1-250 | 1-250 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 4 MARS 1999 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 4 MAART 1999 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van mevrouw de Bethune.
Het woord is aan mevrouw de Bethune.
Mevrouw de Bethune (CVP). Mijnheer de voorzitter, sinds 1992 bestaan de zogenaamde Tak-23 levensverzekeringen. Wegens de onzekere opbrengst van deze vorm van langetermijnsparen moeten die op een andere manier worden behandeld dan de verzekeringen onder Tak-21. Hierover blijven onduidelijkheden bestaan. Deze komen op lange termijn geen enkele van de betrokken partijen ten goede.
Voor de Tak-21-verzekeringen is de regeling duidelijk : het in rekening genomen pensioenkapitaal is vastgelegd op een maximumgrens van 80% van de laatste normale jaarlijkse brutobezoldiging. De vraag is nu op welke manier voor de Tak-23-verzekeringen een berekening kan worden gemaakt om het maximum te respecteren. Sommigen hanteren hier een hypothetisch rendement van 7%.
Graag kreeg ik van de minister antwoord op volgende vragen.
Zijn de premies die door een onderneming aan een verzekeringsmaatschappij werden betaald voor een groepsverzekering of een bedrijfsleidersverzekering, afgesloten in Tak-23, voor de onderneming op dezelfde manier aftrekbaar als wanneer deze premies zouden zijn betaald voor een groepsverzekering of bedrijfsleidersverzekering in Tak-21 ? Indien niet, welke fiscale behandeling is hierop dan wel van toepassing ?
Op welke interestvoet mag men zich baseren om de omrekening te maken van het kapitaal « leven », in toepassing van de 80%-regel, naar de overeenstemmende premie ?
De voorzitter. Het woord is aan minister Viseur.
De heer Viseur, minister van Financiën. Mijnheer de voorzitter, zonder mij uit te spreken over de aftrekbaarheid van de levensverzekeringspremies van Tak-23, kan ik mevrouw de Bethune meedelen dat dit soort verzekeringsproducten een hele reeks andere vragen oproept, vooral wat de fiscaliteit betreft.
Deze problematiek maakt op het ogenblik overigens het voorwerp uit van besprekingen tussen de fiscale administratie, de verzekeringssector en hun toezichthoudende overheid namelijk de controledienst der verzekeringen. Ook de banksector zal hierbij moeten worden betrokken, wegens de gelijkheid die bestaat tussen de bank- en de verzekeringsproducten die verbonden zijn met de investeringsfondsen en die op economisch vlak in elk geval meer verwant zijn met een beheer voor rekening van derden.
In de huidige stand van zaken en afgaande op wat mijn administratie mij vertelt, ben ik van mening dat alleen een wettelijke maatregel de bestaande problemen zal kunnen oplossen.
De voorzitter. Het woord is aan mevrouw de Bethune voor een repliek.
Mevrouw de Bethune (CVP). Mijnheer de voorzitter, mag ik uit het antwoord van de minister afleiden dat de betrokkenen zelf kunnen beslissen wat kan worden afgetrokken en wat niet en dat er op dat vlak een vacuüm is ?
M. Viseur, ministre des Finances. Monsieur le président, je comprends que la réponse donnée puisse paraître insuffisante parce que l'administration elle-même est confrontée à la difficile qualification de la branche 23. D'un point de vue économique, elle s'analyse comme un produit de l'épargne mais sa nature de produit de l'assurance pose une série de problèmes juridiques.
C'est pourquoi seule une modification de la loi qui qualifierait différemment les produits de la branche 23 apporterait une solution fiscale. Pour y parvenir, il faut nécessairement discuter du problème avec tout le secteur, c'est-à-dire le secteur des assurances et le secteur bancaire, directement concernés. Les discussions sont en cours et j'espère qu'elles pourront déboucher assez rapidement sur une proposition qui soit acceptable tant pour le secteur des assurances que pour le secteur bancaire.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.