l'armée nationale congolaise ne pourra à terme absorber que quelque 5 à 10% des combattants et guérilleros, enfants et adultes, des différentes factions en guerre. Beaucoup d'armes continueront donc à circuler, en contradiction avec le processus de transition que nous appelons de nos voeux.

Vous comprendrez dès lors ma préoccupation. La présence d'une unité de production de munitions dans la région des Grands Lacs, aussi légitime puisse-t-elle être pour ce qui concerne l'armée régulière tanzanienne, me laisse sceptique par rapport à la volonté d'apaisement qui semble partagée et réclamée par nombre d'acteurs, le ministre Michel en tête.

Je voudrais dès lors vous poser quatre questions. Quelle aurait été l'attitude du représentant de M. Michel au Ducroire s'il avait été présent lors de cette réunion, sachant, si je ne me trompe, que chacun des quatre ministres fédéraux représentés dispose d'un droit de veto ? En l'occurrence, en aurait-il fait usage ?

L'approche politique globale dans la Région des Grands Lacs en termes de pacification et de soutien à une transition ne peut-elle contribuer à définir la pertinence d'un soutien à la couverture d'un tel projet d'exportation ? Si l'on s'engage clairement pour la pacification, peut-on se servir de cet argument dans le cadre de la décision à prendre par le Ducroire ?

Dans quelle mesure des critères éthiques, sociaux et environnementaux sont-ils ou devraient-ils être pris en considération pour évaluer la pertinence d'une demande adressée à l'Office du Ducroire ?

Enfin, quel rôle entendez-vous faire jouer à la Belgique dans le processus de désarmement, démilitarisation et démobilisation en République démocratique du Congo, qui pourrait s'inspirer de l'opération de démilitarisation exemplaire menée il y a quelques années au Mozambique ? Ici, il me semble que nous allions plutôt dans le sens d'une militarisation, orientation que je trouve très préjudiciable vu la situation de ce pays.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - De raad van bestuur van de Delcrederedienst bestaat uit 20 leden en 20 plaatsvervangers, allen benoemd door de Koning bij een in Ministerraad overlegd besluit. In werkelijkheid is de raad van bestuur niet volledig samengesteld bij gebrek aan benoemingen. Artikel 455 van de programmawet van 24 december 2002 wijzigt artikel 12 van de wet op de nationale Delcrederedienst, waardoor onder andere de samenstelling van de raad van bestuur wordt gewijzigd. Die wijziging is nog steeds niet uitgevoerd.

Graag kreeg ik van de minister duidelijkheid over de huidige samenstelling van de raad van bestuur. Hoeveel vaste leden en plaatsvervangers zijn thans effectief benoemd? Welke mandaten werden nog niet ingevuld?

Wanneer wordt artikel 455 van de voornoemde programmawet over de samenstelling van de raad van bestuur van de Delcrederedienst toegepast? Waarom heeft de regering de nieuwe samenstelling van de raad van bestuur, die gepland was in september 2003, uitgesteld?

Volgens artikel 13 van de Delcrederewet kan in bepaalde gevallen de bevoegdheid om waarborgen te verlenen, worden overgedragen aan de directeur-generaal. Bestaat er een intern reglement waarin die overdracht wordt geregeld? De voorwaarden zijn niet in de wet ingeschreven. Dit is geen onbelangrijke aangelegenheid, aangezien er vaak gebruik wordt van gemaakt bij het nemen van delicate beslissingen.

Moet er een quorum worden bereikt in de raad van bestuur om geldig te kunnen stemmen? Zo ja, wordt bij het niet-bereiken van het voorziene quorum de beslissing dan automatisch overgelaten aan de directeur-generaal?

Op de vergadering van dinsdag 16 december stond het exportdossier van machines voor de productie van munitie in Tanzania door het Luikse bedrijf New Lachaussée op de agenda van de Delcrederedienst. Werd de kredietgarantie voor New Lachaussée voor de activiteiten in Tanzania goedgekeurd? Hoeveel leden van de raad van bestuur waren toen aanwezig? Heeft een aanwezige ministeriële afgevaardigde gebruik gemaakt van zijn schorsingsbevoegdheid overeenkomstig artikel 16 van de Delcrederewet? Zo ja, wie was die ministeriële afgevaardigde en waarom heeft hij zijn vetorecht gebruikt?

