2-143

2-143

Belgische Senaat

Handelingen

DINSDAG 9 OKTOBER 2001 - OPENINGSVERGADERING

(Vervolg)

Toespraak van de voorzitter

De voorzitter. - Waarde collega's, in de eerste plaats zou ik ons zeer jonge oudste lid in jaren, de heer Tobback, willen danken voor de vriendelijke en efficiënte wijze waarop hij de nieuwe zitting heeft geopend.

Met de barbaarse aanslagen van 11 september jongstleden hebben duistere krachten de symbolen van de Amerikaanse samenleving willen treffen.

Vergissen wij ons echter niet. De Verenigde Staten werden dan wel als eersten getroffen, maar al onze vrije en verdraagzame democratieën zijn potentieel de schietschijf van deze bedreiging, die voortkomt uit het religieuze fundamentalisme.

Tijdens de volgende maanden zullen we de oorzaken van dit ongebreidelde terrorisme diepgaand moeten analyseren. Als verkozenen zullen we de nodige impulsen moeten geven aan het buitenlandse beleid, maar evenzeer aan het binnenlandse beleid van ons land en van de Europese Unie.

We moeten bijdragen tot het nastreven van een duurzame vrede in het Midden-Oosten, waar het conflict tussen Israël en de Palestijnen sinds lange tijd het extremisme een voedingsbodem geeft.

De strijd tegen het terrorisme, die ons sinds vele maanden in de Senaat bezighoudt, zal een van de prioriteiten worden van onze gemeenschappelijke actie.

Waarde collega's, na 11 september heb ik de ambassadeur van de Verenigde Staten bij mij geroepen en de voorzitter van de Amerikaanse Senaat geschreven, om ze in uw naam en in mijn persoonlijke naam, onze gevoelens van medeleven en solidariteit te betuigen evenals ons rouwbeklag tegenover de families van de slachtoffers in New York en Washington.

Het Amerikaanse volk is ons twee keer te hulp gesneld. Duizenden jonge mensen uit Oklahoma of Louisiana zijn op ons grondgebied komen sterven om ons van het nazisme te bevrijden.

Dat zullen wij nooit vergeten en daarom scharen wij ons vandaag vastberaden aan de zijde van de Verenigde Staten, in de strijd tegen het internationale terrorisme.

Wij trekken niet "ten oorlog" en wij ondernemen geen "kruistocht", want wij kennen de draagwijdte van de woorden. Maar wij voeren campagne tegen religieuze onverdraagzaamheid, van waar ze ook komt, tegen obscurantisme en tegen het barbarendom van de vijanden van tolerantie en van vrijheid.

Vooraleer wij onze werkzaamheden aanvatten, nodig ik u uit een minuut stilte in acht te nemen ter nagedachtenis van de slachtoffers. (De vergadering neemt een minuut stilte in acht.)

Waarde collega's, in eerste instantie wil ik u eenvoudig maar oprecht heel hartelijk danken voor het vertrouwen dat u opnieuw in mij stelt.

De voormalige voorzitter van de Franse Assemblée nationale, Edgar Faure, verklaarde graag dat een eerste verkiezing de vrucht van het toeval en van de omstandigheden kon zijn maar dat een tweede verkiezing dat nooit was.

M. Philippe Moureaux (PS). - Sauf quand l'instance va être supprimée !

De voorzitter. - Wat dan te denken van een derde verkiezing?

In alle bescheidenheid meen ik uw stemgedrag dan ook te mogen interpreteren als een goedkeuring van een optreden dat, zoals u weet, erop gericht is het werk van de Senaat te verdedigen en te herwaarderen.

Als jurist die al aan de universiteit een sterke belangstelling aan de dag legde voor publiek recht, ben ik er diep van overtuigd dat het bicamerisme een noodzaak is.

