2-81

2-81

Sénat de Belgique

Annales parlementaires

JEUDI 30 NOVEMBRE 2000 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Philippe Bodson au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques sur «le cadre réglementaire entourant l'octroi des licences UMTS» (n° 2-266)

Demande d'explications de M. Vincent Van Quickenborne à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l'Environnement et au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques sur «la mise en enchères des licences UMTS» (n° 2-279)

Mme la présidente. - Je vous propose de joindre ces demandes d'explications. (Assentiment)

M. Philippe Bodson (PRL-FDF-MCC). - Le 15 septembre 2000, le Conseil des ministres a donné son accord au cadre réglementaire relatif à la mise aux enchères de la troisième génération de téléphonie mobile. Le communiqué de presse rédigé à cette occasion donnait une description assez précise de ce cadre réglementaire et donnait des indications sur le partage des sites, les conditions de déploiement du réseau, etc.

Cependant, monsieur le ministre, j'aimerais vous interroger sur trois points qui me paraissent importants, d'autant plus que, dans la situation actuelle du marché des télécommunications, les chances de réussite d'un appel d'offres ne sont pas véritablement assurées.

Je crois qu'il faut rendre l'environnement aussi attrayant que possible pour s'assurer un nombre de candidatures qui corresponde à celui des licences. Un des points essentiels à cet égard est la portabilité des numéros mobiles. Il s'agit du fait de pouvoir changer de fournisseur - Belgacom ou un autre - en gardant le même numéro et en évitant ainsi tous les problèmes liés à un changement de numéro.

Les conseillers que vous aviez choisis avaient eux-mêmes estimé cet élément important, lequel n'est d'ailleurs pas repris dans la directive européenne de 1998. Mais la commission européenne a l'intention d'introduire cette portabilité dans ses recommandations et dans la proposition de directive qu'elle prépare.

Tout le monde pense que cette portabilité sera obligatoire dès la fin de l'an 2001. Je me demande s'il ne serait pas opportun que la Belgique adopte une position très claire dans cette matière pour augmenter ses chances d'avoir quatre candidats.

En ce qui concerne les fréquences DCS 1800, l'article 25 de l'arrêté royal de 1997 s'oppose à l'attribution d'une nouvelle licence DCS 1800 avant le 1er janvier 2001. On peut en déduire qu'après cette date, qui n'est pas très éloignée dans le temps, le gouvernement pourrait décider d'attribuer une telle licence. Je crois qu'il s'agit là aussi d'un élément important avant l'organisation de cette enchère car il contribue à l'insécurité pesant sur la décision que les entreprises doivent prendre.

Le troisième point, plus technique encore, concerne les normes d'émission. Un débat a eu lieu et des positions ont été prises, notamment régionales. Ne conviendrait-il pas d'essayer de trouver un accord pour éviter d'avoir des émissions différentes au nord et au sud du pays ? Je crains que les normes dont on parle au sud ne remplacent la forêt des Ardennes par une forêt d'antennes et je ne suis pas persuadé que ce soit là notre souhait.

(M. Jean-Marie Happart, vice-président, prend place au fauteuil présidentiel.)

De heer Vincent Van Quickenborne (VU-ID). - Ik waardeer het dat collega Bodson zich eindelijk eens mengt in het UMTS-debat. Ik was maandenlang roepende in de woestijn. Eindelijk geeft iemand van formaat zijn maidenspeech over de UMTS-licenties.

Uiteraard hebben we via de programmawet kennis genomen van de bepalingen betreffende roaming, sitesharing en de waarborg. De heer Bodson stelt vragen over de nummeroverdraagbaarheid. Ik heb hierover reeds vragen gesteld en ik hoop dat er schot in deze zaak komt, ook al worden we door Europa niet verplicht om dit nu reeds te doen. Misschien kunnen we een voorsprong nemen.

Hij stelt tevens vragen over de straling, waarover ik een mondelinge vraag heb gesteld aan minister Aelvoet. Ik stel vast dat Franstalig België er een andere mening op nahoudt inzake straling. Het is zeer streng en hanteert een norm van 0,6 volt per meter. In Brussel wordt deze straling permanent gehaald, in de Senaat bedraagt de straling 1,1 volt per meter en in het Nederlandstalig landsgedeelte 42 volt per meter.

Ik blijf het betreuren dat in het Parlement geen voorafgaand openbaar debat is gehouden over de fundamentele beslissing om al dan niet een veiling te houden. Ik vraag mij af of we naar aanleiding van de programmawet de kans zullen hebben dit debat te voeren, alhoewel het waarschijnlijk reeds iets te laat is.

Dan heb ik een vraag over de voorwaarden aangaande de snelheid van de roll-out. Om een UMTS-dekking voor de hele bevolking te verzekeren moeten, net als in Frankrijk, voorwaarden worden opgenomen die bepalen dat op een vastgelegde termijn een bepaalde dekking moet worden verzekerd. Het verspreiden van UMTS mag niet beperkt blijven tot de driehoek Antwerpen-Brussel-Gent.

Over de nummeroverdraagbaarheid heb ik het reeds gehad.

Dan kom ik bij de zogenaamde Mobile Virtual Network Operator. Dit is een nieuw systeem waarbij andere operatoren dan de vier die over een licentie beschikken, gebruik kunnen maken van het netwerk. Ondermeer Telenet, dat niet voor een licentie meedingt, zou hierin geïnteresseerd zijn. Kan de minister hier meer over zeggen? Behoort dit tot de mogelijkheden?