Mevrouw Fientje Moerman, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. - De aanvraag voor New Lachaussée Tanzania stond geagendeerd op de raad van bestuur van de Nationale Delcrederedienst (NDD) van 16 december 2003. De leverancier is het Belgische bedrijf New Lachaussée, dat op 24 oktober 2003 een contract heeft getekend met het Tanzaniaanse ministerie van Defensie voor de levering van militair materieel. De debiteur is dus het Tanzaniaanse ministerie van Defensie. De waarde van het contract is als volgt: 4.959.043,20 euro voor het hoofdcontract, 3.901.450,40 euro voor het contractdeel dat de opties betreft. Het gaat dus om een totaal te herverzekeren bedrag van 8.860.493,60 euro.

De werking van de Delcrederedienst is vastgelegd in de wet van 31 augustus 1939. Deze wet is in de afgelopen 64 jaar verschillende malen herzien. De wet van 17 juni 1991 bepaalt de besluitvormingsprocedure. De beslissingen worden bij gewone meerderheid genomen. Daarvoor zijn 11 van de 20 stemmen nodig. Dekking kan worden verleend hetzij voor rekening van de Staat hetzij voor eigen rekening van de Delcrederedienst. Zoals valt af te leiden uit de beslissingen die op 16 december 2003 door de raad van bestuur van de Delcrederedienst werden genomen, was het wettelijk vereiste quorum aanwezig, namelijk 11 van de 20 leden. De zaak New Lachaussée Tanzania kon met een gewone meerderheid door de raad worden goedgekeurd. De raad heeft het voorstel aanvaard.

De wet op de Nationale Delcrederedienst van 31 augustus 1939 bepaalt dat de ministeriële afgevaardigden tijdens de vergaderingen van de raad beslissingen kunnen schorsen. Dat is op 16 december niet gebeurd. Onder voorbehoud deel ik mee dat er geen vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken is. Ik heb wel een vertegenwoordiger in de raad van beheer. Mijn vertegenwoordiger heeft mij na de vergadering laten weten dat hij wegens andere verplichtingen de vergadering van de raad van 16 december niet heeft kunnen bijwonen. De minister van Economie was dus niet vertegenwoordigd bij de behandeling van dit dossier.

De raad van beheer heeft beslist het voorstel tot herverzekering van risico's te aanvaarden op voorwaarde dat een exportlicentie wordt afgegeven. De beoordeling of een exportlicentie wordt afgegeven en de daadwerkelijke afgifte ervan is geen federale bevoegdheid meer. Door de bijzondere wet van 12 augustus 2003 werd aan de gewesten overgedragen de bevoegdheid inzake in- uit- en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair of voor ordehandhaving dienstig materieel en de daaraan verbonden technologie evenals van producten en technologieën voor tweeërlei gebruik. De licenties voor het leger en de federale politie zijn een restcompetentie van de FOD Economie.

De raad van bestuur heeft dus die beslissing genomen op voorwaarde dat er een wapenexportlicentie door het gewest wordt afgeleverd, wat bij mijn weten nog niet is gebeurd. In tempore non suspecto, namelijk op 9 september 2003, heeft de raad van bestuur van de dienst beslist, precies naar aanleiding van de regionalisering van de wapenwet, om voor militaire zaken alleen de louter verzekeringstechnische aspecten van de kredietverzekering te onderzoeken. Deze beslissing werd als volgt verwoord: "À l'avenir et ce, dans l'esprit de la nouvelle législation, circonscrire l'examen des affaires militaires aux aspects techniques de l'assurance-crédit."

De ethische afweging die gepaard gaat met de toekenning van de wapenuitvoerlicentie, valt samen met een beslissing over deze uitvoerlicentie, wat sinds de wet van 12 augustus een bevoegdheid van de gewesten is.

Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - Het antwoord van de minister bewijst dat mijn stemgedrag in augustus het juiste was.

De regionalisering van de wapenhandel impliceert dat federaal alleen economisch wordt beoordeeld of wapenexport al dan niet kan, zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met sociale of ethische aspecten. Ik zal dan ook een wetsvoorstel indienen dat ervoor zorgt dat een federale instantie de gewesten advies verstrekt over de sociale, ecologische en ethische aspecten. We kunnen niet pronken met een buitenlands beleid dat vrede nastreeft in het gebied van de Grote Meren, en tegelijk wapens exporteren of wapenfabrieken in de regio steunen.

Mme Isabelle Durant (ECOLO). - Je ne suis évidemment pas particulièrement satisfaite de la réponse. En effet, au-delà des éléments factuels qu'elle contient, il a été dit dans cette enceinte, lors des débats sur la régionalisation de la loi relative aux licences d'armes, que le fédéral n'avait pas le monopole de l'éthique et que la Région pouvait aussi traiter des questions éthiques dans le cadre des décisions qu'elle doit prendre. Je retourne l'argument et je dis que la Région n'est pas la seule à avoir le monopole de l'éthique, je pense que le fédéral doit aussi traiter des sujets éthiques.

Même si la décision du Ducroire est une décision économique, je ne comprends pas l'absence de deux représentants fédéraux, et non des moindres, ceux des Affaires étrangères et de l'Économie, même si je sais qu'ils ont d'autres obligations. Je trouve anormal qu'ils n'aient pas au moins fait usage d'un questionnement quand une région comme celle des Grands Lacs est concernée ou quand il s'agit de soutenir une politique éthique lors du processus politique de transition, de la démilitarisation et du désarmement de cette zone où les armes circulent en abondance et à n'importe quel prix.

Je ne comprends donc absolument pas la réponse. Les représentants fédéraux sont absents, et nous n'avons aucun élément en termes de préoccupation éthique. La patate chaude est renvoyée à la Région.

Ce n'est pas très décent, même si la loi organise les compétences. La présence de représentants fédéraux devait à tout le moins permettre d'informer et de prendre, le cas échéant, une décision assortie d'une série de conditions indispensables.

Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Mijn fractie is van oordeel dat de opdracht van de Delcrederedienst ruimer is dan de economische verzekeringslogica en ook rekening moet houden met ethische criteria. Elke onderneming is daar overeenkomstig de OESO-richtlijnen toe gehouden. We zullen een wetsvoorstel indienen dat dit uitdrukkelijk in de wet op de Delcrederedienst inschrijft.

Dit concrete dossier is in strijd met de wapenwet. We onderschrijven de analyse van Bart Horemans van Pax Christi in De Morgen. Het is ook in strijd met het zogenaamde ethische buitenlandse beleid van de regering omdat het de instrumenten waarover het beschikt om een ethisch beleid te voeren, niet aanwendt. De afwezigheid van de vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken op de raad van bestuur van de Delcrederedienst wijst op struisvogelpolitiek. In de plaats van uit een visie van conflictpreventie zijn mening te laten gelden, blijft het departement afwezig.

Voor CD&V kan dit niet. Vorig jaar zijn in de regio 3 miljoen doden gevallen. De steun van de Delcrederedienst voor de export van machines die munitie produceren naar een land waar geen controle bestaat op lichte wapens en dat een draaischijf is voor de wapenhandel naar buurlanden die bij een gewapend conflict betrokken zijn, lijkt CD&V volledig in strijd met elk vredesbeleid in de regio.

Mevrouw Fientje Moerman, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. - Ik ben mevrouw de Bethune nog het antwoord schuldig op haar vraag over de stand van zaken bij de aanwijzing van de nieuwe leden van de raad van bestuur van de Delcrederedienst. Vice-eerste minister Vande Lanotte coördineert dit dossier momenteel.

Wat de minister van Buitenlandse Zaken betreft, is het niet zo dat zijn waarnemer afwezig is gebleven, hij heeft er gewoon geen aangewezen.