Ik kantte me al tegen het verzwakte tweekamerstelsel dat de regering in haar staatshervorming voorstelde. Ik was het eens met het idee van een specialisatie van de kamers, en met name met het onderzoek van de begrotingen en de politieke controle door de Kamer van volksvertegenwoordigers alleen. Ik heb mij daarentegen verzet tegen het afschaffen van het volledige bicamerisme op wetgevend vlak en het ingewikkelde systeem van de evocatie.

Professor Pactet van de Sorbonne heeft het in "Théorie et pratique des régimes politiques" zeer goed geformuleerd: een federale staat, in tegenstelling tot een confederale staat, veronderstelt een sterke federale staat boven de gefedereerde staten. Daarom beschikken alle federale staten in de wereld, zonder een enkele uitzondering, over een tweede kamer met belangrijke bevoegdheden.

Professor Pactet schrijft daarover verder: "Op het vlak van de bevoegdheden is het principe in een federale Staat dat de federale Kamer over werkelijke en belangrijke bevoegdheden moet beschikken; anders is het deelnemen van de gefedereerde staten aan de federale uitoefening van de wetgevende macht een illusie."

Waarde collega's, het debat over het bicamerisme is zo oud als de democratie zelf.

M. Marcel Cheron (ECOLO). - On dit bicaméralisme !

De voorzitter. - De twee termen zijn correct. De Fransen hebben het vooral over "bicamérisme", terwijl de Belgen over "bicaméralisme" spreken.

Het debat over het bicamerisme is niet typisch voor België. In vele landen met een tweekamerstelsel staat de Senaat ter discussie en staan ongeduldigen en pseudo-pragmatici lijnrecht tegenover wijze mensen die, mijns inziens terecht, van mening zijn dat het streven naar een kwalitatief hoogstaande wetgeving belangrijker is dan de snelheid waarmee die wetgeving tot stand komt.

Het argument snelheid is in mijn ogen des te zwakker omdat de wetsontwerpen er langer over doen om door de Ministerraad te komen dan door het onderzoek door beide Kamers.

Dankzij het heilzame ingrijpen van de voorzitters Swaelen en Lallemand en van senator Erdman konden de meeste prerogatieven van de Senaat gelukkig gehandhaafd worden. Hoewel de instelling die we vandaag kennen, dankzij u, waarde collega's, heel wat werk verzet, is haar werking verre van ideaal en verdient ze dus een nieuwe en duurzame hervorming.

Tijdens de vorige zitting heeft onze assemblee 103 wetteksten goedgekeurd, namelijk 2 voorstellen tot herziening van de Grondwet, 49 wetsontwerpen in het kader van de klassieke, bicamerale procedure, 35 wetsontwerpen in het kader van een evocatieprocedure en 17 wetsvoorstellen die in de Senaat zijn ingediend, waaronder één voorstel van bijzondere wet.

Van de 35 wetsontwerpen die de Senaat heeft geëvoceerd, hebben we er 10 geamendeerd. Van die 10 zijn er 6 zonder opmerkingen door de Kamer aangenomen, werden er op 3 van die voorstellen in de Kamer tegenamendementen ingediend, die op hun beurt door de Senaat zijn aangenomen. Eén tekst wordt nog door de Kamer van volksvertegenwoordigers behandeld. Dat betekent ongeveer 400 bladzijden in het Belgisch Staatsblad, een blad dat bekendstaat voor zijn grote bladzijden en zijn kleine lettertype.

Achter die cijfers ligt evenwel een wereld, een samenleving die deze verzameling regels aan den lijve ondervindt. Vrouwen en mannen die nieuwe kansen krijgen of nieuwe verplichtingen krijgen opgelegd. Juristen zeggen ons: "De wet beveelt, de wet verbiedt en de wet staat toe." Dat zijn woorden van een ontwapenende eenvoud, maar met een ontzettend grote draagwijdte. Ze onthullen de echte kracht van de wet, het vermogen om het dagelijks leven vorm te geven. Dat is een realiteit die een wetgevende assemblee nooit uit het oog mag verliezen wanneer ze goochelt met artikelen, paragrafen, begrippen en woorden. De Franse professor Esmein schreef dat niet de minste vergelijking mogelijk is tussen het gevaar dat er een goede wet minder zou zijn en het gevaar dat er een slecht wet meer zou zijn.

