(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
De vierde UNO-Vrouwenconferentie in Peking, begin september 1995, betekent een krachtige en mondiale impuls ter verbetering van de rechten en de positie van de vrouw.
De platformtekst voor actie van deze conferentie bevat immers een hele reeks concrete doelstellingen en maatregelen teneinde een gelijke deelname van vrouwen en mannen aan het maatschappelijk, cultureel en economisch leven te realiseren.
Ook België heeft deze tekst aanvaard en heeft er zich bijgevolg toe verbonden de erin vervatte doelstellingen en maatregelen te vertalen in haar beleid.
Vanuit de gender-dimensie bekeken bevat de beleidsnota van de minister van Wetenschapsbeleid geen expliciete beleidsprioriteit naar vrouwen toe.
Nochtans kan er, in het licht van de vierde Vrouwenconferentie, op verschillende domeinen, gelegen binnen de bevoegdheidssfeer van de minister van Wetenschapsbeleid, aan het verbeteren van de situatie van vrouwen gewerkt worden.
Zo denken we bijvoorbeeld aan de (bredere) erkenning van vrouwenstudies en de noodzaak middelen en ruimte te voorzien voor de ontwikkeling van deze studies. We denken ook aan de aanwezigheid van een gender-dimensie in wetenschappelijke studies in het algemeen.
Graag had ik dan ook van de geachte minister een antwoord vernomen op volgende vragen :
1. Wat zijn zijn concrete beleidsintenties naar vrouwen toe ?
2. Hoe denkt hij werk te maken van de aanbevelingen die werden opgenomen in de platformtekst voor actie van de vierde UNO-Vrouwenconferentie ?
3. Zal hij in zijn kabinet en/of administratie een medewerk(st)er of (werk)groep uitdrukkelijk belasten met het opvolgen van de gender-dimensie in zijn beleid ?