(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Sinds 15 januari 1992 is in België het UNO-Verdrag inzake de rechten van het kind van kracht. België is er dan ook toe gehouden de nodige maatregelen te nemen om de rechten van kinderen daadwerkelijk te realiseren.
Deze opdracht vergt een volgehouden politieke wil en ook het vrijmaken van de nodige financiële middelen.
Daarom had ik graag van u een antwoord gekregen op volgende vragen :
1. Welke concrete beleidsmaatregelen en acties hebt u sinds uw aantreden in de regering in juli 1999 genomen, ter bevordering van de rechten van het kind, en met welk resultaat ?
2. Hoeveel middelen werden ingeschreven in de begroting van 1999 binnen uw bevoegdheidsdomein, in globo en per post, ter verwezenlijking van de kindvriendelijke dimensie binnen uw bevoegdheidsdomein ?
3. Hoeveel werd in 1999 effectief uitgegeven (volgens de rekeningen), in globo en per post, ter bevordering van de rechten van het kind binnen uw bevoegdheidsdomein ?
Antwoord : De gebruikte instrumenten zijn voornamelijk van fiscale aard. De Rijksmiddelenbegroting bevat weliswaar geen gedetailleerde overzicht met betrekking tot de fiscale uitgaven en de andere aftrekken die de ontvangsten van de Staat beïnvloeden maar de kost van een bepaalde fiscale maatregel kan geraamd worden aan de hand van een micro-simulatiemodel gesteund op een representatief staal. Op basis van de thans beschikbare belastingstatistieken met betrekking tot de inkomsten 1999 (aanslagjaar 2000) en het micro-simulatiemodel kunnen de kosten van de kindvriendelijke dimensie van het fiscaal beleid voor 1999 als volgt becijferd worden.
verhoging belastingvrij minimum voor kinderen ten laste en éénoudergezinnen : 1054 miljoen euro (42,5 miljard frank)
aftrek kosten voor kinderopvang : 47 miljoen euro (1,9 miljard frank)
aftrek van 13000 frank (voor indexatie) voor kinderen jonger dan 3 jaar waarvoor geen aftrek voor kinderopvang geldt : 19 miljoen euro (0,8 miljard frank).