De uitdagingen zijn inderdaad enorm. De wetgever heeft dan ook niet het recht zich te vergissen. Meer nog, onze burgers aanvaarden niet langer dat fouten worden gemaakt. De publieke opinie verwacht van de overheid steeds meer dat zij verantwoording aflegt. Geen enkele macht ontsnapt daaraan, noch de uitvoerende macht, noch de rechterlijke macht, noch de wetgevende macht. De wetgever die fouten maakt, moet zich verantwoorden voor de publieke opinie, voor de media en hoe langer hoe meer ook voor de rechter. Was Honoré de Balzac al niet van mening dat de mens de wetten beoordeelt op passionele gronden?

Het gevolg van dit alles, waarde collega's, is dat de kwaliteit van de wetgeving de belangrijkste zorg moet zijn van de ware democraten. Indien onze samenleving problemen heeft met haar wetgeving, dan is dat niet alleen omdat er te veel wetten zijn maar nog meer omdat de kwaliteit ervan ondermaats is, omdat die wetten geen rekening houden met een steeds complexere wereld. Om die reden hebben alle grote democratieën ter wereld - het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland, Japan en andere - voor het bicamerisme gekozen. Om dezelfde reden hebben die landen die hun vrijheid hebben herwonnen en een ideaal democratisch bestel nastreven, in een recent verleden besloten zich met een tweede kamer toe te rusten. Dat geldt onder meer voor Rusland, Polen, de Tsjechische Republiek, Roemenië, Slovenië, en andere.

Waarde collega's, het bicamerisme biedt zonder enige twijfel als instelling de ruimste waarborgen voor de kwaliteit van de wetgeving. De dubbele behandeling van een wettekst door twee verschillende assemblees, samengesteld uit verkozenen met een uiteenlopende achtergrond, beschermt de burger het best tegen het willekeurige optreden van de regering of tegen wetgevend kunst- en vliegwerk. Volgens Emile Vandervelde behoort de Senaat een hof van beroep te zijn.

In een eenkamerstelsel kan een over een ruime meerderheid beschikkende regering er zeer belangrijke wetsontwerpen doorjagen nog voor de bevolking of de betrokken takken van het bedrijfsleven zelfs maar vermoeden dat ze bestaan. Vanuit een strikt democratisch oogpunt vormt dit aspect de grootste zwakheid van het eenkamerstelsel. Ongetwijfeld kan het bicamerisme in bepaalde gevallen de besluitvorming afremmen. Deze kritiek sluit volledig aan bij de tijdsgeest die elke menselijke activiteit vertaalt in termen van productiviteit. Daar staat tegenover dat wetten geen industrieproducten zijn en al evenmin communicatiemiddelen. Tijd brengt raad.

Heeft overigens minister-president Dewael zelf niet vastgesteld dat het Vlaams Parlement, dat maar één kamer telt, soms overhaast tewerk gaat. Onlangs heeft mijn vriend De Batselier, voorzitter van het Vlaams Parlement, een derde lezing voorgesteld. Ik heb trouwens hetzelfde gedaan toen ik voorzitter was van het Brussels parlement, dat ook slechts uit één kamer bestaat.

Dat een tweede Kamer, waarde collega's, een wettekst kan ontleden met de frisse, onbevangen en onbevooroordeelde blik van een buitenstaander, is geen weelde en is geenszins overbodig.

