Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-47

ZITTING 2001-2002

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

Vraag nr. 1694 van mevrouw de Bethune d.d. 23 november 2001 (N.) :
Begroting 2002. ­ Rechten van het kind.

De tekst van deze vraag is dezelfde als die van vraag nr. 1691 aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken, die hiervoor werd publiceerd (blz. 2463).

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

1 en 2. In het algemeen wil ik stellen dat, net zoals dat voor de doelgroep vrouwen geldt, een beleid inzake kinderen zowel verticaal (een specifiek beleid) als horizontaal (mainstreaming) georiënteerd zou moeten zijn. Ik probeer in mijn beleid inzake Leefmilieu, Volksgezondheid en Consumentenzaken aandacht te hebben voor beide aspecten.

De verwezenlijkingen van de doelstellingen 2002 inzake kinderrechten vergen niet louter financiële middelen, maar ook personele middelen en aandacht voor de specifieke aspecten inzake beleid ten aanzien van kinderen.

Meer specifiek wil ik ingaan op de volgende beleidsaspecten.

Volksgezondheid

Sinds 1999 bestaat er een wetenschappelijke commissie voor het beleid, de organisatie en de financiering van de pediatrische zorg in de Belgische ziekenhuizen, die geleid wordt door de professoren Casaer en Cannoodt.

Deze commissie, die zich baseert op een grondige analyse van de organisatie en de financiering van de pediatrische zorgen in België zal, in de volgende weken, beleidsvoorstellen formuleren teneinde de zorg voor kinderen te optimaliseren.

Deze voorstellen hebben tot doel een algemeen zorgprogramma in te voeren, evenals gespecialiseerde zorgprogramma's voor kinderen in het ziekenhuis. In de voorstellen die gedaan zullen worden is voorzien dat elk ziekenhuis dat een kind opneemt, zich moet schikken naar de bepalingen die voorzien zijn in het Europees Charter voor kinderen in het ziekenhuis.

Wat betreft de gespecialiseerde diensten voor kinderen zullen voorstellen gedaan worden voor programma's als « dagchirurgie », « urgente zorg », « intensieve zorg » en « ambulante zorg ».

Ik wil er ook op wijzen dat in het kader van deze commissie twee pilootprojecten opgezet zijn, namelijk een project over « kindvriendelijke spoedgevallen » en een project voor adolescenten in de psychiatrie.

Op basis van deze twee pilootprojecten zal een « evidence based » procedure ontwikkeld worden, die rekening houdt met de opvang van kinderen en hun begeleiders, kwalitatieve communicatiemodellen tijdens externe en interne transferts en de psychosociale aspecten van een aangepaste infrastructuur.

Patiëntenrechten

In uitvoering van het regeerakkoord van 7 juli 1999 werkte ik een voorontwerp van wet betreffende de rechten van de patiënt uit. De rechten die in dit voorontwerp werden opgenomen, met name het recht op kwaliteitsvolle dienstverstrekking, het recht op vrije keuze van zorgverlener, het recht op informatie over de gezondheidstoestand, het recht op toestemming, het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, rechten in verband met het patiëntendossier en het recht op klachtenbemiddeling, zullen evenzeer van toepassing zijn op kinderen als op volwassenen. Echter zullen de rechten wegens onbekwaamheid in hoofde van het kind zelf, door een andere persoon worden uitgeoefend. Meer in het bijzonder is het specifiek beschermingsstatuut voorzien in het gemeen recht van toepassing. Dit wil zeggen dat de ouders of de voogd de rechten voor het kind uitoefenen. Het kind moet wel zoveel als mogelijk worden betrokken bij de uitoefening van zijn rechten als patiënt. In bepaalde gevallen kan de zorgverlener na evaluatie van de graad van ontwikkeling van het kind eventueel beslissen dat het kind de rechten zelf kan uitoefenen. In het belang van de patiënt en onder strikte voorwaarden kan de zorgverlener bovendien eventueel afwijken van de beslissing van ouders of voogd.

