Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997


Bulletin 1-32

19 NOVEMBER 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-Eerste minister en minister van Economie en Telecommunicatie

Vraag nr. 95 van mevrouw de Bethune d.d. 18 oktober 1996 (N.) :
De nieuwe procedure inzake de afgifte van briefwisseling gefrankeerd met een frankeermachine.

Vanaf 17 juni 1996 (in de praktijk : vanaf 30 september 1996) is een nieuwe reglementering van toepassing voor de afgifte van briefwisseling gefrankeerd met een frankeermachine. Volgens De Post is deze nieuwe reglementering noodzakelijk wegens de vele gevallen van misbruik en fraude die werden vastgesteld bij het gebruik van frankeermachines.

De nieuwe afgiftevoorwaarden komen hierop neer dat met een frankeermachine gefrankeerde briefwisseling moet worden afgegeven aan het loket van één enkel, vast afgiftekantoor.

Elke afgifte moet vergezeld zijn van een formulier « dagelijkse opgave 998 ». Op dit formulier dient, per gebruikte frankeermachine, de tellerstand te worden vermeld bij het begin en bij het einde van de frankering.

Ik verneem dat deze reglementering voor de bedrijven die hun briefwisseling met een frankeermachine frankeren een enorme tijdrovende administratieve belasting betekent. Waar zij vroeger de mogelijkheid hadden om, op het even welk tijdstip, hun briefwisseling in een brievenbus te deponeren, zijn zij nu verplicht om, voor sluitingstijd van het postkantoor en met een ingevuld borderel, aan een loket aan te schuiven om de briefwisseling af te geven.

Ook voor de postkantoren houdt deze reglementering onmiskenbaar een zware administratieve belasting in, temeer daar de meeste bedrijven met een frankeermachine nog net voor sluitingstijd hun briefwisseling zullen komen afgeven.

De betrokken bedrijven stellen bovendien grote vraagtekens bij de doeltreffendheid van de nieuwe reglementering : steeds meer frankeermachines zijn immers elektronisch, en fraude zou bij dit soort machines enkel kunnen gebeuren met externe hulp (bij De Post of bij Alcatel). Ook bij het verplicht bijvoegen van een opgave met de tellerstanden zou fraude derhalve nog steeds mogelijk zijn, zo men over deze externe hulp beschikt.

Graag had ik dan ook van u vernomen :

1. Hoeveel gevallen van fraude hebben zich gedurende de voorbije 3 jaar voorgedaan bij het gebruik van frankeermachines ?

2. Kan de geachte minister bevestigen dat fraude bij elektronische frankeermachines enkel kan gebeuren met externe hulp ?

3. Wat is het nut van deze nieuwe reglementering, rekening houdend met de aangehaalde bezwaren, met name : zware administratieve belasting voor bedrijven en postdiensten en onmogelijkheid om fraude uit te sluiten ?

4. Hoe zal rekening gehouden worden met de vele opmerkingen en protesten van de bedrijven die werken met een frankeermachine ?


Antwoord : Het autonome overheidsbedrijf De Post deelt mij mee dat meerdere fraudedossiers, betreffende frankeermachines van verschillende leveranciers, door Justitie werden onderzocht.

De Post voegt daaraan toe dat de meeste machines gebruikt door de klanten van De Post nog steeds mechanische of elektromechanische machines zijn. Bij de gekende fraudegevallen gaven de betrokkenen blijk van grote inventiviteit, waarbij niet noodzakelijk beroep werd gedaan op externe hulp.

De Post verduidelijkt dat het doel, beoogd door de nieuwe regelgeving de optimalisatie is van de controles door de vergelijking van de opgenomen bedragen met de hoeveelheid afgegeven zendingen.

Het bedrijf legt uit, dat voor de klanten die briefwisseling voor eigen rekening frankeren, de administratieve formaliteiten zich beperken tot één dagelijkse tellerstandopgave. De Post meent dat dit een verre van zwaar belastende administratieve handeling betekent.

De Post voegt daaraan toe, dat ze niet ongevoelig was voor de bezwaren van de klanten : zij heeft vanaf 1 oktober de reglementering versoepeld. Zo blijft het dus mogelijk de gefrankeerde briefwisseling in de door de klant gekozen brievenbus te deponeren. Tenslotte, opdat de klanten zich zouden kunnen aanpassen wordt tot 31 december 1996 een overgangsperiode in acht genomen.