Kamer en Senaat kunnen als het ware elkaars wetgevingsverzekering zijn, en zij zijn dat ook. Kijken we maar naar de recente wetsontwerpen inzake de bemiddeling in gezinszaken, de elektronische handtekening, de eerroof en de vzw's. Daarvan getuigen straks wellicht ook de geëvoceerde ontwerpen inzake de invoering van de alternatieve straffen en de wijziging van de wapenwet.

Vergeten we niet, waarde collega's, dat de federale Staat zeggenschap behoudt over de zogenaamde "harde" materies, - justitie, politie, het gros van de fiscaliteit, defensie of de inlichtingendiensten - bevoegdheden waarbij de persoonlijke vrijheden voortdurend in het geding zijn en die alleen met grote bedachtzaamheid en zin voor nuance mogen worden uitgeoefend. Hier groeit het tweekamerstelsel uit tot een vorm van rechtsbescherming en een garantie voor de burger.

Het bicamerisme, waarde collega's, ontleent zijn bestaansrecht evenwel niet uitsluitend aan het streven naar een behoorlijke wetgeving.

De openbare debatten in democratische instellingen over de grote maatschappelijke uitdagingen kunnen slechts gevoerd worden in een assemblee die minder rechtstreeks te maken heeft met de politieke actualiteit en de invloed van politieke partijen.

Die tendens is merkbaar in alle moderne democratieën: één van beide assemblees, die minder afhankelijk is van de politieke waan van de dag, biedt een luisterend oor aan het middenveld.

In dit verband heeft onze Senaat zijn rol ten volle vervuld. Daarvan getuigen de zeer grondige besprekingen die aan euthanasie gewijd werden, aan palliatieve zorg, aan de Tobintaks, aan de mensenhandel, aan het asielrecht, aan de Europese vraagstukken of aan de ontwikkelingssamenwerking.

Het is geen toeval dat grote hervormingen die betrekking hebben op het persoonlijk statuut en het persoonlijk leven van de Belgen, zoals de wet op de hervorming van de echtscheiding, de depenalisering van de abortus, de reglementering van de euthanasie, het aanmoedigen van de palliatieve zorg en de gelijkheid tussen mannen en vrouwen alle de vrucht zijn van het werk van de Senaat.

Waarde collega's, toen de Grondwetgever in 1993 het Belgische institutionele landschap herschikte, onderging ook de Senaat een metamorfose. De hervorming van de Senaat werd echter niet gedragen door een coherente welomlijnde visie, maar vormde het wat toevallige resultaat van een breed scala van ideeën, afwegingen en compromissen.

De toekomst van de Senaat, waarde collega's, is in uw handen en niet alleen in die van de regering.

Op mijn verzoek heeft het Bureau van de Senaat aan elke politieke fractie gevraagd om hem vóór 15 november haar visie op de toekomst van een aangepaste Senaat mee te delen.

Ik wens dan ook dat wij op die basis, op korte termijn, via een consensus in de Senaat, de krachtlijnen kunnen definiëren van een duurzame en evenwichtige hervorming van onze assemblee.

Waarde collega's, u hebt mij tot uw voorzitter verkozen. Ik zou u dan ook de verzekering willen geven van een tweevoudige ambitie.

In eerste instantie wil ik de voorzitter zijn van allen en met u samenwerken aan een verstandige en constructieve hervorming van onze assemblee.

In de tweede plaats is het mijn ambitie de voorzitter te zijn van een Senaat die erkend wordt en objectief beoordeeld wordt op grond van het vele verrichte werk, van een moderne en dynamische Senaat die ten dienste staat van onze democratie.

Ik wens u allen een voortreffelijk en verrijkend parlementair jaar.

Ik verklaar de Senaat voor samengesteld. Hiervan zal kennis worden gegeven aan de Koning, aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, en ook aan de Gewest- en Gemeenschapsraden.

Hiermit erkläre ich den Senat für konstituiert. Der König, die Kamer der Abgeordneten sowie die Regional- und Gemeinschaftsräte werden hiervon in Kenntnis gesetzt.