Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997


Bulletin 1-30

22 OKTOBER 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Eerste minister

Vraag nr. 30 van mevrouw de Bethune d.d. 4 oktober 1996 (N.) :
De gezinsdimensie van het beleid van de minister.

Het federaal regeerakkoord bevat het uitdrukkelijk engagement dat de regering « de diverse maatregelen die zij neemt steeds zal toetsen aan hun solidariteitsversterkend en gezinsvriendelijk karakter ». « Precies vanuit deze optiek », zo vervolgt het regeerakkoord, « hecht de regering onder meer groot belang aan de gezinsdimensie van het beleid. »

Deze bijzondere aandacht van de regering voor het gezin is volkomen terecht aangezien iedere maatregel, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, steeds gevolgen heeft voor de gezinsverbanden in hun diverse leefvormen. In het UNO-Verdrag inzake de rechten van het kind wordt het gezin niet alleen erkend als de kern van de samenleving, maar ook als de natuurlijke omgeving voor de ontplooiing en het welzijn van al haar leden en van kinderen in het bijzonder.

Het behoort dan ook tot de taak van alle beleidsverantwoordelijken om een gezinsvriendelijk beleid te voeren, niet alleen door het nemen van specifieke, gezinsgerichte maatregelen, maar ook door steeds na te gaan wat de gevolgen zijn van een beleidsmaatregel voor het gezin en hoe het gezinsbelang het best wordt gewaarborgd door het gevoerde beleid.

Graag had ik dan ook van u vernomen :

1. Wat is de gezinsdimensie van uw beleid ? Wat zijn de raakvlakken tussen uw bevoegdheden en het gezin ?

2. Welke maatregelen hebt u reeds ondernomen ter bevordering en ter ondersteuning van het gezin in haar diverse leefvormen ?

3. Op welke wijze worden het solidariteitsversterkend en gezinsvriendelijk karakter van de door u genomen maatregelen getoetst ?

4. Hebt u reeds een gezinseffectenrapport gemaakt van de door u genomen maatregelen ? Zo ja, volgens welke methodiek en voor welke facetten van uw beleid ?

5. Worden gezinnen op een actieve manier (door overleg of door het geven van advies) betrokken bij het beleidsvoorbereidend werk binnen uw departement ?


Antwoord : Het geachte lid weet wellicht ­ dat werd reeds herhaaldelijk vermeld ­ dat de Eerste minister niet rechtstreeks eigen bevoegdheden uitoefent, met uitzondering van de regelgeving voor de overheidsopdrachten en sommige aspecten van de betrekkingen met de vakbonden in de openbare diensten (representativiteit, vakbondspremies). Het is mij dan ook volkomen onmogelijk concrete maatregelen op te noemen die door mijn diensten of door mijzelf zouden genomen zijn in verband met de in vraag vermelde aangelegenheid.

De rol van de Eerste minister is er in hoofdzaak een van stuwende kracht en coördinator van de regeringswerkzaamheden. In die hoedanigheid zie ik dus toe op de correcte naleving van het regeerakkoord dat ik mee heb helpen opstellen, zoals het geachte lid wel kan vermoeden. In haar vraag komt trouwens duidelijk tot uiting hoezeer de gezinsdimensie haar stempel drukt op het in dit akkoord overeengekomen beleid. Ikzelf ben de mening toegedaan dat, rekening houdend met de omstandigheden en de beschikbare middelen, de uitvoering van het programma vanuit dat oogpunt bevredigend kan benoemd worden en dat de zorg om het gezin kon bestendigd worden zowel in de ingediende ontwerpen met betrekking tot het beleid van maatschappelijke vernieuwing als in het gevolgde beleid op economisch, sociaal en begrotingsvlak.