2-5 | 2-5 |
De voorzitter - Geachte collega's, allereerst wens ik u te danken voor het vertrouwen dat u in mij hebt gesteld door mij de leiding van de werkzaamheden van de Senaat op te dragen.
Ik wens ook nog de "jonge oudste in jaren" van onze assemblee te danken voor de zwier waarmee hij eens te meer de aanloop van de nieuwe zitting efficiënt heeft geleid.
Ik wil ook de leden van het bureau gelukwensen met hun herverkiezing.
Zonder een uitspraak te willen te doen over de controversiële vraag of we op 1 januari 2000 dan wel op 1 januari 2001 de volgende eeuw ingaan, stel ik vast dat het zittingsjaar dat wij nu aanvatten, voor de meesten het laatste zal zijn van de eeuw en het eerste van het derde millennium.
Die start heeft plaats na parlementsverkiezingen die het Belgische politieke landschap grondig hebben dooreengeschud, maar die ook de wetgevende assemblees en heel speciaal de Senaat in ruime mate hebben vernieuwd.
Meer dan de helft van de leden van deze vergadering zijn voor het eerst senator en voor velen begint vandaag een eerste parlementaire zittingsperiode.
Daar de hervorming van het tweekamerstelsel pas van 1993 dateert, begint nu de tweede zittingsperiode van de nieuwe Senaat.
Ik denk dan ook, collega's, dat de zittingsperiode die vandaag start, voor onze instelling van de grootste betekenis zal zijn.
De laatste vier jaar heeft de Senaat, waarvan vele leden gehecht bleven aan de vroegere werking ervan, enigszins aarzelend zijn plaats gezocht. Wij moeten nu onze rol duidelijk beklemtonen en doeltreffend in praktijk brengen.
Zonder de oude tradities van de Hoge Vergadering te willen overboord gooien, meen ik toch dat op het gebied van de werk- en communicatiemethoden de tijd rijp is voor hervormingen. Zoals u het vandaag hier in het halfrond kunt zien, start onze nieuwe dienst Verslaggeving met een van de modernste digitale systemen voor opname en beluistering van de debatten.
Het belang van de Senaat wordt nog al te zeer miskend en sommige van zijn werk- en communicatiemethoden lijken vandaag nog niet aangepast te zijn. Die vaststelling is des te betreurenswaardiger en des te onbegrijpelijker omdat de wijze waarop de senatoren die rechtstreeks verkozen worden in de grote kiesdistricten die de gemeenschappen vormen, hun een zeer grote legitimiteit verstrekt, terwijl de zogenaamde gemeenschapssenatoren die dan weer op gewestelijk niveau verkozen zijn, voor de band met de federale assemblees zorgen.
De Senaat heeft dus een zeer belangrijke rol te spelen voor het evenwicht in ons institutioneel landschap.
In een wereld waarin informatie "heet van de naald" de regering en de Kamer van volksvertegenwoordigers verplicht overhaast op te treden in door emoties overheerste situaties, moet de Senaat duurzame, diepgaande en evenwichtige oplossingen blijven aanreiken voor de grote vraagstukken van onze turbulente tijd.
Hoewel de senatoren vandaag even jong zijn als de kamerleden, maakt de specialisatie van onze Assemblee - haar rol van reflectiekamer die de waan van de dag overstijgt - het mogelijk om, indien wij dat willen, de essentiële hervormingen tot stand te brengen waarop onze bevolking, zij het enigszins onduidelijk, haar hoop heeft gevestigd, zoals ze ons de jongste jaren vaak op spectaculaire wijze heeft duidelijk gemaakt.
Anders dan die beroemde figuur uit onze hedendaagse politieke geschiedenis, Achille Van Acker, gewezen eerste minister, maar ook gewezen Kamervoorzitter, die zei "J'agis d'abord, je réfléchis ensuite", moet de Senaat precies in alle omstandigheden eerst nadenken en vervolgens voorstellen doen.
Daarom bepaalt ons reglement dat commissiewerkzaamheden, in tegenstelling tot wat sinds enige jaren in de Kamer gebeurt, met gesloten deuren plaatshebben tenzij anders beslist wordt.
Ernstig wetgevend werk wordt niet verricht in de schijnwerpers. Het moet het resultaat zijn van dialoog en ernstige gedachtewisselingen die ver van de media en los van electorale overwegingen plaatshebben.
Daarenboven ben ik ook van mening dat de Senaat moet leren op zijn manier te communiceren, moet leren mee te delen wat hij doet en waarom hij dat doet.
Het is belangrijk dat de pers meer directe contacten onderhoudt met de Senaat en met de senatoren.
Persconferenties en perscommuniqués op geregelde tijdstippen zouden de media op de hoogte moeten houden van de voortgang van onze werkzaamheden. Zo moeten wij ook, bij de organisatie van onze debatten en meer bepaald de bespreking van onze vragen om uitleg, rekening houden met de werkregeling van de pers. De senatoren van hun kant moeten zoveel mogelijk trachten thema's en materies aan te snijden die nog niet in de Kamer behandeld zijn.
Om zijn rol als reflectiekamer te vervullen, kan de Senaat ook "themadebatten" organiseren, zoals artikel 74 van het reglement dat noemt. Ik hoop, collega's, dat u deze nieuwe mogelijkheid ten volle zal benutten.
