(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Het fenomeen van de vrouwenhandel en de gedwongen prostitutie neemt ongekende vormen aan. In 1995 alleen zouden minstens 500 000 vrouwen slachtoffer zijn geworden van die handel met de Lid-Staten van de Europese Unie als bestemming. Sinds 1989 is het aandeel van de vrouwen uit Centraal- en Oost-Europa meer dan verdrievoudigd. Deze handel die neerkomt op een soort slavernij is zo lucratief en het aantal veroordelingen zo klein dat een groeiend aantal misdadige bendes zich op deze activiteit hebben geworpen in de marge waarvan zij bovendien andere misdadige activiteiten kunnen ontwikkelen, zoals de handel in drugs of wapens.
De Raad van Europa als paneuropese organisatie met een duidelijk mandaat inzake mensenrechten, en die onder haar leden zowel de landen telt waarvan de slachtoffers van de vrouwenhandel afkomstig zijn als de landen waarvoor zij bestemd zijn, biedt het aangewezen kader om dit fenomeen te bestrijden.
In haar aanbeveling 1325 van 1997 beveelt de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa het Comité van ministers aan een verdrag over de vrouwenhandel en de gedwongen prostitutie uit te werken. Het verdrag zal moeten voorzien in een harmonisering van de wetgevingen en een betere samenwerking van de politiediensten, in de inbeslagneming van de winsten uit de vrouwenhandel, in de fysieke bescherming van de slachtoffers vooral wanneer zij bereid zijn te getuigen en in alle gevallen in tijdelijke verblijfsvergunningen en juridische, medische en psychologische bijstand.
Kan de geachte minister zeggen of de Belgische regering bereid is de uitwerking van zulk verdrag binnen de kortst mogelijke tijd te steunen en zodra het tot stand is gekomen te tekenen ?
In afwachting van de totstandkoming van zulk verdrag, zou ik willen weten welke van de maatregelen aanbevolen door de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa ons land zal kunnen nemen en welke maatregelen eventueel problemen stellen.