Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-46

ZITTING 2001-2002

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

Vraag nr. 1677 van mevrouw de Bethune d.d. 23 november 2001 (N.) :
Begroting 2002. ­ Genderaspecten.

De tekst van deze vraag is dezelfde als die van vraag nr. 1674 aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken, die hiervoor werd gepubliceerd (blz. 2357).

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.

Volgende strategische doelstellingen werden voor 2001 geformuleerd :

­ Aanmoedigen van onderzoek en verspreiden van informatie over de gezondheid van vrouwen : in voorbereiding van de gezondheidsenquête 2005, wordt in 2001 de « gezondheidsenquête 2001 » doorgelicht op genderaspecten.

­ De zichtbaarheid van vrouwen vergroten : de communicatie (zowel schriftelijk als mondeling) naar buiten bevat geen taalseksismen.

­ Integratie van de genderdimensie in twee beleidsvoorstellen :

a) Federale beleidsnota drugsproblematiek :

· medicatie zal vanuit een genderspecifieke invalshoek worden benaderd;

· de te ontwikkelen epidemiologie en evaluatie zullen genderspecifieke variabelen bevatten.

b) Beleidsnota « geestelijke gezondheidszorg » : bij de verwerking van het diepgaand epidemiologisch onderzoek wordt het aspect gender uitdrukkelijk meegenomen.

In 2001 werd de cel « mainstreaming » als pilootproject opgestart ter ondersteuning van de verschillende ministers uit de federale regering bij de realisatie van hun strategische doelstellingen. Het evaluatieverslag van deze cel « mainstreaming » werd door de deskundigen ingediend op 30 november 2001. De resultaten van deze evaluatie worden momenteel onderzocht door de regering. Vervolgens zal beslist worden over de modaliteiten van de voortzetting van de cel « mainstreaming » en de bepaling van eventuele nieuwe strategieën ter realisatie van « gender mainstreaming ».

In 2002 wordt verder gewerkt aan de realisatie en concretisering van de doelstellingen geformuleerd in 2001.

­ Aanmoedigen van onderzoek en verspreiden van informatie over de gezondheid van vrouwen : in voorbereiding van de gezondheidsenquête 2005, wordt in 2001 de « gezondheidsenquête 2001 » doorgelicht op genderaspecten.

Zowel de Raad voor gelijke kansen (Commissie gender en gezondheid) als het Centrum voor bevolkings- en gezinsstudies (CBGS) werd gevraagd een analyse te maken van de gezondheidsenquête 2001. Het gaat om een screening over zowel de inhoudelijke topics als een aantal technisch-methodologische aspecten. De Raad voor gelijke kansen zal vermoedelijk klaar zijn met haar advies tegen februari/maart 2002. Idem dito voor het CBGS.

Vervolgens wordt een werkgroep opgericht (kabinet, administratie, afgevaardigde Raad gelijke kansen en CBGS, iemand van de cel « mainstreaming ») die de resultaten van beide screenings bij mekaar brengt, vergelijkt en een rapport met aanbevelingen opstelt. In het licht van deze aanbevelingen wordt de enquête 2001 herlezen en worden wijzigingen/aanvullingen voorgesteld voor de enquête 2005.

­ De zichtbaarheid van vrouwen vergroten : de communicatie (zowel schriftelijk als mondeling) naar buiten bevat geen taalseksismen.

In 2001 werd de nota « Taalseksismen ... hoe vermijden ? » uitgewerkt. Deze nota werd aan alle kabinetsleden bezorgd. Een informatieve bijeenkomst werd georganiseerd voor alle kabinetsleden. Tijdens deze bijeenkomst werd zowel het waarom van de nota als de inhoud ervan toegelicht.

Het is de bedoeling om in 2002 deze vormingssessies te herhalen en zelfs uit te breiden. Vorming zal niet enkel gegeven worden over taalseksismen en hoe die te vermijden, maar ook over gender, « gender mainstreaming » en de toepassing daarvan in concrete dossiers. Een drietal sessies zal op verschillende ogenblikken georganiseerd worden, opdat iedereen de kans krijgt eraan deel te nemen. Deze werkwijze zal nadien met de deelnemers (deelneemsters) geëvalueerd worden.

Oorspronkelijk was het onze bedoeling om dergelijke vormingssessies eveneens op te zetten in de administratie. Wegens de Copernicushervormingen die nog volop aan de gang zijn, verschuiven we dit naar een latere datum.

­ Integratie van de genderdimensie in twee beleidsvoorstellen :

a) Federale beleidsnota drugsproblematiek :

· medicatie zal vanuit een genderspecifieke invalshoek worden benaderd;

· de te ontwikkelen epidemiologie en evaluatie zullen genderspecifieke variabelen bevatten.

De Hoge Gezondheidsraad verstrekt eind 2001-begin 2002 een advies in verband met het gebruik van psychofarmaca. Ik vroeg hierbij bijzondere aandacht te besteden aan het genderaspect. Begin volgend jaar zal een sensibiliseringscampagne gevoerd worden zowel naar het grote publiek als naar de gezondheidswerkers(sters). Daarin zal vermoedelijk, en mede afhankelijk van het advies van de Hoge Gezondheidsraad, een onderscheid gemaakt worden tussen mannen en vrouwen.

Betreffende alcoholverslaving worden de resultaten van de enquêtes 1997 en 2001 (voor zover reeds beschikbaar) geanalyseerd op gender.

In 2002 wordt een rondetafel georganiseerd (kabinet, Wetenschappelijk Instituut volksgezondheid, cel « mainstreaming ») die voorstellen formuleert om het tekort aan genderspecifieke epidemiologische gegevens op te vangen.

b) Beleidsnota « geestelijke gezondheidszorg » : bij de verwerking van het diepgaand epidemiologisch onderzoek wordt het aspect gender uitdrukkelijk in aanmerking genomen.

Hier zijn de plannen voor 2002 de volgende :

­ opstellen van een literatuurlijst evenals een aantal aanbevelingen die blijken uit de doorgenomen literatuur; gepoogd wordt eveneens om hiaten in het wetenschappelijk onderzoek te achterhalen, met andere woorden : welke elementen werden nog niet onderzocht ?

­ overwogen wordt (dit is nog niet helemaal zeker) contacten te leggen met buitenlandse partners (Nederland, Zwitserland, Canada, Scandinavische landen) die ervaring hebben met het thema « gender en gezondheid ».

­ overleg kabinet-Wetenschappelijk Instituut volksgezondheid met als doel voorstellen te formuleren die het tekort aan genderspecifieke epidemiologische gegevens opvangt.

De verwezenlijking van de doelstellingen 2002 inzake « gender mainstreaming » vergen niet zozeer financiële middelen, dan wel personeelsmiddelen en aandacht voor de genderspecifieke aspecten. Ik probeer in 2002, nog meer dan dat het geval was in 2001, het aspect « gender mainstreaming » via een mentaliteitswijziging ingang te doen vinden bij mijn medewerkers(sters).

Daartoe werd één verantwoordelijke (zie verder) aangesteld op het kabinet, die de verschillende dossierverantwoordelijken aanport, informeert en ondersteunt.

Enkel de buitenlandse contacten (zie beleidsnota « geestelijke gezondheidszorg ») vergen extra middelen. Momenteel wordt nog onderzocht welke contacten écht een meerwaarde kunnen opleveren en op welke wijze deze georganiseerd kunnen worden.

Op mijn kabinet volgt Bea Elskens, adviseur, deze zaken op; in de administratie is dat Nelly Scheerlinck, gelijkekansenambtenaar.