2-98

2-98

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 22 FEBRUARI 2001 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Michiel Maertens aan de minister van Landbouw en Middenstand over «het niet uitbetalen van een dioxineschadevergoeding aan de kleinveefokkers» (nr. 2-517)

De voorzitter. - De heer Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken, antwoordt namens de heer Jaak Gabriëls, minister van Landbouw en Middenstand.

De heer Michiel Maertens (AGALEV). - Vorige dinsdag heeft de minister bekendgemaakt dat 86% van de 28.754 dioxinedossiers aan de landbouwers werden uitbetaald en dat de hele zaak tegen eind juni wordt afgehandeld.

Met uitzondering van de machtige pluimveesector valt de kleinveesector - de houders van schapen, geiten en konijnen - niet onder de wet van 3 december 1999 en de koninklijke besluiten van 24 december 1999. Dit is strijdig met de verklaringen van de regering dat álle landbouwers die tijdens de dioxinecrisis schade hebben geleden, zouden worden vergoed. Deze kleine sector met weinig zeggingskracht kan niet de vergoeding genieten die de grote sectoren via het Agro-front hebben afgedwongen en wordt dus in de feiten gediscrimineerd.

Misschien is er toch nog wat beleidsruimte om een einde te maken aan deze discriminatie, want het gaat hier niet over vele miljoenen, en kan er met een aanpassing van de wet en via de programmawet voor deze zwakke groep nog een oplossing worden gevonden. Een geiten- of schapenboer is ook een landbouwer. Het zijn beroepsmensen. We mogen op deze mensen niet neer kijken. In Schotland of Australië behoren ze tot de grootste boeren. Het is dus belangrijk een einde te maken aan deze discriminatie. Daarom volgende vragen:

Waarom werd deze groep kleinveefokkers uitgesloten van de vergoedingen?

Staat de minister achter deze uitsluiting en waarom?

Op welke wijze zal de minister deze discriminatie opheffen en binnen welke periode zal hij dit eventueel realiseren?

De heer Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken. - Voor het opmaken van de wet van 3 december 1999 en de koninklijke besluiten van 24 december 1999 heeft mijn administratie een studie gemaakt over de schade die een rechtstreeks gevolg was van de dioxinecrisis. Daaruit bleek dat de pluimvee-, varkens-, rundvee- en melksector schade hadden geleden. Het Agro-front, dat betrokken was bij het bepalen van de vergoedingen, was het daar mee eens.

Natuurlijk zou ik het liefst alle sectoren die een rechtstreekse schade kunnen bewijzen, vergoeden maar de huidige wetgeving maakt dat niet mogelijk. Mijn juridische dienst heeft in eerste instantie een negatief advies gegeven in verband met een eventuele vergoeding aan de houders van schapen, geiten en konijnen. Ik heb de juridische dienst opnieuw om advies gevraagd en indien er nu een positief advies komt, zal ik de procedure starten om deze sectoren toch te vergoeden.

De heer Michiel Maertens (AGALEV). - Ik dank de minister voor dit antwoord, maar wijs er toch op dat de studie die de administratie over de geleden schade heeft gemaakt, duidelijk niet volledig is. Natuurlijk heeft de juridische dienst een negatief advies gegeven. Een schadevergoeding is volgens de huidige wet inderdaad niet mogelijk.

Het stoort me echter enorm dat de administratie aan de kleinveefokkers laat weten dat ze volgens de wet niet in aanmerking komen voor schadevergoeding, maar ook dat hun schade niet bewezen is, ook al hebben deze mensen de bewijzen zwart op wit aan de administratie doorgegeven. Ik zal ze trouwens dadelijk aan de minister geven met de vraag ze aan zijn collega door te spelen. Ik vind het een schande dat men op deze manier met de kleine landbouwers omspringt en hoop dat de minister uiteindelijk toch iets voor deze mensen zal doen. Het zijn immers allemaal landbouwers.