Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-18

ZITTING 1999-2000

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Justitie

Vraag nr. 245 van mevrouw de Bethune d.d. 17 december 1999 (N.) :
Gelijke kansen voor mannen en vrouwen. ­ Aandacht in het beleid in 1999.

Omdat het bevorderen van gelijke kansen een horizontale materie betreft, en dus op alle niveaus en in alle beleidsmaatregelen dient te gebeuren, is het de verantwoordelijkheid van alle ministers en staatssecretarissen om een concreet, zichtbaar, herkenbaar, meetbaar en controleerbaar gelijke-kansenbeleid voor vrouwen en mannen te ontwikkelen.

Ook tijdens de vierde UNO-Vrouwenconferentie in Peking (1995) werd benadrukt dat het nastreven van gelijke kansen voor vrouwen en mannen een belangrijke politieke prioriteit is op elk politiek niveau. Het slotdocument ­ Platform for Action ­ roept de regeringen daarom op om een gender-perspectief te integreren in alle beleidsmaatregelen en op alle beleidsdomeinen. Bedoeling van dit « mainstreamen » is de impact van beleidsmaatregelen op het leven van vrouwen en mannen te bestuderen en na te gaan in welke mate er rekening wordt gehouden met hun respectievelijke behoeften.

Krachtens de wet van 6 maart 1996 strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de Wereldvrouwenconferentie in Peking heeft de federale regering de verplichting jaarlijks verslag uit te brengen aan het federale Parlement over het beleid gevoerd overeenkomstig de doelstellingen van deze conferentie.

Bij gebrek aan verslag vanuit uw departement had ik graag van een antwoord gekregen op volgende vragen :

1. Welke concrete beleidsmaatregelen en acties hebt u sinds uw aantreden in de regering in juli 1999 genomen, ter bevordering van de gelijke kansen van vrouwen en mannen, en met welk resultaat ?

2. Hoeveel middelen werden ingeschreven, in de begroting van 1999 binnen uw bevoegdheidsdomein, in globo en per post, ter verwezenlijking van de gelijke kansen van vrouwen en mannen ?

3. Hoeveel werd in 1999 effectief uitgegeven (volgens de rekeningen), in globo en per post, ter bevordering van de gelijke kansen van vrouwen en mannen binnen uw bevoegdheidsdomein ?

Antwoord : In 1999 werden een aantal positieve acties ­ zoals beschreven in het gelijke-kansenplan van 1997 ­ verder uitgevoerd.

Dit plan stelt volgende acties voor :

a) acties die een mentaliteitswijziging beogen;

b) acties gericht op de loopbaan;

c) acties gericht op verbeterde arbeidsomstandigheden.

1. a) Acties die een mentaliteitswijziging beogen.

Vooraleerst heeft men zich tot doel gesteld het intern kader van positieve actie-ambtenaren te officialiseren.

Men beoogt hiermee een gedegen en gestructureerd gelijke-kansenbeleid te kunnen voeren in alle buitendiensten van het ministerie van Justitie, meer bepaald de rechterlijke orde en de strafinrichtingen.

Nadat in 1997 twee positieve-actie-ambtenaren en in 1998 een derde werd aangesteld werd in 1999 een vierde ambtenaar belast met de uitvoering van het gelijke-kansenbeleid. De complexiteit en de verschillende behoeften van de diverse buitendiensten, maken de aanstelling van een Nederlandstalige en Franstalige actie-ambtenaar, voor deze diensten naast de diensten van het centraal bestuur noodzakelijk.

Antennes worden opgericht om het gelijke-kansenbeleid te integreren in de buitendiensten. Deze zullen samen met de positieve-actieambtenaren regelmatig samenkomen en fungeren feitelijk als aparte interne begeleidingscommissies voor zowel de strafinrichtingen als voor de rechterlijke orde. Zij bepalen bovendien mede het gelijke-kansenplan voor hun buitendienst.

Deze contactpersonen vormen het gezicht van het positieve-actiebeleid : zij registreren klachten, verspreiden informatie en verduidelijken hun positie en deze van de positieve-actie-ambtenaren en de federale coördinator.

In 1999 startte men daadwerkelijk met de opbouw van een netwerk van contactpersonen voor de strafinrichtingen. Inmiddels wordt aan dit plan de laatste hand gelegd. Eveneens zijn de eerste stappen naar de uitbouw van een netwerk voor de rechterlijke orde gezet.

b) Acties gericht op de loopbaan

In 1999 organiseerde men voor het eerst voor de personeelsleden een assertiviteitscursus. Deze cursus was een nuttig instrument bij de bewustwording van hun capaciteiten en bij de mogelijkheid om deze te ontwikkelen.

Men kreeg hierbij steun van een gespecialiseerde firma, bekend met de mentaliteit van een overheidsbedrijf. Tijdens de kennismakingssessie, die in beide landstalen verliep, werd duidelijk dat er heel wat interesse was voor het volgen van deze opleiding.

De cursus, die gericht was naar zowel mannelijke als vrouwelijke personeelsleden van alle niveaus boekte een kleine 200 inschrijvingen.

c) Acties gericht op de verbetering van arbeidsomstandigheden

Voor de derde maal achtereenvolgens organiseerde men tijdens de zomervakantie een kinderopvang. Deze werd gesplitst in twee leeftijdsgroepen : de categorie van 3 tot en met 6 jaar en de categorie van 7 tot en met 12 jaar. Op deze manier kon men het activiteitenprogramma beter aanpassen aan de behoeftes van iedere leeftijdsgroep.

De kinderopvang was zeker succesvol; in de eerste categorie, noteerden we namelijk 80 inschrijvingen en in de tweede 89.

De kinderopvang is gratis; de kosten worden ingeschreven in het budget van de sociale dienst van het departement en bedroegen 70 000 frank. Dit jaar voorzag men voor de eerste maal in een opvang voor de kinderen van de personeelsleden werkzaam in het Justitiepaleis te Brussel.

Een volgende belangrijke actie ter bevordering van het gelijke-kansenplan bestond uit het inventariseren van alle bestaande adviesraden in de vorm van een aanvulmap.

Aan de hand hiervan werden de raden die niet evenwichtig waren samengesteld (minstens 1/3 van het andere geslacht) verzocht deze opnieuw en conform de wet samen te stellen. Wij kunnen verzekeren dat wat het departement Justitie betreft alle adviesraden evenwichtig zijn samengesteld.

Er waren ook acties buiten het gelijke-kansenplan. Zo besliste de directieraad begin 1999 om enkel toegang tot internet en e-mail toe te kennen aan de personeelsleden van niveau 1.

De positieve-actie-ambtenaren en de interne begeleidingscommissie vroegen de voorzitter van de directieraad deze beslissing te herzien. Nu wordt toegang verleend aan alle niveaus indien zij deze nodig hebben voor de uitvoering van hun werk.

2 en 3. Er is geen budget voorzien voor het gelijke-kansenbeleid, bijgevolg werd hiervoor geen bedrag begroot noch in globo noch per post. De kosten verbonden aan de acties vielen onder andere ten laste van het secretariaat-generaal, de opleidingsdienst en de sociale dienst naargelang deze activiteiten pasten in het werkdomein van deze diensten.

Voor de kinderopvang werd een beroep gedaan op het budget van de sociale dienst en er werd een bedrag van 70 000 frank ter beschikking gesteld om de lopende uitgaven te dekken

De kosten verbonden aan de organisatie van de assertiviteitscursus werden ten laste gelegd van het budget van de opleidingsdienst en bedroeg 633 435 frank.