Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-39

ZITTING 2000-2001

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid

Vraag nr. 973 van mevrouw de Bethune d.d. 12 december 2000 (N.) :
Gelijke kansen voor mannen en vrouwen in het beleid. ­ Strategische doelstellingen. ­ Middelen. ­ Methodologie.

Terecht benadrukt de federale minister bevoegd voor het gelijke-kansenbeleid mevrouw Onkelinx in haar beleidsnota voor het begrotingsjaar 2001 (doc. 50 0905/020), dat sinds de VN-vrouwenconferentie van Peking (in 1995) het gelijke-kansenbeleid geleidelijk een ruimere inhoud krijgt.

Zo moeten we ook op dit vlak vorm geven aan een stroomlijningsbeleid of een beleid van « mainstreaming » waarbij « elke maatregel of elk programma wordt bestudeerd en geanalyseerd op basis van een mogelijke verschillende impact op mannen en vrouwen ». Tevens meldt de federale minister bevoegd voor het gelijke-kansenbeleid dat alle leden van de federale regering, elk voor de aangelegenheden waarvoor zij bevoegd zijn, een strategische doelstelling hebben bepaald, waarvan de opvolging moet uitmonden in reële stappen voorwaarts wat de gelijkheid van mannen en vrouwen betreft.

Daarom kreeg ik graag een antwoord op volgende vragen :

1. Welke zijn de strategische doelstellingen inzake gelijke kansen van mannen en vrouwen die u binnen uw bevoegdheidsdomein hebt bepaald voor het jaar 2001 ?

2. Hoeveel middelen hebt u ingeschreven, in uw begroting van 2001, in globo en per post, ter verwezenlijking van de gelijke kansen van vrouwen en mannen in uw beleid ?

3. Wie is binnen uw diensten/kabinet bevoegd voor de opvolging van deze doelstellingen ? Welke methodologie hebt u voorzien om dit beleid op te volgen onder de coördinatie van de regering ?

Aanvullend antwoord : Hierbij deel ik het geachte lid mijn antwoord op de bovenvermelde vraag mee.

1. In haar nota van 26 januari 2001 aan de Ministerraad heeft de regering de strategische doeleinden inzake gelijke kansen tussen mannen en vrouwen per bevoegdheid voorgesteld. Wat de bevoegdheid « economie » van het ministerie van Economische Zaken betreft, luidt het in aanmerking genomen doeleinde als volgt : « beschikken over prospectieve onderzoeksinstrumenten waarbij de genderdimensie geïntegreerd wordt in de onderzoeken die verband houden met de ontwikkeling van nieuwe kennis en informatie technologieën ».

Ook werd, in het kader van het verlag van de regering, zoals voorzien door de wet van 6 maart 1996, strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie van Peking, door mijn departement een bijdrage geleverd over gelijke kansen voor vrouwen en mannen in het beleid gedurende het jaar 2000. Deze bijdrage bevat twee delen : externe en interne beleidsmaatregelen. Dit verslag van de regering werd op 1 juni 2001 door de Ministerraad goedgekeurd.

2. Er werd voor deze problematiek in geen apart budget voorzien.

3. In toepassing van de in het eerste « verslag van de regering over het beleid dat gevoerd wordt overeenkomstig de doelstellingen van de vierde wereldconferentie voor vrouwen » in Peking in 1995, heb ik in mijn kabinet en het ministerie verantwoordelijken aangeduid met het oog op de follow-up van deze materie. Voor mijn kabinet gaat het om mevrouw B. Decker, deskundige in macro-economie. Voor mijn administratie werden, op voorstel van de « interne begeleidingscommissie in het kader van de bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen » mevrouw M.-F. Coumont, adjunct-adviseur en mevrouw G. De Wever, opleidingsdirecteur, aangeduid.

De methodologie om dit beleid te integreren in de verschillende projecten van de besturen wordt uitgewerkt in samenwerking met de cel « mainstreaming », samengesteld uit leden van vijf universiteiten.