(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 (Belgisch Staatsblad van 29 augustus 1972), uitgevaardigd ter bevordering van de tewerkstelling van de mindervaliden in de rijksdiensten, verplicht de rijksbesturen om 1 200 mindervaliden tewerk te stellen en bepaalt ook specifieke contingenten voor de verschillende rijksbesturen (art. 2).
Dit koninklijk besluit is van toepassing op alle gehandicapten ingeschreven bij het Rijksfonds (nu opgesplitst in het Vlaams, Waals en Brussels fonds) voor sociale reclassering van de mindervaliden (art. 1), benevens de toepassing van de wervingsregelen van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 over het statuut van het rijkspersoneel... (art. 3).
Daarnaast stelt het koninklijk besluit ook een commissie in die de beijvering van de plaatsing van mindervaliden in de rijksbesturen tot doel heeft (art. 4).
Gezien het groot belang van de integratie van de mindervaliden in het actief maatschappelijk leven, moet er waakzaam worden toegezien op de toepassing van bovenstaande wettelijke beschikkingen, alsook op hun vertaling in de praktijk.
Graag had ik dan ook een antwoord ontvangen op de volgende vragen :
1. Over de tewerkstelling van mindervaliden binnen uw diensten :
1.1. Hoeveel mindervaliden werken binnen uw diensten en hoeveel procent is dat van het totaal aantal tewerkgestelden binnen uw diensten ?
1.2. Wat is de verhouding man-vrouw onder de groep mindervaliden binnen uw diensten en wat is de verhouding man-vrouw voor alle tewerkgestelden binnen uw diensten ?
1.3. Welke functies bekleden de mindervaliden binnen uw diensten (niveau 1, 2, 3 of 4 en aantal per niveau) ?
1.4. Hoeveel mindervaliden werken er op uw ministerieel kabinet en hoeveel procent is dat van het totaal aantal personen die aan uw kabinet verbonden zijn ?
2. Over de aanwerving van mindervaliden door uw diensten :
2.1. Hoeveel mindervaliden werden door uw diensten de laatste twee jaar aangeworven (gelieve het cijfer per jaar aan te duiden) en hoeveel procent is dat van het totaal aantal aangeworven personen per jaar ?
2.2. Wordt er door uw diensten een actief beleid gevoerd om mindervaliden aan te werven ?
1º Welke is uw beleidsvisie terzake ?
2º Wat zijn uw concrete projecten ?
2.3. Is er tussen uw diensten en de commissie voor plaatsing van mindervaliden een actieve samenwerking :
1º Om voor mindervaliden een passende betrekking te zoeken in uw diensten ?
2º Om arbeidsposten aan te passen aan de handicap van de mindervaliden (bijvoorbeeld het aanwerven van bepaalde apparatuur die een mindervalide in staat stelt om normaal te functioneren) ?
2.4. Hebben uw diensten gedurende de laatste twee jaar gebruik gemaakt van het artikel 7 van dit koninklijk besluit om zelf kandidaten voor te stellen en zo mindervaliden aan te werven (gelieve het cijfer per jaar aan te duiden) ?
2.5. Is er binnen uw diensten een ambtenaar verantwoordelijk voor de opvolging van het bovenvermelde koninklijk besluit ? Zo ja, wie ?
3. Over de sollicitatie van mindervaliden bij uw diensten :
Wordt er op uw diensten vaak gesolliciteerd door mindervaliden en hoeveel kandidaturen werden de laatste twee jaar ingezonden (gelieve het cijfer per jaar aan te duiden) ?
4. Over de bevordering van de mindervaliden binnen uw diensten :
Zijn er mindervaliden die gedurende de laatste twee jaar binnen uw diensten bevorderd werden (gelieve het cijfer per jaar aan te duiden) ?
5. Over de afvloeiing van mindervaliden uit uw diensten :
5.1. Hoeveel mindervaliden zijn er gedurende de laatste twee jaar uit uw diensten afgevloeid tijdens hun stage (zie ook art. 10 van het koninklijk besluit) (gelieve het cijfer per jaar aan te duiden) :
1º In totaal;
2º Door het vertrekken op pensioen;
3º Door overlijden;
4º Door ziekte;
5º Door afdanking ?
5.2. Hoeveel vast aangeworven mindervaliden zijn er in de laatste twee jaar uit uw diensten afgevloeid (gelieve het cijfer per jaar aan te duiden) :
1º In totaal;
2º Door het vertrekken op pensioen;
3º Door overlijden;
4º Door ziekte;
5º Door afdanking ?
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden te vinden op de gestelde vragen.
1.1. Binnen mijn diensten werken momenteel 35 minder-validen, wat neerkomt op 1,1 % van het totaal aantal tewerkgestelden binnen mijn diensten.
1.2. De verhouding man-vrouw bedraagt 71 % mannen tegenover 29 % vrouwen onder de groep mindervaliden en 57 % mannen tegenover 43 % vrouwen voor alle tewerkgestelden.
1.3. Het aantal mindervaliden volgens niveau is als volgt verdeeld :
Niveau 1 : 3;
Niveau 2 : 9;
Niveau 3 : 7;
Niveau 4 : 16.
1.4. Op het ministerieel kabinet zijn momenteel geen minder-validen tewerkgesteld.
2.1. Daar waar in 1994 geen mindervaliden werden aangeworven, werd in 1995 één mindervalide aangeworven, wat neerkomt op 0,19 % van het totaal aangeworven personen in dat jaar.
2.2. Inzoverre de dienstnoodwendigheden dit toelaten, wordt steeds getracht om bij aanwervingen de aantrekkelijkheid van arbeidsplaatsen ten aanzien van mindervaliden te bevorderen.
Op dit moment bestudeert men de mogelijkheid om minder-validen tewerk te stellen in alternatieve arbeidsregimes die meer aan hun noden tegemoet komen, zoals onder meer telewerken.
2.3. In het verleden werden reeds meerdere initiatieven genomen om, in samenwerking met de commissie voor plaatsing van mindervaliden, een passende betrekking te zoeken in mijn diensten.
2.4. In de loop van 1995 werd gebruik gemaakt van artikel 7 van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 om aldus één mindervalide aan te werven.
2.5. De opvolging van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972 is in handen van de heer Bart Dewulf, bestuurssecretaris bij de Algemene Inspectie van de algemene diensten personeelsdienst van het ministerie.
3. De laatste twee jaar solliciteerden geen mindervaliden bij mijn diensten.
4. Evenmin werden gedurende de laatste twee jaar minder-validen bevorderd bij mijn diensten.
5.1. De laatste twee jaar zijn er uit mijn diensten geen minder-validen afgevloeid tijdens hun stage.
5.2. In 1994 vloeiden twee vast aangeworven mindervaliden af, respectievelijk door overlijden en vroegtijdig pensioen. In 1995 vloeiden zeven vast aangeworven mindervaliden af, allen door overgang naar het toen nieuw opgerichte ministerie van Ambtenarenzaken.