(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
De tekst van deze vraag is dezelfde als van vraag nr. 10 aan de Eerste minister, die hiervoor werd gepubliceerd (blz. 313).
Antwoord : Wat het ministerie van Ambtenarenzaken betreft zijn er een aantal comités, commissies en raden die binnen het toepassingsgebied vallen van artikel 1 van de wet van 20 juli 1990 dat het evenwicht wil tot stand brengen in de aanwezigheid van mannen en vrouwen in de organen met adviesbevoegdheid, maar enkel de leden van het college van het Hoog Comité van toezicht worden benoemd overeenkomstig de procedure die bepaald is in artikel 2, § 1, van de voormelde wet.
In alle andere gevallen vloeit de hoedanigheid van lid der verschillende comités, commissies of raden van het departement nooit voort uit een toekenning als gevolg van een akte van kandidaatstelling die door een instantie is ingediend, maar is ze het gevolg hetzij van het bijzondere statuut van de betrokken personen (de vaste wervingssecretaris die voorzitter is van de Adviescommissie voor selectie en werving), hetzij van een aanwijzing « ex nihilo » door de overheid (de ambtenaren die worden aangewezen om de overheid in een Raad van beroep te vertegenwoordigen), of nog van de erkenning van de keuze der vakorganisaties (de erkende vertegenwoordigers van de vakorganisaties bij de Raden van beroep), of tenslotte van een eenzijdige akte van het bestuur dat van een privé-persoon deelname aan een comité van technische deskundigen vergt (dit is het geval met de universiteitsprofessoren die hun medewerking verlenen aan de Adviescommissie voor selectie en werving).
De samenstelling van het college van het Hoog Comité van toezicht ziet er als volgt uit :
Voorzitter : 1 man;
Leden : 18 mannen en 3 vrouwen;
Plaatsvervangende leden : 17 mannen en 4 vrouwen.
De te begeven mandaten sedert de oprichting van de huidige regering werden verdeeld met naleving van de wet van 20 juli 1990.
Ter informatie deel ik mevrouw de senator hieronder de precieze gegevens mede betreffende de verdeling, volgens sekse, van de leden van de verschillende andere organen van het departement.
· Wat het secretariaat-generaal betreft zijn er :
De directieraad :
Voorzitter : 1 man;
Leden : 2 mannen en 1 vrouw.
Het basisoverlegcomité :
Voorzitter : 1 man;
Gewone leden : 3 mannen en 1 vrouw;
Plaatsvervangende leden : 2 mannen en 1 vrouw.
De Departementale Raad van beroep :
Frans : voorzitter : 1 man; plaatsvervanger : 1 man.
Nederlands : voorzitter : 1 man; plaatsvervanger : 1 man.
De Stagecommissie :
Frans : voorzitter : 1 man; gewone leden : 5 mannen en 1 vrouw.
Nederlands : voorzitter : 1 vrouw; gewone leden : 3 mannen en 3 vrouwen.
· Wat de dienst van algemeen bestuur betreft zijn er :
De Interdepartementale Raad van beroep :
Frans : voorzitter : 1 man; gewone leden : 4 mannen en 2 vrouwen; plaatsvervangende leden : 33 mannen en 12 vrouwen.
Nederlands : voorzitter : 1 man; gewone leden : 4 mannen; plaatsvervangende leden : 21 mannen en 3 vrouwen.
De Raad van beroep der ambtenaren-generaal :
Frans : voorzitter : 1 man; gewone leden de Franstalige secretarissen-generaal, onder wie 1 vrouw; plaatsvervangende leden : niet aangewezen.
Nederlands : voorzitter : 1 man; gewone leden : de Nederlandstalige secretarissen-generaal; plaatsvervangende leden : niet aangewezen.
De Raad van beroep voor het wetenschappelijk personeel van de wetenschappelijke inrichtingen van de staat :
Frans : voorzitter : 1 vrouw; gewone leden : 1 man en 1 vrouw; plaatsvervangende leden : 1 man en 1 vrouw.
Nederlands : voorzitter : 1 vrouw; gewone leden : 3 mannen; plaatsvervangende leden : 14 mannen en 3 vrouwen.
De Raad van beroep voor het toegevoegd vorsingspersoneel en het beheerspersoneel van de wetenschappelijke inrichtingen van de staat :
Frans : voorzitter : 1 vrouw; gewone leden : 1 man en 1 vrouw; plaatsvervangende leden : 1 man en 1 vrouw.
Nederlands : voorzitter : 1 vrouw; gewone leden : 2 mannen; plaatsvervangende leden : 14 mannen en 2 vrouwen.
· Wat de Algemene Directie voor selectie en vorming betreft zijn er :
De Interdepartementale Stagecommissie :
De vaste wervingssecretaris : 1 man;
De adjunct-vaste wervingssecretaris van de andere taalrol : 1 vrouw;
De secretaris-generaal van het ministerie van Ambtenarenzaken : 1 man;
De directeur-generaal van de vorming : 1 man;
De vormingsdirecteur onder wiens toezicht de stagiair staat : variabel;
Vertegenwoordigers van de overheid : 7 mannen en 1 vrouw;
Vertegenwoordigers van de vakbonden : 17 mannen en 1 vrouw.
· Inzake het vast wervingssecretariaat gaat het om :
De Adviescommissie voor selectie en werving :
De vaste wervingssecretaris : 1 man;
Twee adjunct-vaste wervingssecretarissen : 1 man en 1 vrouw;
Acht universiteitsprofessoren : 7 mannen en 1 vrouw.
· Wat de Centrale Dienst voor benodigdheden betreft is er geen orgaan dat beantwoordt aan de omschrijving van artikel 1 van de wet van 20 juli 1990.