Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-51

ZITTING 2001-2002

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid

Vraag nr. 1009 van mevrouw de Bethune d.d. 12 december 2000 (rappels van 18 april 2001 en 15 januari 2002) (N.) :
Kinderrechten. ­ Aandacht in het beleid in 2000.

Sinds 15 januari 1992 is in België het UNO-Verdrag inzake de rechten van het kind van kracht. België is er dan ook toe gehouden de nodige maatregelen te nemen om de rechten van kinderen daadwerkelijk te realiseren.

Deze opdracht vergt een volgehouden politieke wil en ook het vrijmaken van de nodige financiële middelen.

Daarom had ik graag van u een antwoord gekregen op volgende vragen :

1. Welke concrete beleidsmaatregelen en acties hebt u in 2000 genomen, ter bevordering van de rechten van het kind, en met welk resultaat ?

2. Hoeveel werd in 2000 effectief uitgegeven (volgens de rekeningen), in globo en per post, ter bevordering van de rechten van het kind binnen uw bevoegdheidsdomein ?

Antwoord : 1. De bevordering van de rechten van de minderjarige consument lijkt me erg belangrijk.

De Conventie van de Verenigde Naties over de rechten van het kind, goedgekeurd op 20 november 1989 en geratificeerd door België door de wet van 25 november 1991, bevat alle rechten van de mens van de « drie generaties », die van toepassing zijn op het kind : politieke, burgerlijke, sociale, economische en culturele rechten.

Men zou kunnen zeggen dat alleen de rechten van het kind als consument « vergeten » zijn, ook al heeft de conventie mogelijk belangrijke gevolgen voor het statuut van de minderjarige consument. Dit is meer bepaald zo voor de erkenning van het recht op informatie, opvoeding, vrije meningsuiting, respect voor de persoonlijke levenssfeer ...

Ik heb verscheidene informatiecampagnes gesteund en meer bepaald een campagne rond lessen over geld en krediet in lagere en secundaire scholen.

Deze campagne, die plaatshad in 2000-2001, omvatte een pedagogisch dossier voor de lesgevers van de lagere scholen, een pedagogisch dossier voor de lesgevers in de secundaire scholen en een informatiebrochure voor de leerlingen van het secundair onderwijs.

De jongeren de kans geven een kritische kijk op de consumptie te hebben, is de beste remedie, de beste waarschuwing tegen overmatige schuldoverlast.

Samen met mijn collega die is belast met de Sociale Integratie, dhr. J. Vande Lanotte, heb ik een studie gefinancierd over de jongeren en het krediet, die u kan inkijken op de website van het ministerie van Economische Zaken.

Mijn ministerie heeft eveneens een studiedag gesteund die werd georganiseerd door de « Confédération des organisations de jeunesse » op 15 maart 2002 met als thema « De jongeren en de consumptie, het welzijn tot welke prijs ? ».

Met het oog op de overgang naar de euro werden talrijke informatiecampagnes op touw gezet voor jongeren, zowel op school als daarbuiten. We hebben, via een aantal initiatieven, getracht om tegelijkertijd een zo groot mogelijk aantal jongeren te bereiken en de lesgevers te voorzien van materiaal, informatie en methodes die hen de kans geven grondig te werk te gaan in hun klassen.

Een essentiële doelstelling was de voorbereiding van de jongeren om de informatie door te geven aan hun familie, dus hen in feite om te vormen tot lesgevers van hun oudere familieleden, van wie we weten dat ze vaker weigerachtig staan tegenover verandering en die moeilijker toegang hebben tot informatie.

De belangrijkste verwezenlijkingen zijn de volgende :

De operatie Eurotribe : een deels ludieke, deels vormende operatie bestemd voor alle jongeren van het land, zowel op school als daarbuiten.

Het pedagogisch dossier « Go voor de euro » dat gevolgd werd door projecten van leerlingen en methodologische steun aan lesgevers.

Massale verdeling van pedagogisch materiaal bij het begin van het schooljaar 2001.

CD-rom « Euro reflex » : deze interactieve cd-rom met duizenden oefeningen en een volledige documentatie over de Europese opbouw werd verstuurd (oktober 2001) naar alle lagere en secundaire scholen.

Wat de reglementering betreft zijn de wetten voor de bescherming van de consument van toepassing op alle consumenten en dus ook op de kinderen, of op alle minderjarige consumenten in het algemeen.

Ik ben bijzonder bezorgd over de manier waarop kinderen op reclame reageren.

Kinderen en adolescenten zijn een bijzonder doelpubliek geworden voor de reclamesector. We leven in een marktmaatschappij, waarin het aanbod van producten en de reclame vrij zijn. Maar er moet ook goed gelet worden op de evolutie, want oneerlijke praktijken of « pure reclame » zijn nauwelijks aanvaardbaar.

De beroepssector heeft een gedragscode aanvaard om de reclamecampagnes vóór Sinterklas en Kerstmis te beperken.

De eerste evaluatie van de toepassing van deze code toont aan dat de meerderheid van de ondernemingen deze regels over het algemeen heeft nageleefd.

Het leek me dus niet noodzakelijk dit soort reclame te reglementeren.

Indien nodig zal ik mijn standpunt herzien na de tweede evaluatie die in juni 2002 zal plaatshebben.

Wat de handelspraktijken betreft, heb ik opgetreden bij de schijntekorten, een marketingstrategie om nieuwe producten te lanceren (Playstation 2, Harry Potter ...). Deze strategie bestaat erin de consument voor te bereiden, hem te doen watertanden en er daarna voor te zorgen dat er een tekort is.

De reclame en de marketingspraktijken moeten geďnspireerd zijn door respect voor de consument en vooral voor kinderen of jongeren.

Deze praktijken wijken af van dit principe.

De jongeren vormen zo'n bijzonder doelpubliek dat de praktijken van de beroepssector totaal werden gewijzigd.

Is de algemene reglementering voldoende aangepast aan deze evolutie ?

Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden heb ik het « Centre de droit de la consommation » van de UCL ermee belast me concrete voorstellen te doen.

2. Het is moeilijk u een exact cijfer te geven van de uitgaven voor de acties die werden gevoerd in 2000, daar verscheidene acties gespreid waren over twee of drie kalenderjaren en andere acties samen met andere actoren werden gevoerd.

Als u dat wenst, zal ik u de precieze cijfers van de vastgelegde uitgaven ter beschikking stellen.