Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-98

ZITTING 1998-1999

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Sociale Zaken

Vraag nr. 1600/10 van mevrouw de Bethune d.d. 16 februari 1999 (N.) :
Samenwerking met de Raad van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen in 1998.

De Raad van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen, opgericht bij koninklijk besluit van 15 februari 1993 op initiatief van de minister belast met het Beleid van gelijke kansen, is een beleidsinstrument om de feitelijke gelijkheid van mannen en vrouwen te realiseren en de directe en indirecte discriminaties ten aanzien van vrouwen en mannen weg te werken.

Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit kan de raad op eigen initiatief of op verzoek van de leden van de regering rapporten opstellen, onderzoekingen verrichten, wettelijke of verordeningsmaartregelen voorstellen, voorlichting en informatie verschaffen en verspreiden.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord gekregen op volgende vragen :

1. Heeft hij in de loop van het jaar 1998 een advies gevraagd of een (andere) opdracht gegeven aan de Raad van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen ? Zo ja, welke en waarom ? Zo neen, waarom niet ?

2. Is er in de loop van het jaar 1998 enige vorm van samenwerking of overleg geweest tussen zijn diensten en de Raad van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen ? Zo ja, welke ?

3. Inhoeverre heeft hij in zijn beleid lopende het jaar 1998 rekening gehouden met de in het verleden door de raad geformuleerde adviezen en aanbevelingen ? Zo ja, met welke adviezen en/of aanbevelingen en op welke wijze ?

Antwoord : Als antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen.

1. In de loop van 1998 heeft zich geen specifiek probleem voorgedaan waardoor op de Raad van de gelijke kansen een beroep moest worden gedaan.

2. Omdat er geen aanleiding toe was, is er in de loop van 1998 geen samenwerking of overleg geweest tussen mijn diensten en de Raad van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen.

3. Sinds het koninklijk besluit van 8 januari 1980 dat de discriminatie tussen mannen en vrouwen heeft afgeschaft inzake het fictief loon voor de inactiviteitsdagen die met werkelijke arbeidsdagen worden gelijkgesteld, is er geen discriminatie meer tussen mannen en vrouwen in de wetgeving van de jaarlijkse vakantie.

Wat de gezinsbijslag betreft, werd er rekening gehouden met het advies nr. 15 van 21 maart 1997 van de Raad van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen inzake de gezinsbijslag en de kinderopvang.

In dit advies worden door de raad de herfinanciering van de structuren inzake kinderopvang en de verhoging van de gezinsbijslagen voorgesteld.

Wat de aanbeveling betreft inzake de herfinanciering van de structuren inzake kinderopvang, verwijs ik naar het antwoord dat ik gegeven heb op uw parlementaire vraag nr. 1327 van 21 september 1998 (bulletin van Vragen en Antwoorden , Senaat, nr. 1-92, blz. 4852).

De maatregelen die genomen zijn, hebben een positieve weerslag op de gelijkheid van kansen voor mannen en vrouwen, omdat ze onrechtstreeks de tewerkstelling bevorderen en de uitoefening van een job vergemakkelijken voor mensen die kinderen ten laste hebben.

De aanbeveling om de gezinsbijslagen substantieel te verhogen in plaats van ze te verminderen leidde tot het wetsontwerp houdende fiscale en andere bepalingen (Stuk Kamer, nr. 1937, 1998-1999). De leeftijdstoeslag wordt door dat wetsontwerp verhoogd met 70 frank per jaar voor kinderen ouder dan 18 jaar.

Wat de ziekte- en invaliditeitsverzekering betreft, verwijs ik naar mijn antwoord dat ik op de vraag nr. 1603 van 17 februari 1999 van het geachte lid gegeven heb.