Acht de minister het mogelijk dat ook de deelstaten een deel krijgen van de opbrengst van de veiling van de UMTS-licenties? Zij zijn immers belanghebbende partij omdat het plaatsen van de zendmasten een materie van ruimtelijke ordening is.

Mijn laatste vraag betreft het gezondheidsonderzoek. Uiteraard kan de minister verwijzen naar het antwoord van zijn collega Aelvoet. Ik hoop dat de minister zich houdt aan de normen van de Wereld Gezondheidsorganisatie en zich niet laat pramen door enkele minderheidsfracties die jammer genoeg terug te vinden zijn in het zuiden van het land.

M. Rik Daems, ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques. - A la première question de M. Bodson relative à la portabilité des numéros mobiles, la réponse est oui. Les éléments dont nous disposons aujourd'hui laissent supposer que ce point figurera dans la nouvelle directive dès le début de l'année 2002.

J'ai donc chargé l'IBPT de préparer l'introduction de cette portabilité des numéros mobiles.

En ce qui concerne les fréquences DCS-1800, à savoir la réunion des fréquences restantes pour attribuer une nouvelle licence de deuxième génération, la réponse est non.

Troisièmement, en ce qui concerne les normes d'émission, je me réfère à la réponse de ma collègue Mme Aelvoet. Actuellement, une concertation est en cours entre les différents niveaux de pouvoir afin de trouver une solution répondant aux exigences de chacun en la matière.

Wat de vraag om uitleg van de heer Van Quickenborne betreft, geloof ik niet ooit te hebben geweigerd om te antwoorden of om een fundamenteel debat aan te gaan.

Aangezien de beslissing van de regering om een veiling te houden zal uitgevoerd worden via een koninklijk besluit, bestaan er geen parlementaire stukken op basis waarvan kon worden gedebatteerd. Sitesharing en roaming zal op advies van de Raad van State in een wet worden geregeld. Het ene kon en kan dus perfect zonder het andere. Ik herhaal dat ik deze discussie nooit uit de weg ben gegaan.

Belangrijk te weten is dat op de website van het BIPT, het Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie, alle informatie op de meest transparante manier ter beschikking is die toelaat een antwoord te vinden op de vragen die mij werden gesteld. Niettemin wil ik ze graag herhalen.

Het is duidelijk dat we in een bepaalde roll-out voorzien: na drie jaar 30%, na vier jaar 40% en na vijf jaar 50% met een streefdoel van 85% na zes jaar. In deze technologie is men natuurlijk nooit zeker dat men het vooropgesteld percentage kan bekomen: vandaar "streefdoel". Met andere woorden, de eerste drie zijn vaste percentages, het vierde is een streefdoel.

Zoals ik reeds aan de heer Bodson heb gezegd, is mijn antwoord op de vraag naar nummeroverdraagbaarheid "ja". In tegenstelling tot enkele maanden geleden hebben we nu meer zekerheid dat dit in de richtlijnen zal worden teruggevonden. Aan het BIPT werd de opdracht gegeven deze richtlijnen voor te bereiden.

Wat de mobile virtual network operators betreft, antwoord ik negatief, wat niet wegneemt dat men op puur commerciële basis kan onderhandelen om tot een akkoord te komen. Mijn antwoord is negatief omdat ik anders niet inzie waarom ik een veiling moet houden bij diegenen die alle investeringen moeten doen om de derde generatie netwerken op te bouwen. Het lijkt mij iets te gemakkelijk dat degenen die nu aan de kant staan toch dezelfde rechten en plichten willen; met andere woorden, dezelfde rechten zonder de plichten. Dit is niet ernstig. Op commerciële basis staat het eenieder vrij te negotiëren maar ik kan ze niet dezelfde rechten geven als ze niet dezelfde plichten hebben. Daarom vindt de veiling plaats met degenen die aan de voorwaarden voldoen.

Wil ik de deelstaten deelachtig maken in de opbrengsten van de veiling? Ik meen dat dit in het verleden nooit het geval is geweest bij andere attributiemethodes van vergelijkbare technologieën en met vergelijkbare effecten. Ik zie dan ook niet in welk argument mij ertoe zou brengen om nu van die lijn af te wijken.

We zijn inderdaad actief aan het overleggen met de regio's over de blootstellingsnormen. De heer Bodson heeft het over emissienormen maar ik spreek liever over blootstellingsnormen. Ik kan hem verzekeren dat wij deze zaak zo snel mogelijk willen klaren.

M. Philippe Bodson (PRL-FDF-MCC). - Vos réponses sont très claires. Je pense vous avoir bien compris lorsque vous dites qu'il y aura portabilité mais qu'on n'attendra pas que celle-ci soit imposée par la Commission. Elle sera décidée par le gouvernement avant la mise aux enchères des licences UMTS.

M. Rik Daems, ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques. - On va de toute façon introduire la portabilité.

M. Philippe Bodson (PRL-FDF-MCC). - Pas après un an ?

M. Rik Daems, ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques. - Non, mais étant donné que la mise aux enchères se fera au début de l'année prochaine et que la technologie ne se développera qu'au début de l'année 2002...

M. Philippe Bodson (PRL-FDF-MCC). - Autrement dit, ce sera en pratique au moment du fonctionnement économique.

-L'incident est clos.