Op dit ogenblik heb ik het advies van de Raad van State ontvangen. Dit is overwegend positief. Na de nodige aanpassingen wordt het voorontwerp terug voorgelegd aan de Ministerraad en daarna ter ondertekening aan het Staatshoofd met het oog op de indiening ervan bij de Kamer van volksvertegenwoordigers. De uiteindelijjke doelstelling is de publicatie van een wet betreffende de rechten van de patiënt in het Belgisch Staatsblad.

Vanuit de ervaring dat een specifieke wet betreffende de rechten van de patiënt nog niet steeds garandeert dat patiënten of diegenen die de rechten moeten eerbiedigen, deze rechten kennen, ben ik momenteel ook reeds begonnen met het uitwerken van een flankerend beleid.

Ook de voorbereidingen voor de uitvoering van de wet betreffende de rechten van de patiënt zijn reeds ver gevorderd, namelijk werden reeds uitvoeringbesluiten uitgewerkt voor de ombudsfunctie binnen de ziekenhuizen en de Federale Commissie « rechten van de patiënt ».

Voornoemde werkzaamheden omtrent het dossier patiëntenrechten zullen in 2002 worden verdergezet.

Vooraleer in een specifiek budget kan worden voorzien ter verzekering van de rechten van de patiënt, is het noodzakelijk dat er sprake is van een wet betreffende de rechten van de patiënt, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Drugs

De drugsnota van de federale regering (van 19 januari 2001) staat een algehele ontrading van drugsgebruik voor ten aanzien van minderjarigen. Met drugs worden in de nota niet enkel de illegale drugs bedoeld, maar ook tabak, alcohol en geneesmiddelen. De nadruk ligt hierbij dus duidelijk op preventie. Eventuele (problematische) gebruikers worden zoveel mogelijk doorverwezen naar de hulpverlening met het oog op (her)integratie. Voor handelaars en producenten van illegale drugs blijft de repressie het enige antwoord !

Onrechtstreeks worden alle minderjarigen dus extra beschermd door de drugsnota aangezien ieder illegaal drugsgebruik strafbaar blijft voor hen (met andere woorden verandert er in dit opzicht niets in vergelijking met de huidige regeling). Indien meerderjarigen cannabis gebruiken in aanwezigheid van minderjarigen, zullen de meerderjarigen hiervoor gestraft worden. Het is dus enkel de bedoeling met de wijziging van de drugswet dat het individueel, niet-problematisch cannabisgebruik van een meerderjarige niet langer zal vervolgd worden.

Vanuit de 12 394 676,24 euro die jaarlijks voorzien wordt door de federale overheid voor de verdere uitvoering van de drugsnota worden onder andere ook expliciet middelen vrijgemaakt om preventieve campagnes te ondersteunen. De uitwerking hiervan is echter de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken.

Geestelijke gezondheidszorg

In 2002 wordt verder gewerkt aan de uitvoering van de beleidsnota met onder andere verdere uitbreiding van het zorgaanbod. Een aantal projecten worden voorzien :

­ extra bedden kinderpsychiatrie;

­ pilootproject voor zeer intensieve behandeling van jongeren met gedragsmoeilijkheden;

­ pilootproject voor psychiatrische gezinsverpleging voor kinderen;

­ pilootproject voor poliklinische en outreachingfunctie.

Consumentenzaken

In 2001 zal verder gewerkt worden aan de speelpleinveiligheid en veiligheid op kermissen en in attractieparken (budget minimaal 50 000 euro). Er komt een nieuwe reglementering voor liften (budget minimaal 50 000 euro). Verder werk ik aan een nieuwe reglementering in verband met algemene productveiligheid in verband met zonnecentra en speelgoed. Al deze nieuwe reglementeringen hebben natuurlijk een belangrijke invloed op de veiligheid in het algemeen en op de veiligheid van kinderen in het bijzonder.

Het globale budget van de Dienst productveiligheid bedraagt ongeveer 200 000 euro (8 miljoen frank). De concrete projecten voor de aanwending van dit budget liggen nog niet vast.

3. Directie Gezondheidszorgbeleid, ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.