Onze samenleving en ons land vertonen reeds al te lang grote zwakheden en talrijke disfuncties, ernstige problemen die al jaren niet geregeld raken, soms om technische, maar vaak ook om politieke of communautaire redenen.
Gelooft u ook niet dat de Senaat, ontmoetingsplaats bij uitstek voor alle geledingen van de Belgische samenleving, het ideale forum is om hiervoor oplossingen te zoeken ?
Het Bureau van de Senaat zal uw suggesties in verband met de themadebatten met veel belangstelling bestuderen en ik zal er persoonlijk op toezien dat bij de organisatie daarvan rekening wordt gehouden met wat dit land vooral bezighoudt.
In dat verband verheug ik mij er ook over dat de regering in haar regeringsverklaring het Parlement heeft gevraagd om een commissie voor politieke vernieuwing in te stellen. Ze moet zich vooral buigen over vraagstukken als de modernisering en de aanpassing van het kiesstelsel, de omvang van de kieskringen, een verhoogde politieke participatie van alle sociale geledingen, de stand van zaken aangaande de decumulatie van mandaten, enzovoort.
Ik meen dat de Senaat bij uitstek geschikt is om deze commissie in te stellen. Dat zal ik ook voorstellen tijdens de volgende vergadering van het Bureau.
Geachte collega's, de bedenkingen die ik zonet heb gemaakt met betrekking tot onze informatieve, reflectieve en toeziende taken mogen ons niet uit het oog doen verliezen dat wij in de eerste plaats wetten moeten maken.
Montaigne stelde : "Il y a autant de libertés et d'étendues à l'interprétation des lois qu'à leur façon".
Opdat ze op correcte wijze kunnen worden uitgevoerd en duidelijk worden begrepen, dienen onze wetten natuurlijk van uitstekende kwaliteit te zijn.
In een samenleving met een overvloed aan wetten zijn de kwaliteit en de vereenvoudiging van de wetgeving hoogst belangrijk, wil men niet in juristerij terechtkomen.
Als onderdeel van de wetgevende macht dient de Senaat zich dus, zowel voor zichzelf als voor zijn rechtssubjecten, onophoudelijk te buigen over de kwaliteit van de wetten.
Ik bedoel daar absoluut niet mee dat de Senaat zich in het verleden niet bewust zou zijn geweest van de noodzaak om de doeltreffendheid van de bestaande wetgeving of van de wetten in wording te evalueren.
Het onderzoek van jaarverslagen, zoals dat door bepaalde wetten wordt opgelegd, het horen van deskundigen en beroepsorganisaties, het bestuderen van sociale praktijken en maatschappelijke verschijnselen, zijn alle nuttige en zelfs onmisbare aspecten van de grondwetgevende taak van de Senaat.
Gelet op de omvang van het probleem en de ernstige gevolgen ervan, heeft men het onlangs noodzakelijk geacht de werkzaamheden van de Senaat met betrekking tot de wetsevaluatie te structureren en van het evalueren, zowel van de bestaande als van de nieuwe wetten, een belangrijke en permanente opdracht van onze assemblee te maken.
Om die reden heeft de Senaat op 21 januari 1999 eenparig besloten op voorstel van de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden een dienst wetsevaluatie op te richten die zich bij haar werkzaamheden heeft laten leiden door twee voorstellen van onze collega's.
De uitvoering van dit besluit werd verdaagd ten gevolge van de ontbinding van de Kamers en het verval van een wetsontwerp van de vorige regering dat betrekking had op de instelling van een procedure voor de evaluatie van de wetgeving.
Ik meen dat de Senaat nu verplicht is zijn eigen besluit ten uitvoering te brengen en zo snel mogelijk zijn dienst wetsevaluatie op te richten. Deze dienst zal meer in het bijzonder tot taak hebben een voorafgaande technische evaluatie te verrichten van sommige wetsontwerpen en -voorstellen en van de bestaande wetten, en dit op grond van de volgende criteria : de rechtszekerheid, de rechtsgelijkheid, de individuele rechtsbedeling, de subsidiariteit, de duidelijkheid van de doelstellingen, de effectiviteit, de efficiëntie, de overeenstemming tussen de gevolgen en de doelstellingen.
Deze dienst zal zijn taak vervullen op verzoek van een commissie en onder toezicht van het bureau van de Senaat.
Gelet op de politieke strekking van deze werkzaamheden, zal de eigenlijke evaluatie natuurlijk tot de exclusieve bevoegdheid van de senatoren zelf behoren.
Door de Senaat te bevrijden van de dagelijkse politieke beslommeringen heeft de grondwetgever de wil te kennen gegeven om van deze assemblee bij uitstek een plaats te maken waar diepgaand wetgevend werk kan worden verricht.
De Senaat heeft tot taak zich op de eerste plaats toe te leggen op de grote hervormingen van de wetgeving, alsmede op de vereenvoudiging en de modernisering van ons recht.
Ik wens u allen een voortreffelijke en verrijkende parlementaire zitting.
Ik verklaar de Senaat voor samengesteld.
Hiervan zal kennis worden gegeven aan de Koning, aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, alsook aan de gewest- en gemeenschapsraden.
Hiermit erkläre ich den Senat für konstituiert. Der König, die Kamer der Abgeordneten sowie die Regional- und Gemeinschaftsräte werden hiervon in Kenntnis gesetzt.