Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997


Bulletin 1-34

17 DECEMBER 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Ambtenarenzaken

Vraag nr. 46 van mevrouw de Bethune d.d. 8 november 1996 (N.) :
Tewerkstelling van mindervaliden bij de rijksdiensten.

De tekst van deze vraag is dezelfde als van vraag nr. 191 aan de Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken, die hiervoor werd gepubliceerd (blz. 1670).


Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid de antwoorden op de verschillende vragen betreffende de tewerkstelling van mindervaliden te bezorgen :

1.1. Het aantal mindervaliden tewerkgesteld bij mijn diensten bedraagt :

­ 8, ministerie van Ambtenarenzaken;

­ 37, Regie der Gebouwen.

Het percentage ten opzichte van de statutaire tewerkstelling bedraagt :

­ 1,7 pct., ministerie van Ambtenarenzaken;

­ 2,8 pct., Regie der Gebouwen.

1.2. De verhouding man/vrouw binnen de groep mindervaliden bedraagt :

­ 62/38 pct., ministerie van Ambtenarenzaken;

­ 59/41 pct., Regie der Gebouwen.

De verhouding man/vrouw binnen de totale groep tewerkgestelden bedraagt :

­ 56/44 pct., ministerie van Ambtenarenzaken;

­ 73/27 pct., Regie der Gebouwen.

1.3. De functies bekleed door mindervaliden binnen mijn diensten zijn als volgt verdeeld over de verschillende niveaus :

Ministerie van Openbaar Ambt :

Niveau 1 : ­

Niveau 2+ : ­

Niveau 2 : 1

Niveau 3 : 5

Niveau 4 : 2

Regie der Gebouwen :

Niveau 1 : 1

Niveau 2+ : 1

Niveau 2 : 7

Niveau 3 : 7

Niveau 4 : 21

2.1. Aantal mindervaliden aangeworven bij mijn diensten gedurende de laatste twee jaar :

­ 0, ministerie van Ambtenarenzaken;

­ 0, Regie der Gebouwen.

2.2. Door mijn diensten werd geen prioritair beleid gevoerd om mindervaliden aan te werven. Voor het ministerie van Ambtenarenzaken werd in 1995 en 1996 absolute prioriteit verleend aan de definitieve en volledige oprichting van het nieuw ministerie.

Zoals aangekondigd in de beleidsnota van het ministerie van Ambtenarenzaken, voorzie ik een wijziging van de bestaande reglementering inzake de aanwerving van mindervaliden. Het doel van de wijziging bestaat erin een grotere flexibiliteit inzake de aanwerving van mindervaliden te voorzien, de budgettaire weerslag van deze aanwervingen te verlichten en de werkposten van de mindervalide ambtenaren aan te passen.

2.3. Er bestaat geen actieve samenwerking meer tussen mijn diensten en de Commissie voor plaatsing van mindervaliden, aangezien deze commissie niet meer samengeroepen kan worden sinds de overdracht naar de gemeenschappen van het Rijksfonds voor sociale reclassering van de mindervaliden.

2.4. Er werd de laatste twee jaar geen gebruik gemaakt van artikel 7, tweede lid, van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972.

2.5. Binnen mijn diensten werd niemand belast met de opvolging van het koninklijk besluit van 11 augustus 1972.

3. Aantal sollicitaties door mindervaliden gedurende de laatste twee jaar

Ministerie van Ambtenarenzaken :

­ 4 in 1995;

­ 5 in 1996.

Regie der Gebouwen :

­ 1 in 1995;

­ 2 in 1996.

4. Aantal bevorderingen voor mindervaliden gedurende de laatste twee jaar

Ministerie van Ambtenarenzaken :

­ 0 in 1995;

­ 0 in 1996.

Regie der Gebouwen :

­ 0 in 1995;

­ 0 in 1996.

Bij de Regie der Gebouwen gebeurde geen enkele bevordering ingevolge het ontbreken van de organieke personeelsformatie.

5.1. Aantal afvloeiingen van mindervaliden uit mijn diensten tijdens hun stage gedurende de laatste twee jaar :

­ Ministerie van Ambtenarenzaken : 0;

­ Regie der Gebouwen : 0.

5.2. Aantal afvloeiingen van vastbenoemde mindervaliden uit mijn diensten gedurende de laatste twee jaar :

­ Ministerie van Ambtenarenzaken : 0;

­ Regie der Gebouwen : 1 vrijwillig ontslag, 4 opruststellingen.